blog
De GTU komt er… niet
Het was de bedoeling dat de Nederlandse kerkelijke wereld één afkorting rijker zou worden: GTU, Gereformeerde Theologische Universiteit. Maar, na jaren van intensieve voorbereiding komt de GTU er niet.
Het is een teleurstellende uitkomst voor degenen die zich hiervoor jarenlang inzetten. Hoe ga je om met je kerkelijke naaste?
Waar gaat het om? Het was de bedoeling dat de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding in Apeldoorn samen zouden gaan werken in een nieuwe orthodox-gereformeerde instelling. In de vroege zomer van 2015 gaf de synode van de CGK aan dat er daartoe wel een inleidende tekst over het omgaan met de Heilige Schrift geschreven moet worden en noemde ze het als noodzakelijke voorwaarde dat de Gereformeerde Bond en/of het hersteld hervormd seminarie ‘met inachtneming van hun mogelijkheden een substantiële bijdrage leveren’ aan de GTU.
Gereformeerde Bond
Terwijl de hersteld hervormden vasthielden aan hun plaats aan de Vrije Universiteit, besloot de Gereformeerde Bond de christelijke gereformeerden wel van dienst te zijn. Nu is het onze doelstelling en roeping om daar present te zijn waar dienaars van het Woord voor de Protestantse Kerk opgeleid worden. Het vasthouden aan die eerste roeping neemt echter niet weg dat we er vanwege de qua omvang kwetsbare gereformeerde theologie in ons land ook voor anderen konden en wilden zijn.
Het ging de CGK namelijk om balans tussen theologie die met name gestempeld is door de school van Abraham Kuyper (neo-gereformeerd) en theologie die ook haar wortels heeft in de Reformatie en Nadere Reformatie (bevindelijk-gereformeerd). Zo kwam het dat dr. M. van Campen en ondergetekende namens de Gereformeerde Bond anderhalf jaar deel uitmaakten van de regiegroep die de komst van de GTU voorbereidde.
‘Samen verder’
Dat is geen sinecure, het samengaan van twee universiteiten voorbereiden, het inhoudelijk doordenken en schrijven van een programma voor onderwijs en voor onderzoek. Daar komt de bestuurlijke paragraaf bij, waarin zowel de eisen van de overheid als de verantwoordelijkheid van de kerken voor de eigen predikantsopleiding gehonoreerd moeten worden. Een ander ‘heet hangijzer’ was de plaats van vestiging, de keuze voor een stad waar de GTU kon bloeien zonder andere universiteiten te zeer in de wielen te rijden. Tevens was er gesprek over de financiën en over valorisatie: het delen van kennis vanuit de universiteit met gemeenteleden.
Een feit is dat na 33 langdurige vergaderingen in november 2016 het rapport ‘Samen verder, in Zijn dienst’ gereed was, 166 pagina’s dik. Niemand weet hoeveel uren er vergaderd is, hoeveel gemotiveerde vrijwilligers in werkgroepen deelnamen, hoeveel kilometers er gereden zijn, hoeveel koffie er gedronken is. Naar de mening van de regiegroep kon ‘Samen verder, in Zijn dienst’ de toets van veel kritiek doorstaan. Het is niet ongepast de vraag te stellen of dit rapport écht besproken is of dat een gebrek aan onderling kerkelijk vertrouwen het rapport geen echte kans gegeven heeft.
Zorgvuldig
Ondanks de tijdsdruk werd er zorgvuldig gewerkt, soms op ‘onmogelijke’ momenten in de agenda’s. Nu het rapport door de CGK-synode niet aanvaard is, ben ik blij dat ik twee achtereenvolgende jaren op 27 april (Koningsdag!) een vergadering liet passeren… Het toont dat we slechts de zondag ontzien hebben.
***
Elf maanden na de verschijning van ‘Samen verder, in Zijn dienst’ besloot de synode van de CGK nu dit rapport niet te aanvaarden en het traject om te komen tot een gereformeerde theologische universiteit te beëindigen. De koppen in de christelijke kranten waren duidelijk: ‘CGK trekt stekker uit plan GTU’, ‘CGK past ootmoed na GTU-debacle’.
Besluit uitleggen
De vraag moet gesteld worden wat de CGK tot dit besluit gebracht heeft. Immers, uit de boezem van deze kerken en van de Apeldoornse universiteit komt het plan voor de GTU. Het waren de jaren dat er in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) niet meer vrijblijvend over vrouw en ambt gesproken werd, terwijl de Nederlands Gereformeerde Kerken de vrouw in het ambt al kende. Louter vanwege de aanvaarding van de vrouw in het ambt in de afgelopen zomer door de GKv kun je daarom het GTU-proces niet beëindigen.
In Apeldoorn werd echter beseft dat de eisen van de overheid, de visitaties ten aanzien van het wetenschappelijke onderzoek en de werkdruk voor de hoogleraren de continuïteit van de TUA erg kwetsbaar maakten. Hier werd daarom vier jaar geleden ‘een droom’ gedeeld en werden door de toenmalige rector dr. G.C. den Hertog en door het curatorium andere partners benaderd om mee te doen. Wie nu afhaakt, heeft aan de partners en aan christelijk Nederland daarom wat uit te leggen. Het is echt te weinig – of is het typerend? –als de huidige rector, prof. H.J. Selderhuis, tegen het ND zegt het land in te gaan ‘om het besluit van zijn synode uit te leggen aan christelijke gereformeerde kerkleden’. Zijn die kerkleden de enigen die dit proces niet begrijpen? Nee, de andere partners in de GTU hebben meer dan recht op een eerlijke en transparante uitleg. Je durft nauwelijks te denken dat een partner als de Gereformeerde Bond gevraagd is mee te doen om de aandacht af te leiden van interne meningsverschillen.
Waarheid, eenheid, liefde
De voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. A.J. Mensink, sprak op 25 januari jl. de synode van de CGK aan met ‘Geliefde broeders’. Zo’n aanhef geeft ruimte om elkaar vragen te stellen, ook als het scherpe vragen zijn. Paulus (Ef.4) leert ons dat waarheid, eenheid en liefde niet te scheiden zijn. In die toespraak zei ds. Mensink dat je ‘gezond gereformeerd bent in het spanningsveld van waarheid en eenheid’. Hij stelde de vraag of we geloven dat het gereformeerd belijden de vragen van de 21e eeuw aankan, of ‘u een eenduidige visie hebt op gereformeerde theologiebeoefening’. ‘Mijn grootste zorg is niet of u het met ándere kerken en partners eens kunt worden over een GTU, maar of u het met elkaar eens kunt worden.’
Substantieel
Geen enkel christelijk gereformeerd gremium heeft de Gereformeerde Bond in de voorbije jaren uitgelegd waarop concreet gerekend wordt als gevraagd is om een ‘substantiële bijdrage’. Toch niet dat voorbijgezien wordt aan onze roeping in de kerk waartoe we behoren? In zijn toespraak zei ds. Mensink dat ‘de inspanning voor een bond met zeer beperkte mankracht en middelen bij tijden onverantwoordelijk hoog is geweest’. In dit licht stelt de constatering in het besluit van de CGK-synode dat er door de Gereformeerde Bond geen substantiële bijdrage geleverd is teleur.
De positie van gereformeerde christenen in de marge van de maatschappij betekent dat verdeeldheid en versnippering ons kwetsbaarder dan ooit maken. Die komen we alleen te boven in een geloof dat leeft in het Woord van God, dat het van Hem verwacht, dat beseft dat de inhoud van de gereformeerde belijdenis de vragen van onze tijd en cultuur aankan.
Vrouw en ambt
Is het dan onterecht dat de synode van de CGK de besluiten van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt om alle ambten voor de vrouw open te stellen als slecht voor het onderlinge vertrouwen ervaart en dat de onderliggende omgang met de Schrift bezorgdheid doet toenemen? Begrijpelijk is die zorg zeker – en ook binnen de Gereformeerde Bond wordt afstand van deze besluiten genomen. Als hier het échte breekpunt ligt, dan getuigt het van christelijke moed om dat uit te spreken.
De complexe vragen van onze tijd vragen voor een kleiner wordende kerk lokaal en landelijk moed om op transparante wijze beslissingen te nemen. Het was Groen van Prinsterer die steun bood aan degenen die zich in de negentiende eeuw van de Hervormde Kerk losmaakten, al bleef hijzelf hervormd. ‘In het isolement ligt onze kracht,’ is een gevleugeld woord van Groen, waarmee hij dwars tegen de hoofdstroom in aan de christelijke beginselen vasthield. Dat was geen isolement van organisatie, maar van zijn overtuiging, waarbij hij zichzelf zette in de traditie van de kerk der eeuwen: ‘Wij moeten zien op de wolk der getuigen die, van het begin der wereld tot op deze dag, onder tegenspraak en verdrukking, verkondigers van de waarheid en van de kracht van de in het paradijs gedane en aan het kruis volbrachte belofte geweest zijn.’
Heilig en canoniek
Alertheid op wat er aan de universiteiten onderwezen wordt – ze is van groot belang. De geschiedenis wijst uit wanneer iets vanachter een katheder gedoceerd wordt, dit weldra de kansel bereikt. Ik las dezer dagen nog eens een vraaggesprek met de synodaal-gereformeerde hoogleraar dr. G.P. Hartvelt over zijn werk in de jaren zestig van de vorige eeuw: ‘De door mij in de brochure Over schrift en inspiratie bepleite indirecte identiteit van de bijbel en het Woord van God stuitte op aanzienlijke weerstanden. Het proces om nieuwere theologische inzichten ook in de gemeente bespreekbaar te maken ging ondertussen volop door.’
Het zijn woorden die illustreren hoe nodig het is dat elke theoloog zich gebonden weet aan de belijdenis van de Reformatie, namelijk dat we alle boeken van de Heilige Schrift ‘voor heilig en canoniek ontvangen, om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmee te bevestigen’. Met minder kan ook de Protestantse Theologische Universiteit niet toe – al gaat het in deze bijdrage niet over de PThU.
Wetenschap en vroomheid
De universitaire context is de voorbije jaren in snel tempo veranderd. Welke weg gaan we, opdat er in ons land plaatsen blijven waar jonge mensen opgeleid worden tot dienst in Gods Koninkrijk vanuit de overtuiging dat de Bijbel de stem van de levende God is? Vaak klinkt deze vraag in ons midden. Het past bij de positie van de Gereformeerde Bond dat we daarin zoeken krachten te bundelen.
Bij het inslaan van wegen weten we ons afhankelijk van de zegen van God, opdat Hij mogelijkheden schept die wij nog niet zien, opdat Hij theologen geeft die vanuit een natuurlijke verstrengeling van wetenschap en vroomheid de kerk willen dienen, opdat Hij hun onderwijs en onderzoek vruchtbaar maakt voor heel de kerk. Daarom belijden we dat onze hulp in de Naam van de Heere is.
P.J. Vergunst