De Bijbel in gewone taal
Het Nederlands Bijbelgenootschap presenteerde recent de Bijbel in Gewone Taal (BGT). Als beschermheer van het NBG nam koning Willem-Alexander het eerste exemplaar in ontvangst. Een hoogtepunt in het jaar waarin het NBG zijn tweehonderdjarig bestaan vierde
Wie zou denken dat de markt voor Bijbels in het Nederlandse taalgebied inmiddels verzadigd is, komt bedrogen uit. Een aantal weken heeft de BGT op nummer 1 gestaan in de Boeken Top 10. In dezelfde maand oktober is ook de HSV-Studiebijbel verschenen, waarvan binnenkort de tweede druk verschijnt.
Ongeveer gelijktijdig presenteerde uitgeverij De Banier een voorpublicatie van de Bijbel met uitleg. Bij dit project wordt gebruik gemaakt van de Statenvertaling in de editie van de Gereformeerde Bijbelstichting.
Het project BGT is gestart na het verschijnen van de NBV, de vertaling in hedendaags Nederlands. Deze Bijbel is geen bewerking van de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling, maar een volwaardige, eigen vertaling vanuit het Hebreeuws, Aramees en Grieks.
Qua vertaalmethode doet deze vertaling denken aan Maarten Luther. In de winter van 1521-1522 begon hij tijdens zijn gedwongen verblijf op de Wartburg aan de vertaling van het Nieuwe Testament in het Duits. Aangemoedigd door zijn vrienden heeft hij daarna ook het Oude Testament vertaald.
In de ‘Zendbrief over het vertalen’ heeft de reformator rekenschap gegeven van zijn manier van werken. Luther was veel meer bereid om toe te geven aan de eisen van de doeltaal, dan ruim een eeuw later de vertalers van de Statenvertaling: ‘Je moet niet aan de Latijnse letters vragen hoe er Duits gesproken moet worden. Je moet het de moeder thuis, de kinderen op straat, de man uit het volk op de markt vragen en scherp opletten hoe ze praten (denselbigen auff das maul sehen). Als er zo vertaald wordt, begrijpen ze het en merken ze dat je in het Duits met hen spreekt.’
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 6 februari 2015.