Bouwen aan een thuis
Oikodomeo. Een Grieks woord dat ik las op de gevel van een huis. Een huis waar ik welkom ben en waar het gezellig is. Een plek waar ik me thuis voel en tot rust kan komen.
Navraag bij de gastvrije bewoners leerde me die betekenis. Oikodomeo, bouwen aan een thuis. Ze vonden de naam in een boek over het huwelijk. Mooi vind ik dat.
Het geeft me opnieuw te denken over óns huis. Hoe is het met het fundament van ons thuis? In hoeverre is ons huis een thuis? Een thuis voor mijn man en kinderen en ook voor mijzelf? Een oase voor mijn geliefde gezin en alle anderen die bij ons binnenkomen? En, zoals ik ergens las, ‘een plek waar het onmogelijk is om niet aan God te denken’? Wat valt er te verbeteren? Zitten er geen scheuren of rot in het fundament van geloof, hoop en liefde? Waar zitten mijn blinde vlekken?
‘Wijze vrouwen bouwen hun huis op, maar één die zeer dwaas is, breekt het met haar handen af.’ Deze woorden uit Spreuken 14 komen op me af. Dagen me uit. Ik wil verder bouwen en onderhoud plegen als dat nodig is.
Wat is voor mijn man en onze kinderen belangrijk om zich echt thuis te voelen? En voor mijzelf? Liefde, aandacht, vergevingsgezindheid, rust, orde, toewijding, vrijheid, gezelligheid, licht, jezelf kunnen zijn, gastvrijheid. En ook lekker eten, uitgebreid tafelen.
Bouwen gaat niet vanzelf. Het begint bij de architect (ook al een Grieks woord, hij ontwerpt niet alleen maar begeleidt gelukkig ook). Hij weet van mijn verlangens, dromen. Van mijn talenten maar ook van mijn gebrek aan inzicht. Bouwen kost tijd, zweet, doorzettingsvermogen. Het vraagt van mij dat ik doelbewust en ijverig aan de slag ga. Ik zal fouten maken en opnieuw moeten beginnen. Maar het geeft ook voldoening en dankbaarheid als het wordt zoals ik bedoelde. Als ons huis nóg meer een thuis wordt.
Gewoonweg zorgen dat ik uitgerust ben, een kritische blik in de agenda, de boekenkast opruimen en opnieuw indelen, een verrassend lekkere maaltijd, een gezinsavond wijden aan de regels die gelden in ons huis. Oikodomeo.
Nelleke Donk