Dagboek van een ondernemer
Dirk Vijfvinkel heeft een eigen zaak; hij werkt als ondernemer in de kledingbranche. Wat is zijn ervaring om dat anno 2014 als christen te doen?
Vrijdag
Vandaag ben ik om 9 uur op de zaak. Ik moet wat dingen regelen voor een advertentie die in de maak is. Om kleding goed weer te kunnen geven, heb ik een nieuwe fotostudio gekocht. Dat vraagt in deze fase aandacht.
Om 11 uur heb ik een afspraak met een kennis uit onze kerkelijke gemeente. Ik zou samen met haar naar een advocaat gaan om regelingen rond haar echtscheiding te treffen. Zij is op mijn pad gekomen, toen ik eens op straat liep en bad: ‘Heere, hier ben ik als U mij kunt gebruiken.’ Meteen daarom ging mijn telefoon. Inmiddels trekken mijn vrouw en ik al vier jaar met dit gezin op. De scheiding was onvermijdelijk. Nu is er een ouderschapsplan nodig. Met de advocaat hebben we een heel inhoudelijk gesprek, dat zo’n drie uur duurt en ontspannen verloopt.
We praten over allerlei dingen. Zo komt langs dat in Nederland veel kanker voorkomt. Dat heeft er wellicht mee te maken dat ons eetpatroon niet ‘bijbels’ is maar door geld wordt gedreven. Zo’n vijf supermarkten in Nederland maken uit wat wij op ons bord krijgen. Bepalend is de winst, niet wat goed voor ons is. Hetzelfde kun je van de landbouw zeggen. Er wordt bijvoorbeeld weinig gerst meer geteeld, terwijl bekend is dat het eten van gerst de kans op darmkanker aanmerkelijk verkleint. Het is een goed gesprek waarin we elkaar vinden.
Aan het eind van de middag heb ik een afspraak met een vertegenwoordiger. We spreken 5 minuten over zijn handel, daarna gaat het lang over het geloof. Dat is mooi.In het zakelijk contact komt dat vaker voor. Zo kwam het gesprek met niet-gelovige leverancier eens op het christelijk geloof. Ik gaf hem na afloop het boek Overvloed, rijkdom & geld van den Amerikanen Hill en Pitts mee. ‘Dat moet je eens lezen’, zei ik. Een jaar lang hoorde ik niets. Tot hij me ineens opbelde: ‘Weet je nog dat je me dat boek gegeven hebt? Ik ben daardoor tot het geloof gekomen.’ Daar word je stil van. Ik kan niemand tot het geloof brengen, maar ik mocht wel een middel zijn.
Ik ben een tijd overspannen geweest. Dat heeft tot mijn bekering geleid en mij ook als ondernemer veranderd. Voordien leefde ik met twee oogkleppen; ik moest zo veel mogelijk geld verdienen en zo groot mogelijk worden. Groter, groter, groter was het enige waarvoor ik bezig was. Achteraf denk je: Wat een armoede. Dat spoor loopt uiteindelijk dood, je loopt de duisternis in.