column
De gulden middenweg
Je moet natuurlijk wel zorgen dat je niet te wettisch wordt, hè zei een van de oudere sprekers goedbedoeld tegen mij, tien minuten voordat ik de zaal in moest.
‘Je wilt niet dat deze jongeren de Bijbel gaan lezen omdat het moet. We leven uiteindelijk in vrijheid.’ Ik moest spreken voor een groep kortetermijn werkers. Mij was gevraagd om iets te delen over het belang van het liefhebben van Gods Woord. Hoewel de opmerking van bovengenoemde spreker mij een beetje van mijn stuk bracht, besloot ik toch vol overtuiging te spreken over het thema dat mij na aan het hart ligt.
Ik stelde dat geheiligd worden door waarheid hand in hand gaat met het liefhebben van het Woord, dat waarheid is. En ja, dit vraagt discipline, want we hebben ons hart, de wereld en de duivel niet echt mee. Het is dezelfde discipline die we gebruiken bij aankleden en tandenpoetsen. Drinken van levend water en eten van levend brood hoort in de categorie van ‘noodzakelijk’ en ‘niet op af te dingen’. En dit eten is niet alleen de kruimels van goede preken die je hoort of van een tekst op Instagram. Nee, dit vraagt van je te zitten aan de tafel van het Woord, zelf te lezen en gevoed te worden. Want hoewel (in tegenstelling tot aankleden) al dan niet bijbellezen in eerste instantie niet zo zichtbaar is voor de mensen om je heen, zul je toch geestelijk meer en meer ondervoed raken wanneer je dit verwaarloost. En of je nu wilt of niet, dat zal op termijn ook aan de buitenkant te zien zijn.
Ik denk dat we in het Westen niet zo bang hoeven te zijn dat we rechts van het midden in het wetticisme vallen. We zijn eerder geneigd om naar de luiheid van links te vallen en het helemaal niet nauw te nemen met disciplines die bij een christelijk leven horen.
En zo probeerde ik die bewuste middag te balanceren tussen links en rechts. Lopend op die smalle gulden middenweg waar liefhebben van Gods wet en christelijke vrijheid hand in hand gaan. De weg waarlangs wetticisme en antinomianisme diep het stof moeten bijten.
Marieke den Butter