Waar bent u naar op zoek?

column

De arena en de kick

09-01-2012

Voor het eerst sinds de Oudheid staat de atleet weer bovenaan.

De afgelopen decennia heeft zich een ontwikkeling voorgedaan die opvallend veel lijkt op cultuur in de nadagen van de klassieke cultuur van de Oudheid. Er lijkt zich een donkere renaissance van die cultuur voor te doen. Een element hiervan is een jaarlijks terugkerend thema in het weekblad <i>Elsevier<p>. Dit blad geeft ieder jaar een overzicht van ‘Wie verdient wat?’. Steevast nestelt zich de laatste decennia één ‘beroepsgroep’ in de top van het lijstje: de voetballer.

Wat te denken van het salaris van Arjan Robben? 30.000 euro. Per dag, wel te verstaan. <i>Elsevier<p> berekende vorig jaar dat deze jongeman bijna 11 miljoen euro op jaarbasis verdient. Om tegen een balletje te schoppen in een stadion. Het lijkt me duidelijk dat hier alle verhouding zoek is.

Het is heel lang geleden dat dit ook zo was. Voor het eerst sinds de Klassieke Oudheid is er weer een tijd waarin de atleet centraal staat in de waardering. Ook de moderne Olympische Spelen en de WK’S en EK’s voetballen zijn symptomen van dit verschijnsel. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk spreekt in dit verband over de ‘bestialiteiten van het amuseerfascisme’. Hij ziet directe lijnen tussen het fascisme en de beestachtige lol die mensen kennelijk tegenwoordig nodig hebben.

Niet meer het literaire of christelijke aspect van de Oudheid staan centraal, maar de arena, het theatrale, het circus. En we hebben de kick nodig. Dat gaat niet buiten christelijke kringen om. De kick van de bioscoop, de kick van het zoveelste feestje, de kick van het grensverleggend kerkenwerk. We hebben steeds meer moeite met diepgang, stilte en reflectie.

Niet meedoen wordt als conservatief en achterlijk weggezet. Hebben we nog de moed om deze oppervlakkigheid en platte lol scherp te markeren? Want het wordt allemaal wel steeds normaler gevonden. En dat is het gevaarlijkste aspect ervan: gewenning. Van ds. H.G. Abma las ik ooit een mooi stijlbloempje over een betere renaissance, over de ware progressiviteit: ‘Wederkeer tot de oorsprong van onze natie, tot de Heere en Zijn dienst, is de ware progressiviteit. Want wanneer wij wederkeren, haasten wij ons naar de Toekomst.’

R. Toes