Waar bent u naar op zoek?

De Evangelische Hogeschool

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
07-07-2022

De afgelopen weken was de Evangelische Hogeschool (Amersfoort) in het nieuws. Dat heeft te maken met het afscheid van directeur drs. Els van Dijk. Zij was 22 jaar het boegbeeld van de EH. Afscheid nemen valt haar zwaar vertelt ze in een interview in RD-magazine van 25 juni: ‘Ik moet iets loslaten wat me heel dierbaar is. Het afscheid valt me best zwaar. Ik ben zó met m’n hele wezen verbonden aan dit werk. Vooral de studenten ga ik missen, en de persoonlijke gesprekken met hen over kwetsbare, tere thema’s.’ De EH is in 1977 opgericht, dus bestaat de hogeschool dit jaar 45 jaar.

Onderweg

De EH komt ook naar voren in een interview met Helma Oolbekkink. In Onderweg (magazine vanuit de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) staat een interview dat journalist Arie Kok met haar had. Zij werkt als lector aan de lerarenopleiding van Hogeschool Arnhem-Nijmegen, is voorzitter van de Vereniging voor Lerarenopleiders (Velon) en bestuurslid van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort. Bijzonderheid: zij woont in het dorp Heilig Landstichting. Niettemin ervaart ze haar woonplaats als een seculiere omgeving.

Oorspronkelijk komt Helma uit Waddinxveen. Als gezin leefden ze mee met de Gereformeerde Bondsgemeente in het dorp. ‘Ik was de oudste van vijf meiden. Toen vorig jaar mijn vader stierf, liep ik na te denken over ons gezin van vroeger. Mijn ouders hadden een eigen bedrijf, er werd hard gewerkt. We waren best een no-nonsense gezin, maar liefdevol. Bij ons thuis ging alles over tafel, wij dochters hadden het hart op de tong en zeiden wat we dachten. Mijn ouders waren daarin wat voorzichtiger. Onderling zijn we heel verschillend, maar we konden het altijd goed met elkaar vinden. Ik ben de enige die aan de universiteit ging studeren, Pedagogische Wetenschappen en later ook Engels.’

Na haar studie krijgt Helma de gelegenheid om te promoveren. Daarna start ze als universitair docent bij de docentenopleiding aan de Radboud Universiteit. Onderwijs is het grote thema in haar professionele leven: ‘In de familie van mijn vader zijn veel mensen in het onderwijs en de zorg gaan werken. Misschien is het voor mij daar wel begonnen. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in kinderen en hun ontwikkeling. Niet zozeer praktisch, in een kinderdagverblijf werken zou niks voor mij zijn.’ (…)

‘Van jongs af heb ik al dingen gedaan met kinderen, zondagsschool, kinderwerk, kinderkampen. De kinderrijke familie waaruit ik kom, kan er ook mee te maken hebben. Een van mijn zusjes lag veel in het ziekenhuis. Ik heb me als kind aan die situatie moeten aanpassen, vroeg soms geen aandacht van mijn moeder omdat mijn zusje die nodig had. Daaruit heb ik meegenomen dat het niet alleen om jou draait in het leven, maar om de mens, de ander. De ervaring dat we allemaal gelijk zijn, dat je diep respect hebt voor elk mens.’

‘Hoe ik me ontwikkelde in het geloof speelde ook in dit alles mee. Ik kan me heel bewust een moment herinneren, ik was veertien, tijdens een scholierenweekend van De Windroos. Het ging over het thema: “Jij geheel anders, jij hebt Christus leren kennen.” Ik zat in die zaal, met al die jongeren, toen de leiding vroeg: “Geloof jij dat ook, dat jij echt anders bent door Christus?” Volgens mij heb ik hardop gezegd: “Ja, dat geloof ik.” Dat ging echt heel diep. Ik heb het in de bevindelijke hoek, die het toch wel was, moeilijk gevonden dat ik dat zo jong al had. Ook dat ik kritisch was op hoe de dingen in de kerk gingen, de afstandelijkheid, dat dingen zo vaak in regels en gewoonten gegoten waren.

Ik was altijd op zoek: waar zit hier nu de ziel? Die zat er ook echt wel, maar als tiener kon ik me er moeilijk in bewegen. Ik deed belijdenis, zo trouw was ik wel aan de kerk. Die zondag wilde ik direct aan het avondmaal gaan. Mijn ouders hadden dat, voor zover ik wist, nog nooit gedaan. De zondag van de belijdenis brak aan en ik dacht: “Hoe dan ook, ik ga dit doen.” Ik stond op, liep naar de tafel en zag toen dat mijn ouders ook opstonden, dat we er samen zaten. Het licht scheen door de ramen en ik dacht: “Ze zitten hier gewoon.” Praten deden we er thuis niet veel over, maar blijkbaar hadden ze het er samen over gehad. Het was denk ik ook voor hen een keerpunt.’ ‘Waarom ik dit vertel? Ik was in die tijd ook veel aan het nadenken over de rol van vrouwen in de kerk. Ik had een gaventest gedaan, er kwam onder andere uit: herder. Hoe kan dat nu?, dacht ik, ik ben een vrouw. Hoe moet ik daar nu naar kijken? Ben ik een foutje? Het kan toch niet zo zijn dat de Here God dat zo bedoelt en dat ik daar niets mee kan?

In Nijmegen kwamen we in de NGK terecht, daar werd ik gevraagd om ouderling te worden. Toen gebeurde er iets heel geks. Ik had mijn hele leven hiernaar verlangd, nu gebeurde het en dacht ik: “Kan ik dit wel doen? Wat nu als dit toch eigenlijk niet mag?” Uiteindelijk heb ik ‘ja’ gezegd en ik ben zo dankbaar dat ik dat heb kunnen doen. Het was ontzettend fijn om in een groep met heel verschillende mensen mee leiding te kunnen geven aan de gemeente. Ik heb het vanuit mijn tenen gedaan. Toen ik bevestigd werd, zaten mijn ouders vast in de sneeuw. Ze hadden willen komen. Bij mijn afscheid waren ze er. Ik ben niet zo’n activist hoor, ik ben meer van het nuchtere. Laten we God erom bidden, laten we kijken welke talenten mensen hebben en welke wegen zich dan openen.’ (…)

Sinds een jaar of drie maakt Helma deel uit van het bestuur van de Evangelische Hogeschool. ‘Wat het belang van die school in deze tijd is? Brede vorming van christelijke jongeren. Dat je echt een moment hebt in je leven waarop je nadenkt over: “Wie ben ik, hoe wil ik mijn leven met God leven?” En de zoektocht daarin, want kant en klaar zal het voor de meeste achttienjarigen niet zijn. Daarover nadenken is veel waard gelet op het onderwijslandschap dat ik schetste. Studenten aan de EH vinden het bijna vreemd dat er persoonlijk zo veel aandacht voor hen is.’

‘Ik hoop dat in de toekomst meer en meer diverse jongeren de EH weten te vinden. Veel huidige studenten hebben op een christelijke middelbare school gezeten. Hier bestaan die scholen niet, mijn kinderen kunnen daar niet naartoe. Waar hebben zij een plek om over de grote vragen van het leven na te denken, behalve – naar ik hoop – hier aan de keukentafel? Mijn kinderen zouden het een heel vreemd idee vinden om op een christelijke school te zitten. Ik besef dat dit heel seculier klinkt, maar zo is deze omgeving. Ik bid dat ze hun weg met God vinden en dat ze medechristenen ontmoeten, bijvoorbeeld op een christelijke studentenvereniging.

Het is mooi dat de EH weer in de aandacht staat. De bekendheid van de EH is voor mijn gevoel de laatste jaren wat weggeëbd. De EH staat in de schaduw van andere christelijke hogescholen (Gouda en Ede). Toch is de taak van de EH nog onverminderd belangrijk, namelijk jongeren begeleiden op een cruciaal moment in hun leven. In de opleiding ligt het accent op persoonlijke vorming, lees ik op de website. Niet minder belangrijk lijkt mij het ontwikkelen van een visie op de samenleving. Nooit was er zoveel in beweging als op dit moment.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman