Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

A.A.A. Prosman
Door: A.A.A. Prosman
14-05-2021

Dietrich Bonhoeffer Schepping en val. Wat Genesis 1-3 ons te zeggen heeft. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 192 blz.; € 19,99.Dit neemt niet weg dat Bonhoeffer de goed heid van de schepping indringend onder woorden brengt. ‘De mens is afkomstig uit een stuk aarde. Zijn verbondenheid met de aarde hoort bij zijn wezen.’ (78) Op dezelfde pagina schrijft hij treffend dat de aarde waaruit de mens genomen is niet de vervloekte aarde is, maar de gezegende akker. ‘Het lichaam van de mens is niet zijn kerker, zijn omhulsel, zijn buitenkant, maar zijn lichaam – dat is hij zelf.’ (78) Dat zijn woorden die, in onze tijd waarin het lichaam aan de ene kant verafgood wordt en aan de andere kant nauwelijks beschermwaardig is (abortus), gehoord moeten worden.

Van Schepping en val van Dietrich Bonhoeffer verscheen een Nederlandse vertaling. Prof. Gerard den Hertog verzorgde de vertaling en de inleiding. Daarnaast bevat dit boek een korter geschrift van Bonhoeffer: Verzoeking, vertaald door Leo Lagendijk. In deze recensie beperk ik me tot Schepping en val, een diepzinnige uitleg van de eerste drie hoofdstukken van Genesis.

Een bespreking van een boek dat zijn waarde al lang bewezen heeft, valt anders uit dan van een studie die nieuw op de markt verschijnt. Zo is het ook met Schepping en val. De vraag is veel meer hoe we na zoveel jaren dit werk lezen, hoe het in de huidige discussie landt. We zijn zo gefocust op de discussie rond schepping of evolutie, op vragen rond milieu en klimaat dat de vraagstelling van Bonhoeffer bijna als exotisch overkomt. De vraag is namelijk wat schepping is. Een kernzin uit het boek is: ‘Vanuit Zijn (Christus’) opstanding weten wij van de schepping’ (47). Dit is het hart van Bonhoeffers scheppingsleer. Maar is dit niet meteen een heel kwetsbare kant van zijn scheppingsleer: worden schepping en verlossing niet te nauw op elkaar betrokken? Bonhoeffer antwoordt ons: als Christus niet was opgestaan, dan zou de Schepper dood zijn (47). Dat is waar. En toch schuurt het antwoord van Bonhoeffer. De schepping als zodanig is voor hem kennelijk niet het overtuigende bewijs dat God de Levende is. Hier zien we dat Bonhoeffer afstand genomen heeft van de scheppingsopenbaring. Zoals Bonhoeffer het ziet, loopt de kennis van de Schepper via Christus en dat betekent: via het geloof. Mijns inziens komt zodoende de christelijke leer over de schepping op een smalspoor terecht: via de versmalling van het geloof in Christus ontdekken we pas wat schepping is. Dat heeft een groot nadeel. Wie de kennis van de Schepper omleidt via Christus, geeft mensen een geldig excuus in handen om niet in God te geloven.

Bonhoeffer schrijft niet over evolutie. De naam Darwin ben ik één keer tegengekomen. Toch gaat het hem nadrukkelijk over het begin. Hoe is alles ontstaan? Dat is voor hem een wezenlijk punt. Hij wijst erop dat het woord begin niet past in ons concept van tijd: ‘Het begin’ is geen tijdsbepaling (44). Al op de eerste bladzijde van zijn boek – na de inleiding door prof. Den Hertog – schrijft hij: ‘waar het begin begint, houdt ons denken op’ (39). ‘Niemand kan over het begin spreken dan alleen Hij die in het begin was.’ Dat betekent niets minder dan dat de wetenschap hier een stap terug moet doen. Zij staat buiten het begin en overschrijdt grenzen als zij meent een begin te kunnen aanwijzen. Of dat nu een oerknal is of iets anders.

Bonhoeffer neemt elk woord van Genesis 1-3 serieus. Hij probeert het ongrijpbare en raadselachtige karakter van het kwaad te peilen. In dat verband keren bij hem herhaaldelijk de woorden van Genesis 3:5 terug: sicut deus, als God zijn (105vv). De mens wil als God zijn, maar hij valt in de afgrond van de dood. Toch geeft de mens de poging om als God te zijn niet op. Dat is de tragische en bittere strijd die nog altijd gevoerd wordt. Bonhoeffer gaf zijn colleges op het moment dat Hitler de massa al voor zich gewonnen had (1932/1933). Het sicut deus was nooit zo actueel als toen.

Schepping en val is geen simpel boek. Dat is wel duidelijk. Maar juist aan diepgravende bijbeluitleg is behoefte. Als het ons te gemakkelijk gemaakt wordt, stoppen we met nadenken.

A.A.A. Prosman, Amersfoort

A.A.A. Prosman
A.A.A. Prosman