Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

Dr. M. A. van den Berg
Door: Dr. M. A. van den Berg
13-04-2023

Lans Bovenberg & Paul van Geest Kruis en munt. De raakvlakken van economie en theologie. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 256 blz.; € 20.

De titel van de studie van Lans Bovenberg en Paul van Geest is raak gekozen. Beide hoogleraren doceren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De eerste is hoogleraar Relational Economics, Values and Leadership, terwijl zijn collega, hoogleraar Kerkgeschiedenis en Geschiedenis van de theologie aan de Tilburg Universiteit, ook economie en theologie aan de Erasmus Universiteit doceert. Het is bij deze twee hooggeleerde scribenten geen tegenstelling, kruis of munt, maar zij verwachten van het ‘huwelijk’ tussen economie en theologie een vruchtbare bezinning. Van dat laatste is zeker niet iedereen overtuigd. De redacteur van het blad Elsevier die ook ‘geestelijk leven’ in zijn portefeuille heeft, gaf bij zijn bespreking van dit boek blijk van zijn – volgens mij vooringenomen – mening dat een dergelijk boek eigenlijk geen bijdrage kan zijn aan de economische wetenschap. Immers, economie is een wetenschap en theologie heeft met God te maken en is dus als geloof per definitie onwetenschappelijk. Waar de wetenschap, die zich louter met ‘feiten’ zegt bezig te houden, eigenlijk niets mee kan. De koopman en de dominee worden vaak wel in één adem genoemd maar kunnen wetenschappelijk niet samengaan. Deze geborneerde visie op wetenschap is de uitdaging die Bovenberg en Van Geest niet uit de weg zijn gegaan. Het heeft een waardevolle studie opgeleverd, waarin uiteraard de tweedeling van econoom en theoloog niet onopgemerkt blijft. Deze studie is een verademing voor diegenen die de homo economicus in onze samenleving niet ten prooi willen laten aan het kille geloof van de autonomie van het marktdenken.

Het eerste hoofdstuk, door Van Geest, is een overzicht van hoe er in de klassieke en christelijke traditie over de wezenlijke economische vraagstukken is gedacht. Economie is als zodanig een jonge wetenschap. Vanouds werd de bezinning op vraagstukken van geld en goed, van markt en mens gedomineerd door de bronnen van filosofie en theologie. Daarin passeren de economische principes in het Oude en Nieuwe Testament de revue. Markt en moraal van de kerkvader, de scholastieke theologie en het mensbeeld ten aanzien van markt en moraal in de tijd van de Reformatie komen aan de orde. Uiteindelijk dreigen echter de opbrengsten van de bezinning van vele eeuwen gemarginaliseerd te worden vanwege het feit dat de wetenschap in onze tijd op geen enkele manier nog iets te maken heeft (of mag hebben?) met God.

Vandaar dat Van Geest in zijn tweede hoofdstuk nader ingaat op de ongewenstheid van de theologie bij reflecties over de economie. Daartegenover stelt hij echter dat het kwalitatieve onderzoek van theologen naar de mensbeelden die in de Schrift en de traditie ontwikkeld zijn een basis kunnen vormen voor een dialoog met economen. Vanuit die verwachting schrijft hij vervolgens een eerste schets van de nieuwe toenadering van economen tot de theologen.

De hoofdstukken 4 t/m 7 zijn door de econoom Bovenberg geschreven. Ze sluiten aan bij Van Geests hoop dat het theologische mensbeeld waarin de mens gezien wordt als mens in relaties die de platte werkelijkheid van het hier en nu overstijgt, de nodige waarden kan creëren die ook voor de econoom onmisbaar zijn. Voor een niet-econoom zijn de bijdragen van Bovenberg wat lastiger om te volgen, met het eigen economisch jargon, en de diagrammen en figuren die daarbij gebruikt worden. Duidelijk is dat er ook een onderscheid is in betoogtrant.

En de econoom vult niet alleen aan, maar verdisconteert ook op een vruchtbare manier de gegevens die de theologie aanreikt. Belangrijke noties als relatie, leiderschap en vertrouwen in de economie kunnen verdieping krijgen door de ontmoeting met de theologie. Dat laat ook Van Geest in zijn laatste twee hoofdstukken nog eens duidelijk worden. In de epiloog van beide auteurs wordt duidelijk dat economen en theologen elkaar iets te zeggen hebben, en dat ze zo van diepere en rijkere waarde kunnen zijn voor onze huidige samenleving. Het is geen makkelijk boek om te lezen, maar voor wie zich voor de vraagstelling interesseert een onmisbare bijdrage tot bezinning.

Dr. M. A. van den Berg
Dr. M. A. van den Berg