Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

Anne Pals
Door: Anne Pals
23-02-2023

Albert Jan den Butter Te doen en te helpen onderwijzen. Handboekje voor catecheet, ouders, kerkenraad en gemeente. Uitg. Brevier, Kampen; 142 blz.; € 15,90.

Albert Jan den Butter is ouderling en catecheet in de gereformeerde gemeente te Waarde en is opleider aan Driestar Educatief. In verhalen van jongeren kwam catechese er meestal niet best af en nu hij zelf catechese geeft, heeft hij daar een handzaam boekje over geschreven. Het is niet alleen gericht op catecheten, maar hij betrekt ouders, kerkenraad en de gemeente erbij en dat is zinvol.

Goed dat catechese breed gedragen wordt. Het is belangrijk dat de geloofsleer op een goede manier overgedragen wordt aan het volgende geslacht. In deze tijd van anti-dogmatisme valt dat niet mee. Toerusting is hard nodig en dit boekje biedt dan ook veel dat helpt om catechese in deze tijd inhoud te geven. Er wordt aandacht besteed aan wederzijdse verwachtingen, de doelgroep catechisanten, de catecheet en hoe je catechese kunt organiseren en vormgeven en nog veel meer.

De ondertoon is het verlangen om iets van de ‘vreze des Heeren’ over te brengen en dat het de moeite waard is de Heere te dienen. Wanneer jongeren dit proeven, is er al veel gewonnen en ik denk dat gesprekken over de bevindelijke ontmoeting met God wezenlijk zijn. Het gebed is belangrijk. De Heere geeft soms mooie momenten, maar dat sluit niet uit dat we ook over de vorm na moeten denken. Naast de waardering die ik heb voor dit boekje, de warme toon en de praktische ervaringen die dit boekje illustreren, mis ik wel wat toerusting op het gebied van de didactiek. De inhoud van catechese wordt helder gecommuniceerd. Het ‘wat’ wordt goed in kaart gebracht. Rond het ‘hoe’ komen er vijf typeringen van een catecheet aan de orde: ‘Ik weet het, eentonig, monoloog, geklets en ik ben de baas’. Deze vijf ‘nee-typeringen’ worden in het boekje bestreden en van zinvolle tips voorzien hoe het beter kan. Het ontwerpen van een catecheseles aan de voorkant komt beperkt aan de orde. Dit gaat om vragen zoals: ‘Hoe kom je binnen bij de catechisanten? Hoe open je hun ‘subjectieve concept’, zodat er contact ontstaat en hun voorkennis geactiveerd wordt? Hoe kun je werkvormen inzetten om tot een persoonlijk gesprek te komen en hoe zorg je ervoor dat de verbinding met hun praktijk er is?’ Deze vragen kunnen het geheel van catechese verrijken.

Leren geloven is het werk van God. Een goede didactiek kan helpen de leerstof beter te laten beklijven. Ik wens dit zinvolle boekje in veel handen tot opbouw van Gods gemeente.

Anne Pals
Anne Pals