Waar bent u naar op zoek?

De dood tenietgedaan

dr. M.J. Kater
Door: dr. M.J. Kater
02-06-2022

Het is wel het ‘Vergeten Evangelie’ genoemd: de betekenis van Christus als Overwinnaar over de machten van de zonde, de dood en de duivel. Dat heerlijke aspect van Christus’ werk kan echter alleen werkelijk Evangelie zijn in het kader van de verzoening door de Hogepriester.

De mens is niet ‘slechts’ zielig en heeft daarom hulp nodig, maar zondig en heeft daarom verzoening nodig.

Bevrijding

Nu we inmiddels aan het zesde voorbeeld van de serie teksten over de rijkdom en reikwijdte van de verzoening toe zijn, is het hoog tijd het lied van de brief aan de Hebreeën te laten zingen. Hebreeën 2:14-15 spreekt niet direct over verzoening, maar juist over bevrijding. Het is één grote lofzang op de Hogepriester Jezus Die in het hemelse heiligdom dienst doet. Dat is de kern van de brief, die eigenlijk een preek is (Hebr.8:1).

Preken over verzoening is het werk van de hemelse Hogepriester tonen. Hij is in actieve dienst, juist op grond van Zijn volbrachte werk. Zo zou Zijn voorbede, Zijn pleiten bij de Vader ook een facet kunnen zijn in het kader van de veelzijdige verkondiging van de verzoening (Hebr.7:25).

Gods offensief

Nu komt dus een ander facet aan de orde, namelijk de bevrijding uit de gevangenis – zeg maar gerust dodencel – waarvan de cipier, de duivel, heer en meester lijkt te zijn. Over deze tekst preken geeft weer een geheel eigen licht over de kerstdagen. Jezus is vlees en bloed deelachtig geworden als de Mens van Psalm 8, het Koningskind dat Knecht werd, voor korte tijd minder dan de engelen. Waarom? Om de dood te proeven (Hebr.2:9). En dat met het oog op de kinderen. Het is een duizelingwekkende boodschap. De incarnatie staat in het kader van Gods offensief, aangekondigd in en begonnen vanaf de moederbelofte.

Het zingen van dit lied blijkt hét medicijn te zijn tegen alle ingezonkenheid en moedeloosheid die in deze brief ter sprake komen. Je zult de kerkgang en je Bijbel maar moe zijn… Als we het preken over verzoening niet meer als lied kennen, dan zal op een gegeven moment de stem van het Woord zwijgen en ondergaan in alle tegenstemmen.

Heerlijk moeten

De volgende aandachtspunten zijn van belang bij de overdenking van deze tekst in het licht van de verzoening als kader waarbinnen de bevrijding gevierd mag worden:

– Het heerlijke ‘moeten’ dat iedere keer weer klinkt: de Zoon moest mens van vlees en bloed worden. Dat is niet het ‘moeten’ van onze logica, maar het ‘moeten’ van Godswege. Het is het ‘moeten’ van het willen, het welbehagen van de Vader (2:10-18 staat in het raam van Gods heilsplan).

– ‘De dood gedood in de dood van Jezus’ (John Owen) is het thema van de tekst. Daaruit blijkt dat Jezus’ sterven meer is dan verzoenend sterven; het is ook de overwinning, door het graf van binnenuit open te breken en de cipier zijn sleutelmacht te ontnemen. Ten dode opgeschrevenen worden bevrijd. – Dat gebeurt wel in het kader van de dood als verzoening. Eerder kwam het reinigende werk van de Zoon (Hebr.1:3) en het heiligende werk van Jezus (Hebr.2: 10-11) ter sprake en meteen na de tekst komt de centrale titel van de Zoon, namelijk Hogepriester. Wat een kwalificaties ontvangt Hij! Zonder verzoening geen bevrijding. Christus Victor is niet ‘los’ verkrijgbaar. Er is geen halve Zaligmaker (HC, zondag 11). – Dit is het Evangelie in onze ‘doodscultuur’, waarin de dood schijnbaar omarmd wordt als vriend om hem onschadelijk te maken en tegelijkertijd er een panisch leven is van You Only Live Once. Tegen de doodsangst helpt geen praten (‘als de dood er is, ben ik er niet, en als ik er ben, is de dood er niet’). Deze Hogepriester kent de doodsvrees (Hebr.5:7). Het is niet christelijk – niet van Christus – door maar te doen alsof de dood geen ‘laatste vijand’ is, zoals Paulus hem typeert in zijn eerste brief aan Korinthe. Dat is niet in tegenspraak met ‘nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan’.


Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door hun angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren.

Hebreeën 2:14-15


Volgende week deel 7, het slot van deze serie, over Jezus Die Zijn werk als de biddende en zegenende Hogepriester vanuit de hemel voortzet.

dr. M.J. Kater
dr. M.J. Kater