Boekbesprekingen
Cees Zweistra Verkeerd verbonden. Waarom sociale media ons eenzaam maken en hoe je dit kunt voorkomen. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 128 blz.; € 16,99.
De laatste jaren heb ik weinig boeken met zoveel plezier gelezen als Verkeerd verbonden van Cees Zweistra. Het is origineel, degelijk, actueel en het geeft enorm veel denkstof. Zweistra is jurist, filosoof en docent rechtsfilosofie aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Zijn boek is een vereenvoudigde uitwerking van zijn filosofische proefschrift (2019). Het gaat over de vraag wat sociale media met ons mens-zijn en onze relaties doen. Achter deze vraag steekt de waarneming dat sociale media, paradoxaal genoeg, niet alleen tot relaties maar ook tot eenzaamheid leiden. Of tot het tegendeel van eenzaamheid: verlorenheid. Hoe sociaal zijn die media eigenlijk?
Waar vanuit andere wetenschappen hierover al het nodige geschreven is, zoals de psychiatrie (Dirk de Wachter) en de psychologie (Paul Verhaeghe), maakt Zweistra een filosofische oefening. Een van zijn uitgangspunten is de filosofische antropologie van de Frans-Joodse denker Levinas. Een mens ontwikkelt zijn identiteit in een samenspel tussen het zelf en de ander. Wij hebben de ander nodig om onszelf te onderscheiden en ons met hem te identificeren. Eenzaamheid ontstaat waar er geen ander voor ons is die ons bevestigt, ons spiegelt, ons kritiseert, ons troost. Verlorenheid ontstaat waar wij geen zelf hebben maar geleefd worden. In beide gevallen is er een verstoorde balans. In die balans speelt fysieke aanwezigheid een niet onbelangrijke rol. Van aangezicht tot aangezicht spreek je anders met elkaar dan via een whatsapp-gesprek. Niet alleen communiceer je dan ook nonverbaal en kies je zorgvuldiger je woorden en je houding, maar ook stel je jezelf kwetsbaarder op.
Sociale media bemiddelen op een technische wijze deze omgang met de ander. Daar is op zichzelf niets op tegen. Maar het feit dat in een digitaal tijdperk de eenzaamheid hand over hand toeneemt, laat zien dat sociale media de ontwikkeling van het menszijn ernstig kunnen schaden. Hetzelfde geldt voor de toenemende inzet van robots in een relationele setting. Nu we door corona grotendeels beperkt worden tot een digitale samenleving, moeten we wereldbreed beamen dat sociale media prachtige middelen zijn maar de echte ontmoeting niet kunnen vervangen.
Zweistra heeft gelukkig de eerste ervaringen met de coronacrisis in zijn boek kunnen verwerken. Bovendien toont hij aan dat grote bedrijven als Bol.com, Facebook, Amazon en Google ons in onze identiteit steeds meer in disbalans brengen door geen gezond tegenover te zijn: óf we worden door de gebruikte algoritmes alleen maar in ons eigen zelf bevestigd, met een narcistische identiteit als uiterste gevolg, óf we worden meegezogen in wat ‘men’ normaal en gewenst vindt, met wanhoop als gevolg wanneer je géén hippe of happy foto op Facebook kunt plaatsen. Wat is het herkenbaar als Zweistra beschrijft hoe sociale media leiden tot radicalisering, complotdenken én hoe menige forumdiscussie eindigt in een vergelijking met Hitler en het nazisme. De uitgever kondigt voor deze zomer trouwens een volgend boek van Zweistra aan over de relatie tussen online sociale media en complottheorieën. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt!
Zweistra opent geen kruistocht tegen sociale media, en dat lijkt me wijs. Zijn boek is vooral een pleidooi voor levenskunst: de moed om met jezelf alleen te zijn en de moed om de ander te ontmoeten. Of, zoals hij het ergens schrijft: de moed om de confrontatie met jezelf en met de ander aan te gaan. Aan praktische tips voor het gebruik van sociale media hebben we niet genoeg, al zijn die in dit boek ruim voorhanden. Het boek dwingt tot bezinning met diepgang over wat het betekent om mens te zijn. Hier en daar worden verbindingen met de theologie zichtbaar. Een schepsel wordt niet alleen mens door de ander maar ook door de Ander. Voor Gods aangezicht en in relatie met Hem worden wij pas echt mens (Van Ruler). Ook ga je weer diep nadenken over de betekenis van de kerk als gemeenschap, broodnodig voor individuele identiteit. Op de stapel nog te lezen boeken op mijn bureau ligt Johannis ZIzioulas’ Gemeenschap en andersheid. Het lijkt over dezelfde polariteiten te gaan als in Verkeerd verbonden, maar dan als theologische doordenking vanuit de Griekse kerkvaders in plaats van Levinas. Hebben wij deze fundamentele doordenking, ook vanuit de filosofie, niet hard nodig in ons tijdsgewricht? Op het terrein van de antropologie vinden momenteel enorme omslagen plaats. Ik denk aan alle vragen rond identiteit, gender, seksualiteit, maar ook aan begrippen als diversiteit en inclusiviteit. Deze begrippen zijn (mede door de sociale media!) mantra’s geworden die veelal kritiekloos worden overgenomen en meer schade gaan opleveren dan we vermoeden. Ik hoop dat de auteur het gedachtegoed dat de basis van dit boek vormt, in de toekomst kan uitwerken met het oog op dit soort actuele en brandende kwesties. Laten pedagogen en andere geesteswetenschappers aanhaken.
Dat het boek me vooral om dit fundamentele denken aansprak, verhul ik niet. Wat de auteur over sociale media schrijft, is inzichtgevend en staaft zijn denken. Het helpt op persoonlijk niveau na te denken over de rol van de sociale media die je zelf gebruikt. Het spoort aan tot het zoeken van stilte, tot bezinning en meditatie. Het geeft geen antwoord op de vraag hoe de ontwrichtende effecten van sociale media maatschappijbreed kunnen worden aangepakt. Dat antwoord ligt bij de politiek, bij de tech-giganten, en dus toch ook weer bij ons allemaal.