Waar bent u naar op zoek?

blog

De Geest in het Oude Testament

21-05-2012

Dat de oudtestamentische boeken zwanger zijn van Christus, heeft een serieuze bijbellezer al snel in de gaten. Kun je hetzelfde zeggen als het gaat over het uitzien naar de Geest van Pinksteren? Is het verlangen naar Hem er in de oude bedeling al?

Diverse teksten en gedeelten in het Oude Testament noemen of beloven de Heilige Geest. Wie denkt niet meteen aan de indrukwekkende hoofdstukken uit Ezechiël waarin de Geest wordt toegezegd? Individueel – de Geest zal in de harten wonen en machtige dingen doen. En collectief – het volk Israël, dat nu bestaat uit dorre doodsbeenderen, zal lévend worden. Niet minder heerlijk spreekt de profeet Joël over de Pinkstergeest. Ook dan is de kring breed en wijd: zonen en dochters, ouden en zelfs dienstknechten en dienstmaagden staan in de milde regen en delen in de volle zegen.

Deze en andere teksten lijken echter meer heldere sterren – uitschieters – te midden van teksten waarin we niet zoveel lezen over de pinksterverwachting. Of vergissen we ons?

 

Boven het water

Toch speelt de Heilige Geest in het Oude Testament wel degelijk een rol van betekenis. Al in het eerste hoofdstuk van de Schrift is Hij er, zwevend boven het water (Gen.1:2). Het is de Geest die het volk door de woestijn leidt (Jes.63:11) en onderwijst (Neh.9:20). De Geest rust op Eldad en Medad (Num.11:26) en wordt vaardig over Saul (1 Sam.10:6). Hij spreekt tot mensen (2 Sam.23:2). David bidt vurig of de Heilige Geest – na die verschrikkelijke zonde met Bathseba en de moord op Uria – niet weggenomen wordt (Ps.51:13). Richters die door God geroepen worden, zijn met Zijn Geest bezield (Richt.3:10). Dan heb ik Aholiab en Bezaleël nog niet eens genoemd. Zij werden vervuld met Gods Geest om allerlei werk met betrekking tot de bouw van de tabernakel te maken (Ex.31:1-6).

Deze korte en onvolledige opsomming zegt ons meer dan genoeg. Gods Heilige Geest is in het Oude Testament krachtig werkzaam en laat van Zich zien en horen. Het is tegelijk ook duidelijk dat zeker in het begin nog niet zo helder is hoe we ons de Heilige Geest precies moeten voorstellen. Diverse gebezigde uitdrukkingen doen eerder denken aan een kracht dan aan een goddelijke Persoon.

 

Zekere ontwikkeling

En inderdaad, er is in de Schrift een zekere ontwikkeling. Gaandeweg zien we dat de Heilige Geest meer en meer ‘persoonlijke’ trekken krijgt. Dat is vooral het geval bij de profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël. De laatste twee profeten mogen in de tijd van de ballingschap rijke perspectieven openen. Te midden van de uitzichtloosheid als gevolg van zonde en afval, spreken deze godsgezanten over een (ver)nieuw(d) verbond dat God met Zijn volk oprichten zal, waarbij de Heilige Geest een onmisbare rol zal spelen (Jer.31:15-36; Ezech.36:27-33; 37:23-27). Jesaja kondigt dit ook aan, én verbindt de nieuwe toekomst sterk aan de persoon van de Knecht des Heeren. ‘Zie Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd’ (Jes.42:1, maar ook 51:4-8; 54:5-10; 55:3-4).

We zeggen niets te veel wanneer we stellen dat op grond van deze en andere teksten de verwachting op de komende Messias gewekt is. De Komende zou de Gezálfde zijn, overgoten en vervuld met de Geest des HEEREN (Jes.61:1).

 

Nieuwe Testament

In het Oude Testament is de Geest dus nadrukkelijk aanwezig, maar (nog) incidenteel – het waren vooral de ambtsdragers onder het volk die met de Geest vervuld waren – en voor korte of langere tijd. Een zekere beperking dus. Wel wordt al geprofeteerd over tijden waarin de Geest voller en ruimer werken zal én dat de Geest in het bijzonder (eerst) rusten zal op de Knecht des HEEREN.

De Heere Jezus past de woorden uit Jesaja 61 in Nazareth regelrecht toe op Zichzelf. Hij is de aangekondigde Koning, die met de Geest des HEEREN vervuld is (Luk.4:18), zoals dat bij de Jordaan zichtbaar was geworden (Luk.3:22). Het is belangrijk om dit te zien. Immers, de Heilige Geest die op Pinksteren wordt uitgestort is díe Geest waarmee de Heere Jezus tijdens Zijn aardse bediening vervuld was.

 

Pinksterfeest

Lukas schrijft zo veelbetekenend in Handelingen dat ‘de dag van het Pinksterfeest vervuld werd’ (2:1). Het is jammer dat ons woord Pinksteren niet goed weergeeft wat het Griekse pentèkostè aanduidt, namelijk vijftigste. Je zou – omschrijvenderwijs – kunnen zeggen: toen de vijftig dagen vol waren (J. van Eck). Dan horen we de link, niet alleen met bijvoorbeeld de veertig dagen die tussen opstanding en hemelvaart zitten (Hand.1:3), maar ook het duidelijke verband tussen Pasen en Pinksteren.

Het pinksterfeest kunnen we niet losmaken van het paasfeest. Dat was in het Oude Testament al zo, toen deze feesten eerst nog nadrukkelijk met de oogst van het land verbonden waren. Nu is dat verband nog sprekender; met Goede Vrijdag en Pasen is de graankorrel in de aarde gevallen en gestorven, met Pinksteren komt de rijke vrucht daarvan openbaar. De Geest van Pinksteren is de Geest van de opgestane en ten hemel gevaren Christus. Hij beloofde immers Zijn Geest te sturen wanneer Hij van de aarde verhoogd zou zijn. Eerder kon de Heilige Geest niet komen (Joh.16:7; Hand.2:33). Díe belofte – door de Heere Jezus aan Zijn volgelingen gedaan – werd biddend ingewacht door de discipelen en de anderen in Jeruzalem (Luk.24:49).

 

Verwachting

Ik kom terug op de vraag of er in het Oude Testament sprake is van verwachting van de Heilige Geest. Leefde een godvrezende Jood ook bij die belofte? Het is zaak nu zorgvuldig te formuleren. Enerzijds spreken de profeten dus rijk en heerlijk over het werk van de Heilige Geest in de toekomst. Er staan machtige dingen te gebeuren wanneer de Geest aan het werk gaat. Echter, het verlangen en het uitzien concentreert zich eerst nog in de persoon en het werk van de Knecht des HEEREN. Hij is de Gezalfde bij uitstek. Gezalfd met vreugdeolie boven Zijn metgezellen (Ps.45:8). De Heilige Geest laat Zich niet los van Hem verwachten.

Zonder overdrijving kunnen we stellen dat het Nieuwe Testament het innige verband tussen de Zoon en de Geest tot het allerbeheersende thema maakt, waarin alle lijnen van het theologisch spreken over de Geest samenkomen, schrijft de nieuwtestamenticus L. Floor. Het wordt alleen Pinksteren dankzij het werk van Christus. De Heilige Geest is niet los verkrijgbaar. Johannes de Doper predikte het volk dat de Sterkere na hem zou dopen met de Heilige Geest en met vuur (Luk.3:16).

 

Opgeborgen

De uitstorting van de Heilige Geest is na de schepping en de vleeswording van de Heere Jezus het derde grote werk Gods, zegt dr. H. Bavinck. In die (volg)orde ook. We zouden daarom kunnen zeggen dat de verwachting van de Heilige Geest opgeborgen lag in de verwachting van komende Messias.

Petrus preekt op de pinksterdag in deze lijn. In Hem verwachten wij Zijn Geest. ‘Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn. Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort’ (Hand.2:32-33). Lees goed: uitgestórt. Miezer werd regen, een druppelende kraan ging wijd open en een stroompje werd een rivier. Vol, voller, vervuld! Overweldigend rijk is genade, die de Vader – om Christus’ wil – door de Heilige Geest wil uitdelen.

C.H. Hogendoorn

Ds. C.H. Hogendoorn is hervormd predikant te Oud-Beijerland en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.