Waar bent u naar op zoek?

blog

Protestantse Kerk neemt eind 2016 afscheid van de gemeenteadviseur

Continue inkrimping

17-05-2016

De snel veranderde plaats van de kerk in de samenleving raakt de dienstverlening van de Protestantse Kerk. Het betekent ontslag voor de gemeenteadviseurs aan het einde van 2016. ‘Ik voel me een beetje als minister Dijsselbloem.'

Wie als gemeentelid trouw meeleeft met de hervormde gemeente van Huizen of Papendrecht, zal ongetwijfeld merken dat de ontkerkelijking concreet zichtbaar wordt. En toch, de verkenning van de toekomst die het vorige maand besproken en vastgestelde beleidsplan 2017-2020 voor de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk schetst, kan nog ver van je afstaan. Zomaar een zin uit de tekening van de toekomst: ‘Naar verwachting heeft de Protestantse Kerk in 2025 een stuk minder leden dan nu en zal ze bovendien diverser zijn. Naast beproefde vormen van gemeente-zijn zullen er nieuwe vormen (zijn) ontstaan, zoals pioniersplekken, huisgemeenten en leefgemeenschappen. Ook zien we nu al een groeiende belangstelling voor monastieke praktijken. Daarbij heeft in 2025 niet elke kerkvorm een eigen predikant.’

Waar de diversiteit groter wordt – in de kerk noemen we dit ‘ongelijktijdigheid’ –, wordt ook de opgave groter om elkaar vast te houden.

Beleidskeuzen

In 2015 was het ledenverlies voor de Protestantse Kerk 3,1 procent. Omdat een groot deel van het werk vanuit de dienstenorganisatie gefinancierd wordt uit het quotum (de verplichte bijdragen van de gemeenten aan de landelijke kerk), is na jaren van neergang de tijd voor scherpere keuzen gekomen. Welke beleidskeuzen heeft de kerk zoal gemaakt?

– De kerk wil ambtsdragers en vrijwilligers toerusten en gaat dat doen door een digitale leeromgeving aan te bieden. Toerusting en educatie van predikanten blijven speerpunt.

– Waar de predikantenpool nu alleen bestaat uit proponenten, zal deze ook voor ervaren predikanten opengesteld worden.

– Er zal een pool van emeritus predikanten gevormd worden die beschikbaar willen blijven voor werk in de kerk en/of coaching.

Kennisplein

– Gemeenten zullen in adviestrajecten niet langer begeleid worden. De dienstenorganisatie gaat gebruik maken van de kennis die in de gemeenten aanwezig is en van kennis van samenwerkingspartners als IZB, HGJB en GZB.

– Er komt een kennisplein dat voor gemeenten en ambtsdragers relevante informatie bijeenbrengt.

– Pioniersplekken krijgen langer dan de huidige periode van drie jaar ondersteuning.

– Waar afscheid genomen wordt van de gemeenteadviseurs, verwacht de kerk dat externe aanbieders de adviespraktijk steeds meer overnemen.

Ondertussen zal de kerk zich moeten voorbereiden op ‘continue verdere inkrimping’.

Plaatselijke gemeente

Een bezuinigingsoperatie als deze brengt ook dingen aan het licht die waar zijn, waarvan we altijd al overtuigd waren. Neem de uitspraak van bestuursvoorzitter mw. G. Prins van de dienstenorganisatie: ‘De kern van de kerk ligt in de plaatselijke gemeente. Daar zullen we ons nóg meer op richten.’ Zij gaf aan dat als de kerk de tering niet naar de nering zet, er in 2017 een tekort van drie miljoen euro zal zijn.

De dienstenorganisatie kiest er daarom voor meer sámen met de gemeenten dan voor de gemeenten te doen. ‘We moeten met elkaar netwerken en van elkaars talenten gebruik maken,’ aldus mw. Prins. Ze noemde het besluit om de functies van de gemeenteadviseurs te schrappen ‘pijnlijk maar onontkoombaar’. Omdat de medewerkers van de kerk al langere tijd in onzekerheid leven, wordt ingezet op het beëindigen van hun werk per 1 januari 2017.

Solidariteitskas

Diaken A.M. Stolk uit Middelharnis merkte op dat niet verondersteld mag worden dat in de gemeenten het zicht op de kerk als geheel aanwezig is. ‘Overschatten we de gemeenten niet te veel?’

Directeur H.J. Feenstra sprak van ‘een pittige dag. Ik voel me een beetje als minister Dijsselbloem; we willen de belastingen niet verhogen en tegelijk moeten we bezuinigen om de begroting sluitend te krijgen.’ Ook keek hij terug: ‘Tien jaar geleden kwam ik met het voorstel om de provinciale dienstencentra te sluiten en de ‘gemeenteadviseur nieuwe stijl’ in te voeren. Ook toen was er verzet. We zien dat de gemeenteadviseur van vitaal belang is en tegelijk hebben we geen andere keuze.’ Feenstra wees erop dat kleine, vitale gemeenten voor ingehuurde dienstverlening een beroep op de solidariteitskas kunnen doen.

Solidair

De scriba van de kerk, dr. A.J. Plaisier, draaide de medaille om en zag de andere kant. ‘Na de bezuinigingen in de dienstverlening hebben we nog altijd 200 fte in dienst, dat is een weelde.’ Hij stelde de vraag hoe we als kerk met verlies omgaan: ‘Laten we solidair met elkaar zijn, laten we het kader van de kerk beschikbaar stellen voor alle gemeenten. Dat is een appèl aan alle predikanten.’

De synode aanvaardde het beleidsplan van de kerk, nadat er een door ds. R.J. van Elderen ingediende motie aangenomen was. De predikant uit Eemdijk pleitte ervoor ‘grote vermogens van de kerk die liggen te verstoffen’ te gaan gebruiken, bij voorbeeld door een jaarlijkse heffing. De kerk besloot hiernaar onderzoek te gaan doen.

***

Een bijzonder moment op de aprilsynode was de verwelkoming van 23 nieuwe proponenten en kerkelijk werkers, dertien vrouwen en tien mannen, die elk in een paar zinnen hun roeping en verlangen verwoordden. Ds. Plaisier had dit idee uit Amerika meegebracht. Prop. J.C.J. Post uit Wierden – de synode voerde die middag juist het gesprek over de mobiliteit van predikanten – gaf daarbij aan dat de aanwezigheid van een gehandicapt kind in een gezin van invloed op de mobiliteit is, waarmee hij de discussie een gezicht gaf.

Andere kerken

Unaniem stemde deze synode in met het aangaan van een nauwere samenwerking met de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland. De kerken stellen voor elkaars leden te aanvaarden en met inachtneming van ieders kerkorde elkaars kansels open te stellen. Het was twee dagen na de jaarlijkse conferentie van het Contactorgaan gereformeerde gezindte. Zal het doel van het COGG meer en meer bereikt gaan worden?

P.J. Vergunst