Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

G.J. Cod�e
Door: G.J. Cod�e
06-05-2021

Remmelt Meijer en Peter Wierenga Herkerken. De toekomst van geloofsgemeenschappen. Uitg. de Vuurbaak, Amersfoort; 149 blz.; € 16,99.

Al bij de proloog geven de schrijvers, die beiden veel ervaring hebben als kerkbegeleider in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), aan dat het niet de tijd is om voorzichtig vragen te stellen. Dat doen ze dan ook niet in dit confronterende boek. Zij confronteren de lezer met een nieuw model van kerk-zijn, waarbij zij de coronacrisis omarmen als hét moment om te stoppen met de oude manier van kerk-zijn en over te stappen op nieuwe vormen. Zij geloven niet in digitale vormen van ‘gewone’ kerkdiensten, maar veeleer in het stoppen met deze diensten en overgaan op zogenaamde vloeibare vormen van kerk-zijn. Dat zijn kleine gemeenschappen van liefde, waarin mensen elkaar vinden in de verbondenheid met elkaar, maar zeker ook met de wereld om hen heen. Daarbij wordt het instituut kerk met alles wat daarbij hoort, zoals kerkgebouwen en predikanten, als iets van vroeger gezien. Als een predikant al een rol zou hebben, dan als begeleider van al deze kleine groepen. Het kerkgebouw past er ook niet goed bij, tenzij het als een soort buurthuis zou kunnen gaan fungeren.

De nadruk komt in dit boek heel sterk op de kleine groep te liggen. Kerkelijke structuren zijn eerder ballast dan dat zij iets goeds brengen. In het boek worden sterke beelden gebruikt, zoals uit de film

The boy who harnessed the wind, waarin een jongen zijn familie en dorp redt door het bouwen van een windmolen. Daarmee slaat deze jongen een nieuwe weg in, die levens redt. Met verschillende praktijkvoorbeelden worden de verschillende ‘nieuwe wegen’ toegelicht.

Het is een boek dat mij confronteerde, maar ook irriteerde. Is het inderdaad zo dat we met corona alles moeten loslaten? Zijn alle inspanningen om digitale diensten uit te zenden en alle mogelijkheden die we benutten om weer bij elkaar te komen in de kerk, werkelijk verspilde moeite? Wat doen we dan met het intense verlangen om weer in de kerk te komen, zoals uitgesproken in het veel gedeelde lied: ‘God, hoe graag zou ik weer komen waar uw kerk één lofzang is.’? Is dat verkeerde nostalgie naar iets wat nu nog sneller dan voorheen verdwijnt? Leert ons deze tijd nu juist ook niet om te volharden? Dat we op afstand van elkaar gemeente van Jezus Christus blijven, inderdaad in onze wijk, in onze kleine kring, maar daarbij ook de grotere gemeenschap van de kerk niet uit het oog verliezen?

Natuurlijk is het mooi om in kleine kring, op de bijbelkring, op de catechese, in allerlei andere kleine verbanden het geloof te delen. Maar wat is het tegelijk toch kostbaar om ook als gehele gemeente, met al die verschillende mensen van allerlei leeftijden en achtergronden, bij elkaar te zijn rond Woord en sacrament. Ik hoop dat dit niet alleen iets is van het verleden, maar ook van de toekomst.

G.J. Codée, Zwolle

G.J. Cod�e
G.J. Cod�e