Waar bent u naar op zoek?

blog

Catechese mag geen zwerfkei in het leven van jongere zijn

CATECHESE.NU

22-09-2015

Wanneer slaakt de catecheet een zucht? In september (omdat hij opziet tegen twintig winteravonden) óf eind maart (van opluchting)? In de gemeenten kunnen we er veel aan doen dat beide níet gebeuren. We mogen de catechese blijven zien als een prachtige taak, een roeping vol van Gods beloften, waar we vanaf vandaag wekelijks naar uitzien.

Vanzelf gaat er niets goed, ook in de kerk niet, zeker niet wat de catechese betreft. En wie insteekt bij de neergang van de catechese op veel plaatsen, kan beslist gelijk hebben, maar wint er het hart van een jongere niet mee. Zo gaan we daarom niet beginnen, en zo gaan we evenmin eindigen. Laten we ons liever verwarmen aan de toewijding waarmee de voorganger uit Heiligerlee en véle anderen zich wekelijks inzetten voor het kerkelijke onderwijs aan de jongeren van de gemeenten. Of er nu vier catechisanten zijn of meer dan honderd.

Kerntaak

‘Prediking en pastoraat’, ze worden veelal in één adem genoemd, misschien ook wel vanwege de alliteratie. Maar met evenveel recht noemen we ‘prediking en catechese’ als de eerste twee kerntaken van de dominee, daarna gevolgd door het pastoraat. Er is heel veel voor te zeggen. In ordinantie 9 van de kerkorde (lid 5) staat: ‘De catechese wordt gegeven onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad, in de regel door de predikant.’ Graag onderstreep ik de laatste zes woorden.

We hebben jaren achter de rug waarin vanwege de toename van het (crisis)pastoraat en de behoefte aan pedagogisch-didactische deskundigheid andere gemeenteleden bij de catechese ingeschakeld werden – en het kan veel goeds gebracht hebben –, vandaag pleit ik ervoor de predikant ten aanzien van de catechese-uren niet te veel te ontzien. De herder is ook leraar, en aan wat vandaag de dag zwaar weegt, mogen we prioriteiten geven. Hoe waardevol is het wekelijkse contact tussen de dominee en de tiener.

Sleutel

Nu hoeft niet elke dominee of catecheet even begaafd te zijn in de overdracht van de stof. Wat we van élke predikant (en catecheet) wel mogen vragen, is oprechte interesse in het leven van elke catechisant. Die sleutel naar het hart blijkt in het praktijk nogal eens gebroken. De lakmoesproef zou kunnen zijn of er ruimte is voor een spontaan nagesprekje, of er een luisterhouding is naar een jongere die aarzelend antwoordt, of er zoveel veiligheid gevoeld wordt dat niet-vwo’ers ook durven meedoen.

In elk geval is duidelijk dat jongeren niet wachten op de vlotte, populaire leraar, wel op geïnteresseerde ouderen. Níemand hoeft dus met spanning naar de catechese toe te leven, als belangstelling voor de ander – die iedereen kan opbrengen – de sleutel is. Naast de ernst vanwege de dingen die in de catechese op het spel staan, mag het tijdens dit uur ook gewoon gezellig zijn.

Leren

Een ander vooroordeel dat over jongeren en catechisaties kan blijven bestaan, is dat ze niet willen leren. Zelf heb ik meer jongeren ontmoet die teleurgesteld waren omdat ‘je er toch niets leert’ dan dat het omgekeerde het geval is. Belangrijker nog dan onze verwachtingen of die van de jeugd is de bekende opdracht van de Heere uit Spreuken 22: Leer de jongeren de eerste beginselen, oefen hen in het leren onderhouden van de geboden van God. De Bijbel is er vol van dat onze jonge jaren in alle opzichten de beste tijd zijn om de Heere te vrezen.

Ik blader in een meditatief boekje over het al jong dienen van God en lees dat de satan de jeugd wil vangen in de strikken van ideologieën als het marxisme, het kapitalisme of in de strikken van oosterse religies. Over de invloed van het marxisme zullen niet veel ouders meer wakker liggen. Echter, je ontdekt dat de boze, de overste van deze wereld, steeds een andere jas aantrekt om jongeren weg te trekken van de dienst aan God. Vandaag door de claim die games, mobieltjes op hen leggen, waardoor ze de rust missen voor de concentratie op de Bijbel? Vandaag door hun aandacht voor zoveel in de wereld op te eisen, waardoor de eeuwigheid uit beeld raakt?

Gesprek

Het zou waardevol zijn als we in de gemeente ‘leren’ als iets positiefs, iets moois gaan zien, waar we ons samen voor inzetten. De Heere Jezus heeft ooit gezegd: ‘Leert van Mij…’ Als Hij wil ons leren, hebben we te doen met op het (eeuwige) leven gerichte kennis, op het leren wandelen in de geboden van God. Jezus zoekt de mensen op om te leren, en geeft de twaalven speciaal onderwijs, discipelonderwijs, om later anderen te leren. Dat onderwijs is vaak dialogisch, veelal in gesprek met anderen. Het gesprek is dus een belangrijk leermiddel.

Jezus’ onderwijs is pastoraal, gericht op de schare met wie Hij bewogen is, en is vooral praktisch. Denk aan de Bergrede. Het gaan erom wat de leerlingen van Jezus doen, in een geheiligd leven. Johannes vat dat samen met ‘in Hem blijven’. (Joh.8)

In de catechese gaat het er daarom om dat jongeren volgeling van Christus worden, dat ze Zijn gezag aanvaarden. Dat is ook van belang, het gezagselement in het leren; het is niet vrijblijvend, maar dwingt tot een keus, tot belijden. Die leerling wordt op een zeker moment immers ook gezondene, terwijl hij levenslang leerling blijft.

Huisgodsdienst

Het spreekt vanzelf dat dit hoge doel voor de catecheet moeilijk te realiseren is als hij in een uurtje moet compenseren wat de ouders laten versloffen. Waar geen respect is voor de ambtsdrager en zijn inzet, waar de catechese een zwerfkei is in het leven van de jongeren omdat de huisgodsdienst niet functioneert en de christelijke school een bleke identiteit heeft, wordt het voor de catecheet moeilijk.

Om die reden is de betrokkenheid van de ouders bij de catechese meer dan gewenst. Zij kunnen stimuleren dat de kennis – huiswerk: want leren gaat niet zonder kennis – toeneemt, vanaf de eerste catechesegroep. Wie dan niet begint, zal de jongeren op latere leeftijd moeilijker aan het leren krijgen. Heel het leven gaat mee wat op jonge leeftijd geleerd is: een bijbeltekst, een catechismusvraag, namen van belangrijke profeten en koningen in de Bijbel enzovoort.

Leerlijn

Vanwege het belang van een consistente leerlijn is de vraag reëel of een ‘erkende’ catechesemethode niet de voorkeur verdient boven de eigen lessen van de plaatselijke predikant. Op z’n minst zou hierover in de kerkenraad of de catechesecommissie nagedacht mogen worden. Tegenover de extra inzet van de predikant die zijn eigen lessen schrijft, staat dat de dominee ook té solistisch te werk kan gaan.

***

Het is de Heilige Geest die als dé Leermeester de kernnoties van het christelijk geloof in het hart indragen wil: Wie is God? Wie ben ikzelf? Wat is het Koninkrijk van God? En waarom moet elk mens weet hebben van verzoening en vernieuwing? Die Geest is ‘op alle vlees uitgestort’, die Geest is mijn kind bij de doop toegezegd.

We verwachten daarom veel van een nieuw catecheseseizoen, en zetten ons in. Op hoop van Gods zegen.

P.J. Vergunst