Waar bent u naar op zoek?

De bekeringsijver van Europa

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
16-03-2023

Missionair Europa. Zo zouden we de bekeringsijver kunnen noemen die de seculiere EU gaandeweg ontplooit. De EU wil niet alleen geld verdienen, maar ook ethische denkbeelden verkopen. In dat opzicht is er in de loop der eeuwen niet zoveel veranderd. Volgens nogal wat critici was vooral het zeventiende-eeuwse Nederland goed in het koppelen van handel en geloof. De koopman en de dominee trokken er gebroederlijk op uit. Dat is het beeld – of de karikatuur? – dat velen van Nederland hebben. De ondernemende Nederlanders wilden graag geld verdienen, maar intussen deden ze ook hun best om mensen te bekeren.

In een artikel in Trouw uit 1996 schreef de toenmalige theologiehoogleraar en ethicus Gerrit Manenschijn: ‘Wie een goede handelsrelatie met andere volkeren wil onderhouden, kan zich geen openlijke kritiek op de zeden van die volkeren veroorloven. (…) Mensenrechten zijn mooi, maar houd ze even voor je als er orders kunnen worden geboekt. Als het erop aankomt, wint de koopman het altijd van de dominee.’ Dat is waar, maar wel met de kanttekening dat we de missionaire ijver van het verlichte Europa anno 2023 niet moeten onderschatten. Want als het zwakke economieën betreft – en niet China bijvoorbeeld –, dan is het niet zo moeilijk om je eigen ethische agenda erdoor te drukken.

Nederlands Dagblad (1)

Het Nederlands Dagblad, maar ook andere media, berichtten hier onlangs over (zie ook p.21). Uit de krant van 28 januari neem ik twee gedeelten over. Allereerst een redactioneel commentaar.

Vroeger dachten we dat het oké was mensen als handelswaar in een schip te stouwen. En dat de aarde een onuitputtelijke voorraadkast is. Met de tijd en door inzet van dappere activisten en oppositieleiders veranderden dit soort stellige overtuigingen. Maar het is naïef te denken dat wij tegenwoordig altijd aan de goede kant van de geschiedenis staan.

Onderzoek van deze krant laat zien dat Europa een handelsverdrag met zuidelijke landen probeert te gebruiken om aan die landen waarden op te leggen die voortvloeien uit het westerse seculier-liberale individualisme. Simpeler gezegd: zij moeten net zo gaan denken als wij. Hete hangijzers zijn het recht op abortus en de zogenaamde genderleer.

Westerse politici die het handelsverdrag in elkaar hebben gedraaid, betuigen spijt voor het koloniale verleden, staan op de bres voor gelijkwaardige diplomatie en applaudisseren voor de eerste afrocentrische basisschool die net is geopend op het Afrikaanse continent. Maar ondertussen willen zij Afrikaanse leiders ertoe bewegen westerse ideeën door te voeren. Daarbij gebruiken ze de nog altijd scheve machtsverhoudingen tussen het rijke Westen en het armere Zuiden. Afrikaanse leiders noemen het een nieuwe vorm van kolonisatie. De kolonisatie van het denken.

Op de afrocentrische basisschool is het uniform verdwenen, krijgen de leerlingen les in Swahili en worden zij trots aangesproken met hun Afrikaanse naam. Weg met het koloniale verleden. Maar ondertussen moeten zij volgens ‘Europa’ wel op vijfjarige leeftijd leren dat hun biologische geslacht niet hetzelfde is als hun gender en hier met hun ouders over praten. De kwestie is niet of het een goed idee is om kinderen dit al jong te leren, maar of de waarde van gelijkheid geen gewicht meer in de schaal legt als het gaat om het verspreiden van westers gedachtegoed.

De hoop is gevestigd op de volgende generatie, op kinderen die leren over Afrikaanse verzetshelden en denkers. Zoals Kimpa Vita, die in 1706 samen met haar baby op de brandstapel van missionarissen eindigde omdat ze geloofde dat Jezus zwart was en niet wit. Zij is in Congo een symbool van trots en verzet, terwijl zij in de Europese geschiedenisboeken werd weggezet als ‘barbaars’. Deze verhalen inspireren om op te staan, vrij te denken en een eigen pad te kiezen. En zoals Nelson Mandela wist: ‘Onderwijs is het krachtigste wapen dat je kunt gebruiken om de wereld te veranderen’. Laten we daarom reflecteren op de vraag: wie is eigenlijk de rechtmatige eigenaar van dit wapen?

Nederlands Dagblad (2)

In een artikel met de kop ‘Hoe Europa zich de woede van Afrikaanse leiders op de hals haalt: ‘Dit is koloniaal gedrag’’ lezen we meer over het koloniale gedrag van Europa.

Landen uit Afrika moeten massaal hun wet- en regelgeving over abortus en lhbti-rechten aanpassen als zij een nieuwe handelsdeal met de Europese Unie willen. Ook moet op scholen seksuele voorlichting gegeven worden naar westers model. Afrikaanse leiders zijn not amused. ‘Jullie houden geen rekening met onze religies, tradities en cultuur.’

‘De EU ziet ons niet als gelijkwaardige partners in de onderhandeling’, zegt een geagiteerde Samuel Acuti. Namens het parlement van Oeganda was hij een van de sprekers op een vergadering in november waar vertegenwoordigers van de Europese Unie en landen

uit Afrika, het Caribisch gebied en de Pacific (samen OACPS-landen genoemd) spraken over een nieuw handelsverdrag. Het verdrag dat op tafel ligt, is nog niet door alle betrokkenen getekend. Acuti kan nog steeds niet geloven hoe de ‘Post-Cotonou agreement’, zoals het verdrag heet, tot stand is gekomen. ‘Het is alsof de EU sinaasappelsap uit een mangoboom wil persen’, zegt hij in een online meeting met deze krant. ‘Er is totaal geen rekening gehouden met ons geloof, onze tradities en onze cultuur. Wij worden geacht bepalingen over homoseksualiteit, gender en seksualiteit te onderschrijven die mijlenver van onze leefwereld af staan.’

Sterker nog, Acuti had tot aan dit verdrag niet eens gehoord van bijvoorbeeld transgenderisme. ‘Ik moest het googelen. Daarna schrok ik me een ongeluk, vooral omdat hierover bepalingen verstopt lijken te zitten in het document.’

Parlementslid Acuti informeerde zijn president over het verdrag, en is er zeker van dat Oeganda de deal in deze vorm niet zal tekenen. In Oeganda is homoseksualiteit bij wet verboden.

Dat het normen-en-waardenpakket van de Europese Unie op tactische wijze in de ‘Post-Cotonou agreement’ verwerkt is, is geen toeval. ‘In het verdrag worden genderidentiteit of seksuele oriëntatie niet specifiek genoemd. Er staat alleen dat we tegen discriminatie op alle gronden zijn’, zei de Tsjechische vertegenwoordiger van de Europese Unie Tomáš Uličný afgelopen november tijdens de vergadering in Mozambique, waar ook Acuti aanwezig was.

Hij krijgt direct repliek van het Oegandese parlementslid. ‘Nee, die woorden staan inderdaad niet letterlijk in de tekst, maar in plaats daarvan verwijzen jullie in die overeenkomst naar verdragen waar het wél in staat. Er staat dat wij die verdragen moeten onderschrijven.’ Acuti heeft het hier bijvoorbeeld over de ‘International technical guidance on sexuality’ van de aan de VN gelieerde organisatie Unesco. Daarin staat zeer gedetailleerd hoe seksuele voorlichting gegeven moet worden aan kinderen en jongeren. (…) Voor kinderen van 5 tot 8 jaar is er bijvoorbeeld een les waarin zij moeten leren wat het verschil is tussen hun biologische geslacht en hun gender. Vervolgens krijgen zij de opdracht samen met ouders of onderwijzers te reflecteren op hun eigen geslacht, en hoe zij zich daarbij voelen.

In de Post-Cotonou-overeenkomst staat dat deelnemers deze seksuele richtlijnen moeten onderschrijven. Acuti verduidelijkt later aan deze krant waarom hem dat zo steekt. Bij de totstandkoming van bijvoorbeeld die Unesco-richtlijn over seksualiteit zijn volgens hem géén Afrikanen betrokken geweest. (…)

Toch is het verdrag er nog niet doorheen. De deal staat pas als alle EU-lidstaten en twee derde van de OACPS-landen hun handtekening gezet hebben. Op dit moment is dat nog niet het geval. Aan Europese zijde ligt Hongarije dwars; hoeveel van de OACPSlanden (77 staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) overtuigd zijn, is niet te achterhalen. De hoop leeft bij de Europese Unie dat het verdrag in juni 2023 wel door genoeg partijen is ondertekend.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman