Crises zonder God
Psalm 119, ik lees hierin zowel over het doen van gerechtigheid als over de ervaring van onderdrukking. Het drijft de dichter tot het gebed: ‘Leer mij Uw verordeningen.’ Veel wat in 2022 gebeurde, zien we in deze woorden weerspiegeld.
Van ontzetting over de oorlog in een Oost- Europees land tot een vorm van gewenning, hoe erg dit laatste ook is. Dat gebeurde er sinds Rusland na een periode van opbouw van de troepen op 24 februari Oekraïne binnenviel. Gesprek van de dag, dat was het optreden van Poetin in het voorjaar zeker, omdat een onvoorspelbare wereldmacht een grootschalige oorlog begint, omdat Oekraïne relatief dicht bij ons land ligt. Met de omschrijving van nieuws heeft dit natuurlijk te maken, waarbij niet alleen de ernst van een feit meespeelt, maar ook de impact op de ontvanger van de berichten.
Het maakte dat onze Rijksoverheid vaak deze vragen ontving: ‘Zijn er in Nederland openbare schuilkelders? Hoe kan ik mezelf beschermen bij een kernramp?’ Niemand had voorzien dat decennia na het einde van de Koude Oorlog dreiging niet ver weg is, ons op welvaart en een zekere luxe gebouwde leven zomaar omvallen kan. Het maakte dat we dieper zien gingen dat de apostel Johannes niet somber maar realistisch is, als hij schrijft: ‘Wij weten (…) dat de hele wereld in het boze ligt.’ De praktijk is dat: ‘in het boze’, waarbij de Kanttekeningen bij de Statenvertaling opmerken: ‘in de zonde en onder het geweld van de duivel’.
Ons geweten
Tegelijk, ook oorlog went, als het jou niet direct meer aangaat. Daarom blijven de beelden uit Oekraïne zo nodig, aangrijpende foto’s van soldaten in loopgraven die tonen hoe God het leven níet bedoeld heeft, foto’s van kapotgeschoten wijken en van kwetsbare levens in de sneeuw en de kou. Journalisten raken aan ons geweten, zeker als ze als christen het leven in het licht van het Koninkrijk duiden.
De naam ‘Oekraïne’ roept inmiddels een wereld van leed naar boven. Aangrijpend dat dit evenzeer geldt als Afghanistan genoemd wordt of Nigeria, Jemen of Syrië, of Ethiopië als een Afrikaans land dat door conflicten verscheurd wordt en dat met andere regio’s enorm lijdt onder de klimaatverandering.
Beangstigend is tevens dat een wereldleider als de Chinees Xi Jinping bepaalde dat religieuze boeken als de Bijbel alleen getolereerd worden als ze dienen tot meerdere glorie van hemzelf.
Internationale veiligheid
Internationale onderzoeken uit 2022 hebben ons geleerd dat de mensheid een nieuw tijdperk vol risico’s ‘binnen gestruikeld’ is. Het instituut voor vredesonderzoek, in Stockholm gevestigd, verwoordde dat crises rond veiligheid en klimaat elkaar versterken. Het gevecht in Oekraïne maakte dat de internationale veiligheid sterk afgenomen is. Grote hitte en weinig regen betekenen slechte oogsten en hoge prijzen, en de volgende schakels aan deze ketting heten honger en armoede. Wie deze beangstigende spiraal tot zich door laat dringen, kán niet (als ooit een rijke man in de gelijkenis van Jezus, aan wiens poort de bedelaar Lazarus zat) voort blijven leven in de bubbel van eigen comfort en schijnzekerheid. Bekering raakt heel ons leven.
Welke reflex zagen we in 2022 echter in de wereld, bij degenen die leidinggeven? Niet initiatieven tot meer onderlinge samenwerking, maar tot… bewapening. In geen jaar als het huidige is er zoveel in de wapenindustrie geïnvesteerd. Hoe voelt het als China, Rusland en Iran in het rijtje staan van landen die hierin vooropgaan? Ik las ergens dat in de wapenindustrie dit jaar 2000 miljard euro omging.
Koningin Elizabeth
Waarin onderscheiden deze en andere studies naar veiligheid zich van Psalm 119 (ik beperk me even tot de verzen 121-128)? Dat in de nood van het leven, dat in de immens complexe verhoudingen wereldwijd, onze Schepper áfwezig is. Het maakt als eerste dat ik hier de Britse koningin Elizabeth noem, op 8 september overleden. Vijf weken voor haar sterven liet ze de anglicaanse bisschoppen weten dat onze tijd grote behoefte heeft aan de liefde van God, in woord en daad. ‘Gedurende mijn leven zijn de boodschap en het onderwijs van Christus mijn gids geweest en daarin vind ik hoop. Het is mijn oprechte gebed dat u gesteund zult blijven worden door uw geloof in tijden van beproeving en bemoedigd door hoop in tijden van wanhoop.’ Indrukwekkend, zonder meer, woorden om aan het einde van het jaar te delen. Het zijn niet de wapens die jouw positie versterken, maar het is wat Spreuken 20 zegt: ‘Goedertierenheid en trouw beschermen een koning, en door goedertierenheid versterkt hij zijn troon.’
Behalve naar de Britse Queen luisteren we naar Psalm 119, waar de dichter ten einde raad gekomen is, als menselijk inzicht niet meer voldoet: ‘Het is tijd voor de Heere om te handelen, want zij hebben Uw wet verbroken.’ Hier vinden we het beroep op God, de Almachtige, hier vinden we rust in Zijn regering en bescherming.
Profeten en psalmen
Profeten en psalmisten onder Israël doen, te midden van de dreiging van de machten, ondertussen een voortdurende oproep om God te eren. In het gebed om Zijn geboden te leren en te onderhouden is dit de roeping van de kerk vandaag. Zó eren we Hem, elke week zeven dagen. ‘Uw wet heb ik lief, meer dan goud, dan zuiver goud.’ Met Psalm 50 zingen we het zo:
Offer God lof, bied Hem uw dankbaarheid,
voldoe aan uw geloften, Hem gewijd.
Dan zult u, als het onheil u omringt,
wanneer de angst u in de engte dringt,
Mij roepen en Ik zal het al doen keren.
Ik geef u ruimte en u zult Mij eren.
In de verkondiging van Hem ligt houvast, ruimte, toekomst én ook waarschuwing, omdat de nodiging tot Zijn heil nooit vrijblijvend is. De profeet Jeremia zegt in hoofdstuk 13: ‘Geef eer aan de Heere, uw God, voordat Hij het duister maakt, en voordat in de schemering uw voeten zich stoten aan de bergen.’ Dat betekent, ook aan het einde van een jaar, voor Hem schuld belijden en breken met alles wat we meer dan Hem eer bewijzen.
Ziekten en zonden
Hem eren we vandaag in de erkenning dat Zijn hand de coronapandemie gestopt heeft – al lijden velen nog altijd minder óf meer aan de gevolgen ervan. ‘Ik zal ziekte uit uw midden doen wijken.’ (Ex.23:25) Dat is Zijn hand. Hem eren we in de erkenning dat Zijn gemeente op zondag samenkomen kan. Zoals ooit Israël genezing vond in het zien op de koperen slang, zo mag vandaag de Zoon des mensen verhoogd worden als Degene die onze ziekten gedragen heeft, Die onze zonden verzoent. In vergelijking met Hem is Xi Jinping een stofje op de weegschaal, en het geldt zelfs voor koningin Elizabeth, al volgden 4 miljard mensen haar uitvaart.
Waar wordt de Heiland meer verhoogd dan in de verkondiging van het Evangelie, als Hij op de lofzang van de gemeente troont? Die verkondiging had in 2022 ook onder ons plaats en we danken de Heere voor ambtsdragers als Zijn geschenk aan de gemeente. We brengen op deze plaats in herinnering de dienaars van het Woord die dit jaar afgelost werden van hun aardse post. In dankbaarheid memoreren we hun dienst:
– ds. E.J. Bos, overleden op 3 maart (77 jaar);
– dr. G. Schaap, overleden op 4 mei (73 jaar);
– ds. A. van Herk, overleden op 15 juni (78 jaar);
– ds. P. Kolijn, overleden op 24 juni (92 jaar);
– ds. G.J. van Beusekom, overleden op 28 september (73 jaar);
– ds. G. Biesbroek, overleden op 1 november (95 jaar);
– ds. B.M. Meijndert, overleden op 26 november (92 jaar).
We denken hierbij ook aan dr. ir. J. van der Graaf, op 14 oktober op 85-jarige leeftijd overleden. Betrokken bij het werk van de Gereformeerde Bond was hij tientallen jaren, uit liefde tot de kerk en haar belijdenis. Ook voor hem bleef aan de avond van het leven, van zorg en strijden moe, het verlangen over Hem een hoger, reiner loflied toe te brengen.
Buiten kerk en moskee
De laatste dagen van het jaar brengen ons tot verootmoediging, tot inkeer – wat overigens niet hetzelfde is als somberheid. We buigen ons hoofd als 2022 aantoonde dat ‘ontkerkelijking in Nederland niet te stuiten lijkt’, als het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau ‘Buiten kerk en moskee’ dit voorjaar verwoordde dat atheïsten en agnosten een duidelijke meerderheid vormen onder onze bevolking. Nederland als koploper in de ranking van godloosheid. Het christendom kan over zijn betekenis in de maatschappij vooral spreken in termen van het verleden. Op de spanning die dit geeft met orthodoxe gelovigen (christen en moslim), gaan we nu niet in. Ondertussen is het een aangrijpende werkelijkheid dat de mensen in mijn straat, in ons land, in hun eigen leven naar betekenis moeten zoeken, naar vastheid en toekomst.
Gods kinderen echter vinden hun perspectief niet in heden of verleden, niet in aantallen van de vijand of invloed van de kerk, maar in de hoop. Zoals het Joodse volk de Messias verwacht en ondanks eeuwenlang lijden naar de toekomst leeft, wegen ze het actuele lijden af tegen de komende heerlijkheid. ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?’