Waar bent u naar op zoek?

De betekenis van Westminster

R.W. de Koeijer en W. Verboom
Door: R.W. de Koeijer en W. Verboom
01-09-2022

Het is mooi dat dr. W. Verboom in zijn vier artikelen (‘Het catechisatieboekje van ds. Hellenbroek en geloofsonzekerheid’; 21 juli, 4, 18 en 25 augustus) de geloofszekerheid wil stimuleren. Daarbij stelt hij de betekenis van het verbond en van Christus centraal. Ik wil van hem aannemen dat de Westminster Korte Catechismus (Shorter Catechism) Abraham Hellenbroeks Voorbeeld der goddelijke waarheden heeft beïnvloed. De boodschap van zijn artikelen is dat er een zekerheidsprobleem ontstond doordat de leer van Gods verkiezing vooraan werd geplaatst in de catechese.

Tegelijk wil ik Verbooms historische schets graag aanvullen, want anders dreigt volgens mij het gevaar van eenzijdigheid. Het gaat om de betekenis van Westminster. Na de artikelen kan de gedachte blijven haken: Westminster laat zien dat het na Calvijn misging. De zekerheid van het geloof werd bedreigd, omdat Gods verkiezing in het middelpunt kwam te staan en daardoor de vraag opkwam hoe je kunt weten uitverkoren te zijn. In antwoord daarop kregen Gods beloften en Christus niet meer de nadruk, maar geloofskenmerken als geloof en bekering. Zo ontstond een ‘zekerheidsproblematiek’. Engeland zou deze problematiek naar Nederland hebben gebracht, waardoor uiteindelijk een situatie kon ontstaan zoals we die nu in een deel van de gereformeerde gezindte tegenkomen. Het is de historische lijn die prof. dr. C. Graafland al schetste in zijn studie over de gereformeerde verkiezingsleer (1987). Onder beheersing van de verkiezing groeide calvinisme uit tot hypercalvinisme. Christus staat dan niet meer centraal als de Redder van zondaars, maar van Zijn volk. Gods genade kan niet aan alle mensen zonder onderscheid worden verkondigd, terwijl je alleen via een vaste bekeringsroute erachter komt dat je bij de uitverkorenen hoort. Zo ontstaat er inderdaad een zekerheidsprobleem.

Maar vanuit Westminster kun je evengoed een andere route zien lopen. Allereerst hebben de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeker Richard A. Muller en anderen aangegeven dat Gods verkiezing in de traditie na Calvijn wel een belangrijke plaats kreeg, maar geen allesbeheersend principe was. Ze ging samen op met de even centrale plaats van Christus. Er hoefde dus geen zekerheidsprobleem te ontstaan door de verkiezingsleer. Voor en na Westminster waren er zowel in Engeland als in Schotland predikers die het heil in Christus ruim verkondigden. In de achttiende eeuw vonden er opwekkingen plaats, waarbij de leer van de predestinatie helemaal geen belemmering bleek te vormen voor een serieus aanbod van genade. In de negentiende eeuw zagen de Londense C.H. Spurgeon en andere predikers veel zegen op hun werk. Ze beleden de calvinistische predestinatieleer en brachten tegelijk de rijkdom van Christus dicht bij het hart van de hoorder. En verder fungeren de belijdenis van Westminster evenals de beide catechismi als centrale geloofsdocumenten van allerlei kerken in de Engelstalige gereformeerde wereld, die niet of nauwelijks een verkiezingsproblematiek en hypercalvinisme kennen. Je kunt dus Gods verkiezing belijden en tegelijk vrijuit het heil in Christus verkondigen. Ik zou Westminster dus niet te veel in de sfeer van geestelijke neergang willen plaatsen. De belijdenis van Gods verkiezing kán tot een verkiezingsproblematiek en tot geloofsonzekerheid leiden, zoals dr. Verboom stelt. Maar dat hoeft dus niet. Ze kan goed samengaan met een onbevangen verkondiging van Christus. In dat licht kunnen ook andere bijbelse noties een plaats krijgen, zoals verschillende geloofskenmerken, het verschil tussen waar en schijngeloof en zelfonderzoek. Onder Gods zegen ontstaat er dan een gefundeerde en gezonde geloofszekerheid.


Reactie

Ik heb niet beweerd dat er in kerken die de Westminster Confessie belijden, geen vrije evangelieverkondiging zou plaats vinden. Ik zou niet durven.

Mijn punt is:

1. Het catechisatieboekje van Hellenbroek heeft de leerroute van The Shorter Catechism overgenomen.

2. Dit is een breuk met de persoonlijke geloofsinzet en de christocentrische opbouw van de Heidelbergse Catechismus en het Kort Begrip.

3. Het gevolg van ‘Hellenbroek’ is dat heel wat mensen vastlopen in angst dat ze niet delen in de redding door Christus, omdat ze geen tekenen van uitverkiezing in hun leven vinden.

4. Daarom: terug naar de Heidelbergse Catechismus.

R.W. de Koeijer en W. Verboom
R.W. de Koeijer en W. Verboom