Hoe moet je over de verzoening preken? Het antwoord op deze vraag lijkt eerder te vinden in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar dan in die van de rijke man en Lazarus. De theoloog O. Noordmans bracht beide gelijkenissen met elkaar in gesprek.
Bij de laatstgenoemde gelijkenis is het gevaar van ‘vergeestelijken’ aanwezig, wanneer we van de bedelaar Lazarus een tollenaar maken. Preken over verzoening betekent recht doen aan de kloof.
Het arme volk
Het ter sprake brengen van de gelijkenis van de rijke man en Lazarus als stimulerend voorbeeld om de veelzijdigheid van de prediking van de verzoening te illustreren, vindt zijn aanleiding in het bekend geworden artikel ‘Zondaar en bedelaar’ (Noordmans, november 1945). Noordmans brengt de beide gelijkenissen met elkaar in gesprek om de ernst van de kloof tussen rijk en arm aan te tonen. Het werd ds. J.T. Doornenbal ooit een keer te verstaan gegeven dat hij beter kon stoppen met zijn schrijfsels en moest gaan preken voor een arm en ellendig volk. Fijnzinnig merkt hij dan op richting de desbetreffende broeder die ‘in een knots van een Mercedes rijdt’ dat het vandaag niet zo gemakkelijk is om te ontdekken waar dat arme volk precies zit. ‘Maar mogelijk bedoelde hij ’t iets anders,’ laat hij scherpzinnig volgen. Toch laat ook dit voorbeeld wel iets zien van een verkeerd dualisme tussen Lukas 16 en Lukas 18 en in het leven van christenen.
Hier en hiernamaals
Tot nu toe heb ik in deze artikelen weinig citaten gebruikt. Dat doe ik deze keer wel. De bedoeling daarvan is dat in de preekvoorbereiding citaten een bron van meditatie en reflectie kunnen vormen. Een eigen verwerking daarvan kan in de preek gebruikt worden. Ik acht het niet wijs om preken te larderen met allerlei citaten, al kan zeker een korte kernachtige uitspraak of vraag (‘Zijt gij tevreden met Mijn Lam? Dan ben ik met u tevreden’, Kohlbrugge) nut hebben.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 26 mei 2022.