Waar bent u naar op zoek?

Dankzij een alerte ouderling

ds. J. Noltes
Door: ds. J. Noltes
18-03-2021

Een paar dagen later bezoek ik meneer K. opnieuw. Zijn vrouw en een schoondochter zijn bij hem. Zijn toestand is kritiek. Hij is te zwak om nog te praten maar wel helder van geest.

Nadat ik een Schriftgedeelte heb gelezen, vraag ik of we samen zullen bidden. Meteen vouwt hij zijn handen. In ons gebed dragen we hem aan de Heere op en bidden of Hij hem in genade wil aanzien om Christus’ wil en of meneer K. mag heengaan in vrede. Groot is onze ontroering als we na het ‘amen’ zien dat hij onder het gebed de laatste adem heeft uitgeblazen. Wat mij daarbij persoonlijk erg raakt: hij is heengegaan met gevouwen handen!

Zaad strooien

Als ik afscheid neem, gebeurt iets wat ik nooit had kunnen denken: mevrouw K. nodigt mij persoonlijk uit om bij de uitvaart van haar man aanwezig te zijn en daar wat te zeggen. De aula is stampvol. De medewerkers van de overledene hebben vrijaf gekregen om het afscheid van hun directeur bij te wonen; merendeels mensen die geen enkele band (meer) met de kerk hebben. Ik lees opnieuw Psalm 130 en verbind die met Johannes 3:16. Zo probeer ik de kernboodschap van de Bijbel zo eenvoudig mogelijk te vertolken. Wat een geweldige kans om het zaad van het Evangelie uit te strooien. Ik kan alleen maar bidden dat de Heilige Geest het vrucht wil laten dragen.

Opmerkzaamheid

Boven deze pastorale herinnering zette ik ‘Dankzij een alerte ouderling’. Echter niet om de betreffende man eens even in het zonnetje te zetten (hij zou dat zelf niet willen: ‘De Heere heeft mij willen gebruiken’), maar omdat hij in dit hele verhaal wel van cruciale betekenis was. Als hij mij die tip niet had gegeven, zou ik zijn buurman niet hebben bezocht, met als gevolg dat er ook niet de gelegenheid zou zijn geweest om enkele honderden mensen de boodschap van het heil te brengen. Vandaar dus de titel.

Tegelijk heb ik er ook een bedoeling mee: dat we ons als gemeente, maar ook als gemeentelid afvragen hoe het met saamhorigheid, meeleven en opmerkzaamheid onder ons gesteld is. Hebben wij oog voor de ander? Zien we hem of haar echt ‘staan’? Leven we met hem mee? Gaat zijn welzijn ons ter harte? Jezus was bewogen met het welzijn van alle mensen. In alle opzichten. De Evangeliën zijn er getuigen van.

Ogen goed de kost geven

De Bijbel houdt ons telkens weer voor dat we als mensen verantwoordelijk zijn voor elkaar en naar elkaar moeten omzien. Voorbeelden te over! Ik noem er twee uit Galaten 6: ‘Draag elkaars lasten en vervul zo de wet van Christus’ (vs.2) en ‘Laten wij dus (…) goed doen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.’ (vs.10) De roeping van elke christen is dus om een ‘alerte ouderling’ te zijn.

Wat dat in de praktijk betekent? Dat we onze ogen goed de kost geven en als we iets signaleren wat aandacht vraagt, ons allereerst afvragen of we er zelf iets aan kunnen doen. Gaat dat niet, dan zijn er de ambtsdragers.

Daarom drie concrete voorbeelden: 1. als we vermoeden dat er ergens armoede is: doorgeven aan een diaken. 2. Als een gezin met de kerkgang dreigt te verslappen: licht de wijkouderling in. 3. Als er ernstige ziekte of moeilijkheden zijn in een gezin of familie: informeer de predikant. (Dit alles natuurlijk in vertrouwen en onder geheimhouding.) Hoe zegenrijk één tip al kan zijn, zien we hierboven. Ook wat wij doen, kan cruciaal zijn.

De wet van Christus is en blijft: elkaars lasten dragen en goed doen aan allen (‘allen’, dus ook buitenstaanders). Die wet te vervullen vraagt moed, wijsheid, liefde en bovenal gebed: ‘O, hoogste Majesteit! Gun door ’t geloof in Christus krachten, om die te doen uit dankbaarheid.’ (Tien geboden des Heeren:9)

ds. J. Noltes
ds. J. Noltes