Waar bent u naar op zoek?

Broeders en zusters afstaan

Jaap Haasnoot
Door: Jaap Haasnoot
06-10-2022

Soms kun je jaloers zijn op mensen die heel duidelijk de leiding van God hebben ervaren in hun leven. We willen allemaal graag weten hoe we God het beste kunnen dienen.

In de Bijbel zien we hoe mensen als Abraham, Mozes en Paulus door God worden geroepen voor een bepaalde taak in dienst van het Koninkrijk.

Twee roepingen

Vaak denken we bij ‘roeping’ vooral aan predikanten en zendingswerkers, maar dat lijkt me niet terecht. Ik las ergens dat de puriteinse predikant Cotton Mather het onderscheid maakte tussen een ‘algemene roeping’ om Christus te dienen en een ‘persoonlijke roeping’, waarin duidelijk wordt welke taak jij hebt om het goede voor je naaste te zoeken. Die twee roepingen horen bij elkaar, zoals een roeiboot alleen goed vooruitkomt als je met twee roeispanen roeit. Hiermee zegt Mather volgens mij dat we het dienen van God én onze dienst in de wereld niet uit elkaar moeten halen. Het helpt niet om te zeggen dat een predikant méér waarde heeft in het Koninkrijk dan een timmerman. Voor ons allemaal is de vraag: hoe kunnen wij God en onze naaste dienen met de gaven die God ons heeft gegeven? In de christelijke gemeente worden we voor die taak toegerust.

Binnen- en buitenland

Het helpt óók niet om het zendingswerk in Nederland en in het buitenland tegenover elkaar te zetten.

Het gaat om de ene zending van God waarbij we ingeschakeld worden. En als we het dan hebben over broeders en zusters die vrijgesteld worden om hierin voltijds werkzaam te zijn, dan hebben we dringend meer predikanten en kerkelijk werkers nodig in Nederland én meer werkers in het buitenland om daar samen met kerken in Albanië of Colombia gestalte te geven aan Gods zending.

Samen geroepen

Het past bij onze huidige cultuur om ‘roeping’ te zien als iets heel persoonlijks. De roepingsverhalen in de Bijbel geven daar ook aanleiding toe: Paulus hoort persoonlijk van God dat hij naar de ‘heidenen’ moet gaan. Tegelijk is er in de Bijbel steeds weer het gemeenschappelijke aspect. Dat zien we nogal eens over het hoofd. Ja, roepingen in de Bijbel waren persoonlijk, maar ze stonden in dienst van de gemeenschap en werden door anderen als zodanig herkend. Als GZB zien we in de praktijk dat het ‘model’ van Handelingen 13:2,3 (de gemeente die onder Gods leiding mensen selecteert en uitzendt) niet vaak wordt gevolgd. Meestal is het zo dat mensen naar de GZB toekomen met het verlangen om God elders in deze wereld te dienen. Daar is niets mis mee, maar ik wil kerkenraden graag uitdagen om juist ook de weg van Handelingen 13 te bewandelen. Welke gemeenteleden hebben we op het oog om af te staan voor het werk in Gods Koninkrijk?

Dat begint bij vasten en bidden én bij het besef dat het een voorrecht is een aantal broeders en zusters ‘af te staan’ voor werk buiten de eigen gemeente.

Jaap Haasnoot
Jaap Haasnoot