Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

M.J. de Vries
Door: M.J. de Vries
29-04-2021

Henk Jochemsen en Maarten Verkerk (red.) Morgen wordt alles beter. Mogelijkheden en ethiek van gentechnologie. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 176 blz.; € 17,99.

Wie niet medisch geschoold is en toch snel een beeld wil krijgen van de stand van zaken rond de gentechnologie, heeft met dit boek een prima ingang. In taal die voor een leek goed te begrijpen is, worden de belangrijkste begrippen met betrekking tot deze technologie helder uitgelicht. Wie beide auteurs kent, herkent hun beider individuele rol in het boek.

Een aantal keren wordt gebruik gemaakt van sciencefiction als literaire vorm, maar ook als filmische vorm, waarin technologische ontwikkelingen worden uitvergroot om ze maatschappelijk bespreekbaar te maken. De films zijn niet altijd even aantrekkelijk om naar te kijken, maar dankzij dit boek kan de lezer zich dat besparen zonder de plot te hoeven missen. Hierin is duidelijk de hand van auteur Maarten Verkerk zichtbaar, die al eerder meewerkte aan boeken waarin sciencefiction vanuit christelijk-wijsgerig perspectief besproken werd. De andere auteur, Henk Jochemsen, gepromoveerd in de moleculaire biologie, is herkenbaar in de deskundige uitleg van de gentechnologie zelf. Beide auteurs zijn gepokt en gemazeld in de ethiek van gezondheidszorg en biomedische technologie. Deze combinatie van auteurs zorgt voor een gedegen beschrijving van zowel de technologie zelf als de morele vraagstukken die ermee verbonden zijn. Met name is er aandacht voor de recente ontwikkelingen rond CRISPR-Cas, een manier om stukjes DNA in genen te vervangen.

Beide auteurs behoren tot de filosofische stroming van de christelijke filosofie en dat is merkbaar wanneer enkele aan de filosoof Herman Dooyeweerd ontleende begrippen gebruikt worden om een christelijke visie op de werkelijkheid neer te zetten. Duidelijk wordt dat de auteurs een standpunt voor staan waarin de mens niet gereduceerd wordt tot een machine die onderhoud en reparatie behoeft. Ook worden grote vraagtekens gezet bij de trend om steeds meer te onderzoeken tot hoe ver we gaan kunnen in het verbeteren van de mens (‘human enhancement’).

Qua vorm zijn er wat eigenaardigheden in dit boek. De belangrijkste is wellicht dat er in een aantal hoofdstukken aparte kadertjes staan waarin expliciet van een christelijke visie gesproken wordt. Dat suggereert dat de rest van de tekst ‘neutraal’ is. Dat kan natuurlijk niet, en het is ook niet zo. Maar de aanwezigheid van de aparte kadertjes werkt daarom wel verwarrend. Vooral het hoofdstuk over abortus is wel erg ‘voorzichtig’ geschreven. Dat zal ergernis onder een (niet pro-life) deel van de lezers voorkomen, maar bij andere lezers de vraag oproepen waarom een uitgesproken christelijk standpunt tot een kadertje beperkt is, terwijl de auteurs wel degelijk christenen zijn. Ook is niet zo duidelijk waarom er twee interviews zijn opgenomen als aparte hoofdstukken. Hoe zijn deze mensen geselecteerd uit zovele mogelijkheden? Ze lijken ook niet een uitgesproken moreel standpunt in te nemen. Had de technische informatie die zij doorgeven niet even goed in een ander hoofdstuk opgenomen kunnen worden?

Ten slotte is wat onduidelijk wat precies de rol geweest is van de namen die onder het kopje ‘Met medewerking van’ vermeld staan. Achterin staat van sommigen dat ze een hoofdstuk geschreven hebben, anderen hebben ‘meegewerkt’ aan een hoofdstuk (maar wat betekent dat concreet?). Bij een geredigeerd boek verwacht je verschillende hoofdstukken met verschillende auteurs, maar dit boek lijkt een beetje het midden te houden tussen een monografie van twee hoofdauteurs en een geredigeerd boek.

Dat alles doet echter niet af aan de waarde van deze uitgave. De lezer krijgt een up-to-date overzicht van de gentechnologie en de morele vragen die ze oproept. Aanbevolen dus.

M.J. de Vries, Papendrecht

M.J. de Vries
M.J. de Vries