De hemel
Als je aan mensen vraagt welke voorstelling ze hebben van de hemel, krijg je heel verschillende antwoorden. Die kunnen te maken hebben met eenmalige ervaringen van diepe vrede, maar soms ook met herinneringen uit de kindertijd. Een mevrouw die opgegroeid was op een schapenboerderij in Noorwegen, vertelde me dat ze zich de hemel voorstelde als een groene weide, waarin de schapen een goed leven leiden. De schapen stralen er intense rust uit. Psalm 23 was haar favoriete psalm. Het malse gras uit de grazige weiden stond symbool voor de overvloed die er bij God is, de stem van haar vader een verwijzing naar de goede Herder uit Johannes 10.
De Bijbel geeft maar schaarse aanwijzingen over de hemel. Het verlangen naar de hemel, waarover Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen, richt zich geheel op Jezus. Na de dood wacht de ongebroken gemeenschap met Christus. Gelovigen mogen elkaar troosten met deze woorden, zegt Paulus: ‘zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.’ (1 Thess.4:17) Dit relativeert onze voorstellingen. Niet de plaats is belangrijk, maar de persoon die er woont. Ook de voorstelling van Jezus’ persoon kan met kinderlijke herinneringen in verband staan. Hij is als iemand die je als kind kon vertrouwen, iemand bij wie je je veilig hebt gevoeld, bijvoorbeeld als het bij je thuis niet veilig was. Zo iemand heeft verwezen naar de Heiland.
Wat men zich later van de hemel zal voorstellen, is niet te arrangeren. In die zin kun je een kind niet opvoeden voor de hemel. Het minimale is dat je vertelt over wat er in de hemel toe doet. Ik denk aan de Openbaring aan Johannes, waarin Jezus wordt voorgesteld als een lam, staande als geslacht. Hij is met Zijn wonden opgevaren naar de hemel. Daar draagt Hij de tekenen van het kruis. Als Hij daar bidt, is dat met Zijn kennis van alles wat Hij met Zijn wonden heeft weggedragen. In die hoedanigheid bidt Hij voor volwassenen en kinderen. De goede Herder is zelf een lam geworden. Dit Lam overwon. Als je dit de kinderen vertelt, leer hun dan gerust het hemelse verlangen met dit lied:
Heaven is a wonderful place,
filled with glory and grace,
I want to see my Saviour’s face,
heaven is a wonderful place.