Soms kun je jaloers zijn op mensen die heel duidelijk de leiding van God hebben ervaren in hun leven. We willen allemaal graag weten hoe we God het beste kunnen dienen.
In de Bijbel zien we hoe mensen als Abraham, Mozes en Paulus door God worden geroepen voor een bepaalde taak in dienst van het Koninkrijk.
Twee roepingen
Vaak denken we bij ‘roeping’ vooral aan predikanten en zendingswerkers, maar dat lijkt me niet terecht. Ik las ergens dat de puriteinse predikant Cotton Mather het onderscheid maakte tussen een ‘algemene roeping’ om Christus te dienen en een ‘persoonlijke roeping’, waarin duidelijk wordt welke taak jij hebt om het goede voor je naaste te zoeken. Die twee roepingen horen bij elkaar, zoals een roeiboot alleen goed vooruitkomt als je met twee roeispanen roeit.
Hiermee zegt Mather volgens mij dat we het dienen van God én onze dienst in de wereld niet uit elkaar moeten halen. Het helpt niet om te zeggen dat een predikant méér waarde heeft in het Koninkrijk dan een timmerman. Voor ons allemaal is de vraag: hoe kunnen wij God en onze naaste dienen met de gaven die God ons heeft gegeven? In de christelijke gemeente worden we voor die taak toegerust.
Binnen- en buitenland
Het helpt óók niet om het zendingswerk in Nederland en in het buitenland tegenover elkaar te zetten. Het gaat om de ene zending van God waarbij we ingeschakeld worden. En als we het dan hebben over broeders en zusters die vrijgesteld worden om hierin voltijds werkzaam te zijn, dan hebben we dringend meer predikanten en kerkelijk werkers nodig in Nederland én meer werkers in het buitenland om daar samen met kerken in Albanië of Colombia gestalte te geven aan Gods zending.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 6 oktober 2022. Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!