De Geest laat Gods aanwezigheid ervaren
Pinksteren en Gods aanwezigheid hebben alles met elkaar te maken. De Heilige Geest − we mogen ook zeggen: God Zelf kwam woning maken in de gemeente en in de gelovigen. Zoals Jezus bíj Zijn leerlingen was, zo woont de Heilige Geest ín mensenharten.
We kunnen Pinksteren het begin van het einde noemen. En dan in positieve zin: het begin van Gods einddoel, de toekomst, waarin Hij de grote Aanwezige is. Volgens Paulus is de Geest, Die op die dag wordt uitgestort, immers een aanbetaling op de toekomst (zie kader). Pinksteren en Gods aanwezigheid hebben dus alles met elkaar te maken. De Heilige Geest laat de gelovigen de aanwezigheid van God niet alleen opmerken. Hij is Zelf Gods aanwezigheid.
De vraag is nu: hoe laat de Pinkstergeest de gelovige Gods aanwezigheid ervaren? Deze komt op verschillende manieren tot uiting. In het boek Handelingen komen we mensen tegen die vol zijn van Christus. De Geest brengt gelovigen tot de ontdekking van hun leven: Jezus, Die door ons gekruisigd werd, is juist in Zijn lijden en sterven en opstanding de Redder van zondaren. De Geest leert ons de hand te leggen op de rijkdom van Gods liefde in Christus. Wat ver weg is, brengt Hij dichtbij.
In Handelingen 4:33 lezen we dat de apostelen met grote kracht getuigenis aflegden van de opstanding van de Heere Jezus. Jezus, Die naar de hemel gevaren is, is dichterbij dan ooit. Dat is Pinksteren. Hij maakt Christus voor de gelovigen tot een levende Christus. De vreugde die Hij geeft is daarom een voorsmaak van wat gaat komen, het begin van het einde.
Het lijkt erop dat Christus meer aanwezig is − beter gezegd: meer als de Aanwezige wordt ervaren − op die momenten waarop Zijn leerlingen onder druk worden gezet. Hoe meer mensen de apostelen het zwijgen proberen op te leggen, des te krachtiger getuigen deze van de levende Heere.
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 22 mei 2015.