Waar bent u naar op zoek?

blog

Christenpolitici brengen hoop ter sprake

08-03-2017

Waar gaat om het als Nederland over zes dagen 150 leden voor de Tweede Kamer kiest? Om de betaalbaarheid van de zorg, om de visie op Europa, om de invloed van populistische partijen óf toch ook om gehoorzaamheid aan de leefregels die God ons schonk?

Op het bordes van het oude stadhuis aan de Groenmarkt in Den Haag werd op 12 december 1917 – ook in dit opzicht beleven we een herdenkingsjaar – het algemeen kiesrecht voor mannen uitgeroepen. Tot die tijd moest je voldoende belastbaar inkomen hebben om met het rode potlood de volksvertegenwoordiger van voorkeur aan te mogen kruisen. Twee jaar later kregen vrouwen actief kiesrecht. In 1965 ging het actief kiesrecht van 24 naar 21 jaar; vanaf 1971 mochten ook achttienjarigen al meestemmen. 

Onvrede over de democratie

Honderd jaar na 1917 is de onvrede over de democratie toegenomen. Zo is de PVV voorstander van een bindende volksraadpleging en opteert de nieuwkomer GeenPeil er zelfs voor dat leden van de partij bepalen wat de Kamerleden moeten gaan stemmen. Het CDA pleitte er in 2014 voor dat 75 Kamerleden via een districtenstelsel verkozen zouden worden. ‘Het politieke systeem loopt vast’, zei CDA-leider Buma toen.

Zes weken geleden stelde het kabinet daarom een staatscommissie in die gaat onderzoeken of er veranderingen nodig zijn in het Nederlandse parlementaire stelsel en de parlementaire democratie. De achtergrond hiervan is dat de burger meer betrokken wil zijn bij beleid en politiek. Ook hebben internet en sociale media invloed op parlement en democratie.

Ontzuiling

Het politieke landschap laat in 2017 zien dat de verzuiling – voortkomend uit strijd tussen de liberale overheid en de confessionele burgers – voorbij is. De inrichting van de staat en de vormgeving van het beleid worden steeds minder gestoeld op een gezamenlijke levensovertuiging. Tegen deze achtergrond is het waardevol dat diverse politieke leiders zich de voorbije maanden in een boek uitspraken over wat hen qua levensovertuiging drijft. Immers, politiek mag niet geassocieerd worden met het verspreiden van welvaart en reële zorgen van mensen verdienen geen economische antwoorden. Over populisten hebben we het dan niet eens.

Bij Alexander Pechtold (zijn boek heet Optimist in de politiek) lees ik dat ‘het beklemmende van de verzuiling’ ingeruild is voor een grote mate van individuele vrijheid. De D66-leider tekent daarbij aan dat in het progressief liberalisme het individu een grote verantwoordelijkheid voor de samenleving draagt. In zijn boek Tegen het cynisme. Voor een nieuwe moraal in de politiek betoogt CDA-leider Sybrand Buma dat de democratie er is om vrede, moraal en rechtvaardigheid te behouden. Terecht wijst hij erop dat Europa na de Tweede Wereldoorlog begonnen is als een vredesproject.

Hoop

Hoop voor een verdeeld land, dat boek schreef Gert-Jan Segers. Hoop heeft hij als de ene mens de andere in de ogen kijkt, als inwoners van een verdeeld land elkaar gaan vertrouwen. Het is een insteek die past bij de leider van de ChristenUnie. De afgelopen jaren toonde hij hart voor mensen die zonder hoop leven, slachtoffers van mensenhandel, prostituees. Een kind van God leeft met de hoop op het eeuwige leven, op een vernieuwde wereld. Tegelijk is het de hoop die vandaag inspireert tot het doen van het goede.

Dat SGP-leider Kees van der Staaij aan Segers het meest verwant is, blijkt ook uit de titel van zijn boek, Goede gesprekken over geloof, hoop en liefde. Het delen van levenswijsheid en van belangrijke waarden zijn ook bij hem de sleutel tot communicatie. Op verzoek van een seculiere uitgever zoekt hij in eigentijdse woorden impliciet en expliciet de blijvende betekenis van de Tien Geboden naar voren te brengen. ‘Vrees God, houd Zijn geboden’, zo benoemde de auteur zelf het hart van het boek.

Front

Het is mooi om te zien – én het verdient onze waardering en steun – hoe de huidige leiders van christelijke politieke partijen in een seculiere samenleving de hoop vanwege het Evangelie ter sprake brengen en hun beleidsvoorstellen hierop stoelen. Verkiezingen voor de Tweede Kamer brengen goed in beeld dat politici die aan het front staan – ook in gemeenteraden en Europa – de voorbede van de christelijke gemeente nodig hebben. Onder geen enkele macht laten zij zich brengen, macht van het liberalisme, van de zelfbeschikking of van de bonuscultuur, macht van het amusement of de media.

De verzuiling voorbij – de boeken van Segers en Van der Staaij laten het zien. Op positieve en authentieke wijze brengen zij hún verhaal in een cultureel klimaat in. Maar, of het nu linksom of rechtsom gaat, altijd weer is er het front tussen ongeloof en Evangelie. In 1986 schokte de socialistische oud-premier Den Uyl met zijn uitspraken op Pasen dat ‘na de Jodenvervolging het geloof in een almachtige God lariekoek is’. Nu zegt lijsttrekker Jan Roos van de partij VNL (Voor Nederland) dat ‘religie een hobby is: dat doe je thuis of in je gebedshuis en daar houdt het dan op’. Komen beide citaten niet voort uit de bron van het ongeloof? Religie als hobby, het brengt Jan Roos ertoe om tegen de vrijheid van onderwijs te zijn. ‘Als je graag je kinderen bewezen nonsens wilt leren, moet je met elkaar geld verzamelen om zo’n school te creëren.’ Ook op het congres van de SP werd in december een motie in deze zin aangenomen.

Scheiding kerk en staat

Juist waar filmpjes van Jan Roos en anderen mensen bereiken die geen kwaliteitskrant lezen, is de invloed van zijn versimpelde boodschap groot. Ja, versimpeld, alsof de scheiding van kerk en staat de totale afwezigheid van godsdienst in het openbare leven betekenen zou. Vanuit de overheid ging het bij de scheiding van kerk en staat in 1796 juist om het respecteren van alle levensovertuigingen in het publieke domein. Het is tekenend voor het denken van opinieleiders als Jan Roos in een na-christelijke tijd dat ze voorbijgaan aan de gemeenschap stichtende betekenis van godsdienst, aan het morele houvast dat velen erin vinden.

***

Het is de taak van een christenpoliticus, zo luidt een bekende uitspraak van prof. J. Severijn (tot 1966 voorzitter van de Gereformeerde Bond) een relatie te leggen tussen de absolute norm van de geboden van God en het relatieve criterium van de zedelijke draagkracht van een volk. Voortdurend moeten de geboden van God verbonden worden met maatschappelijke vraagstukken, om het goede voor vandaag te zoeken. Daar is wijsheid voor nodig. In die zin is het te hopen dat er volgende week geen stem verloren gaat aan een onnodige rimpeling die de nieuwe politieke getuigenispartij ‘Jezus leeft’ teweegbrengt.

Verwarde maatschappij

Laten we bij het uitbrengen van onze stem de woorden overwegen van oud-parlementariër ds. H.G. Abma: ‘Echte christelijke politiek wil Christus present maken in het midden van een verwarde maatschappij.’ Hij is de ‘Koning der ere’ (Psalm 24), Wiens Naam Zijn schepping belijden mag. Als Hij tegenwoordig gesteld wordt, heeft dit ook een priesterlijk aspect, betekent dit een appèl tot bewogenheid met en daadwerkelijke inzet voor onze naasten, voor vluchtelingen en ouderen, voor zieken en de meest kwetsbaren. Tot slot betekent Christus centraal stellen ook strijden tegen volkszonden, tegen alcoholisme of prostitutiebezoek, tegen vereenzaming en zelfverrijking.

Verdraagzaam

Zo is een christenpoliticus dienstbaar aan de samenleving, dient hij of zij door de liefde. Want Christus was in ons midden als Eén die dient. Bij Hem ging ‘een sterke overtuiging’, namelijk volkomen gehoorzaamheid aan al de geboden van Zijn hemelse Vader, gepaard met verdraagzaamheid, met geduld. Juist wie vast staat in Zijn overtuiging, is als politicus tot de bijbelse verdraagzaamheid in staat en zal ondertussen tekenen oprichten van het Koninkrijk dat komt. Als Zijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, dan zouden Zijn volgelingen gestreden hebben. ‘Maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier’, zegt de Heere Jezus tot Pilatus, dienaar van de overheid. En daarom verdragen we in de eeuwen durende strijd tussen het rijk van God en van Christus en het rijk van de satan. En dienen we in liefde, zonder aanzien, zonder te streven naar macht.

Zo kijken we naar de arbeid in de cultuur, ook naar de politiek, ook naar de verkiezing van 150 leden van de Tweede Kamer.

P.J. Vergunst