Waar bent u naar op zoek?

‘De dominee is stout geweest’

ds. J. Noltes
Door: ds. J. Noltes
14-01-2021

Toen ik op bezoek kwam bij mevrouw Visser, paste zij juist op een kleindochtertje, een kind van een jaar of vier. Het meisje was onder de indruk van die vreemde meneer, die haar oma dominee noemde.

Verlegen kroop ze steeds weer weg achter haar stoel, maar ondertussen nam ze alles goed in zich op. Dat hoorde ik enkele maanden later toen ik mevrouw Visser opnieuw bezocht. Ik was nog maar nauwelijks de deur uit geweest of het meisje was losgebarsten. Over mijn vreemde pak en mijn rare taal, maar één ding had haar vooral hoog gezeten: ‘De dominee is stout geweest, want hij heeft gepraat onder het bidden!’

Stil bidden

Ik denk dat er bij de lezer nu even een lachje om de mond speelt, maar ondertussen is wel duidelijk dat hardop bidden voor dat meiske iets totaal onbekends was. Bidden was voor haar: ‘handjes vouwen, oogjes dicht en dan even heel stil zijn’. En o wee als je dan toch praatte, dan was je stout! Blijkbaar had ze dat zelf maar al te vaak gehoord…

Dit verhaal is een vraag aan ons: hoe staat het met de praktijk van het bidden in ons gezin? Uit pastorale ervaring weet ik dat er in onze kring bij veel ouders schroom is om hardop voor te gaan in gebed.

Voor en na het eten klinkt het: ‘Zullen we even stil zijn?’ en ieder moet die stilte dan maar voor zichzelf invullen, totdat een kuch van vader of wat geschuifel van moeder aangeeft dat het moment van de stilte voorbij is.

Kerkje in de kerk

In het formulier voor de bevestiging en inzegening van een huwelijk wordt het christelijk gezin getypeerd als ‘een kerkje in de kerk, waar de Schrift wordt gelezen en gehoord en waar het leven wordt geheiligd door het gemeenschappelijk gebed’. Niet alleen samen bijbellezen maar ook samen bidden hoort in ons gezin een vaste plaats te hebben. Door het samen bidden wordt het leven zelfs geheiligd: we belijden erdoor dat we leven voor Gods aangezicht en in alles van Hem afhankelijk zijn.

Zonder Zijn zegen zijn we nergens. Daarom danken we Hem voor wat Hij ons als onze Schepper allemaal geeft: leven en gezondheid, eten en drinken, kleren, een thuis. Vooral echter danken we Hem voor Zijn Woord, waarin Hij Zichzelf aan ons bekendmaakt als de Heere, Die heilig en rechtvaardig is en onze zonde veroordeelt, maar Die ook barmhartig en genadig is en zelfs Zijn Zoon zond om het oordeel dat wij verdienden, in onze plaats te dragen.

Wie echter echt dankbaar is, zal dat ook willen tonen. Daarom mag de bede niet ontbreken dat we als uiting van onze dankbaarheid tot Gods eer en naar Zijn wil zullen leven, zodat wij door onze levenswandel niemand aanleiding geven om Zijn Naam naar beneden te halen (‘Ja, en dat is er nu een van de kerk.’), maar integendeel dat de Heere door ons doen en laten wordt geëerd en geprezen (‘Je kunt wel zien dat hij/zij een christen is.’). (Zie vr. en antw. 122 van de catechismus.)

Eigen woorden

Met eigen woorden bidden vinden veel mensen moeilijk. Begin dan voor het eten met het Onze Vader of een met ander bekend gebed. (Liederen in de rubriek ‘bidden en danken’ in Weerklank kunnen daarbij ook helpen). Het is echter aan te bevelen eigen woorden te kiezen. Dat geeft de mogelijkheid om wat ons op dat moment bezighoudt aan de Heere voor te leggen en voorbeden te doen; bijvoorbeeld te danken voor de verjaardag van opa of te bidden dat op school alles goed mag gaan. En verder voor de kerk en zending, voor vrede in de hele wereld en genoeg eten en een huis voor alle mensen enz.

Het is een goede zaak als het bidden afwisselend wordt gedaan door vader en moeder, maar dat de kinderen, als ze daar de leeftijd voor hebben, dit zo nu en dan ook doen. Dan worden ze er persoonlijk bij betrokken en leren ze dat bidden niet iets is wat je alléén doet en alléén voor jezelf, maar ook samen en voor anderen.

ds. J. Noltes
ds. J. Noltes