Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

E. van den Noort
Door: E. van den Noort
08-04-2021

Henk Bakker Jezus. Reconstructie en revisie. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 416 blz; € 27,50.‘Reconstructie en revisie’, luidt de ondertitel. Daarmee geeft hij aan hoe hij te werk is gegaan. Eerst is hij, op grond van de bronnen, op zoek gegaan naar de historische Jezus, om vervolgens zijn eigen visie te geven. Zo omvat de studie twee delen.In het eerste deel reconstrueert hij de visies van met name theologen uit de twintigste eeuw, die hij veelal docetisch duidt: van Barth (die sterk van boven dacht) via Bultmann en Berkhof tot aan Kuitert (die sterk van beneden dacht). Op zoek naar de ervaringen die aan het theologiseren voorafgaan, vindt hij herkenning in onder anderen James Dunn, bij wie het woord ‘impact’ een grote rol speelt. Zo komt hij dichter bij Jezus’ Jood-zijn en bekritiseert hij het ‘docetisch wegkijken’ in verleden en heden: leven en theologiseren alsof de kerk haar Joodse wortels zou kunnen missen.Ook hedendaagse theologen als Van de Beek en Wright gaan onder het mes. Bij Van de Beek vraagt hij zich af waarom hij Jezus’ Woord-zijn en Jood-zijn zo uit elkaar trekt (wekt de indruk dat Jezus’ identiteit vooral in Zijn God-zijn ligt), bij Wright (alles is in Christus vervuld) stelt hij de vraag wat er nog te verwachten valt. Laatstgenoemde maakt zich volgens hem schuldig aan ecclesiologisch docetisme (dat de Kerk zich van Israël heeft losgemaakt).Het tweede deel is veel toegankelijker, vol met heerlijke exegetische dieptepeilingen. Nu komt Bakker vooral zelf aan het woord. Hij gaat in op de titels van Jezus (in de lijn van de Joodse verwachting): de nieuwe David, Mozes en Elia; de Knecht en de Mensenzoon; om af te sluiten met de grootste titel: de Zoon van God. Veel aandacht heeft hij voor de priesterlijke Knecht. Wat de oorsprong van de priester betreft gaat hij niet alleen terug naar de tijd van Abraham (denk aan Melchizedek, die hij ook een gezicht geeft vanuit de apocriefen), hij gaat zelfs terug naar het paradijs.

Indrukwekkend. Dat is de studie ‘Jezus’ van Henk Bakker, hoogleraar namens het Baptisten Seminarium aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De rode draad van zijn christologie is de verwerping van het docetisme (de leer die veronderstelt dat Jezus een schijnlichaam zou hebben gehad). Voortdurend lijkt hij te willen zeggen dat het docetisme nog springlevend is, waarbij hij doelt op de neiging van christenen om Jezus los te maken van Zijn Joodse identiteit. De christologie kan niet om de Joodse Jezus heen.

Van zulke inkijkjes, vaak in de kleine lettertjes, kan ik genieten: het paradijs als tempel (goud en onyx), Adam als priester, ‘de hele wereld was bedoeld om tempel van God te zijn.’ Verbonden aan Jezus’ tempelkritiek, en de lijnen ook doortrekkend naar Openbaring, diept hij op dat Jezus Zichzelf als tempel ziet.

De reconstructie is hem, zogezegd, goed afgegaan. Maar hoe zit het met dat andere: de revisie (de herziening van de visie op Jezus)? Daar wordt het spannend. Hoewel Bakker vooral wil denken vanuit de voleinding van alle dingen, staat de satisfactie (verzoening door voldoening) voor hem niet ter discussie. Echter, het moet niet aan Israëls geschiedenis onttrokken worden. Zijn slotopmerkingen zijn duidelijk: ‘Christologisch spreken over Jezus staat op stevige grond. Hij leefde op eigen wijze de narratieven van Davidszoon en Knecht en Mensenzoon. Maar’ – en daarbij citeert hij woorden van Frans Rosenzweig en corrigeert hij de christelijke kijk op Jezus door de eeuwen heen – ‘de historische Jezus zal onze geïdealiseerde Jezus altijd van Zijn sokkel stoten. Om aan de schijn voorbij te komen heeft de christelijke kerk een Joodse historische bedding nodig, niet alleen bij haar exegese, maar ook bij haar handelen in het heden.’ Dat is denk ik zijn revisie. Het geheim zit hem in de Geest, Die volop op Jezus betrokken is: Jezus’ Jood-zijn verdwijnt niet in zijn God-zijn. Juist dat maakt Hem niet tot een schijnvertoning.

Natuurlijk blijven er vragen over: geeft Bakker voldoende gezag aan de woorden van Jezus Zelf, dat Hij de Schriften op Zichzelf betrekt? En denkt Bakker, in zijn pleidooi voor een Geest-christologie (om zo recht te doen aan Zijn Jood-zijn), toch niet te veel van beneden, en laadt hij zo toch niet de verdenking van adoptianisme op zich? Hij stelt immers dat er nooit een Zoon van God geweest is zonder de Joodse identiteit van Jezus. Niettemin, een prachtige studie: denk niet docetisch over Jezus. Lees het en verwonder je: Jezus was echt Mens onder de mensen, werkelijk onze Immanuël.

E. van den Noort, Nijkerk

E. van den Noort
E. van den Noort