De meesterverteller
Wanneer het verhaal ook volwassenen raakt, weet je pas dat een kinderboek een goed boek is
Meesterverteller, zo wordt hij genoemd. En ik geloof dat hij met recht deze eervolle titel verdient. Als ik voel dat mijn kinderen nog net zo tegen me aan schurken bij het voorlezen als ik vroeger bij mijn moeder deed, als ik hen diep hoor zuchten als het verhaal afgelopen is en ze bedelen om ‘nog één hoofdstuk, pleeeease’, dan weet ik dat diezelfde snaar geraakt is.
Trouwens, de Bijbelse vertellingen zijn helemaal niet alleen ‘voor onze kleintjes’ maar ook voor mij, volgens Van de Hulst. ‘Dit boek wil zijn een boek voor moeders’, begint het voorwoord. ‘Het wil in stille uurtjes voorgelezen worden door de moeders aan haar kleuters van vier tot zeven, acht jaar…. Het wil voorgelezen worden aan moeders schoot; langzaam – ja, lángzaam vooral; en met het warm accent van eigen liefdevolle eerbied en verwondering….’
En ja, ja, natuurlijk kunnen vaders voorlezen, maar ik geloof dat Van de Hulst wel even heel mooi en heel duidelijk de moederrol voor het voetlicht haalt. Waar vind je in een voorwoord nog woorden als deze? Zo beeldend, warm en waar. Niet rekening houdend met wat ‘je tegenwoordig wel of niet mag zeggen’.
En zo vertel ik die heel oude maar toch altijd weer nieuwe verhalen. Al voorlezend verander ik hier en daar een woord: ‘ge en gij’ wordt ‘u of jij’, maar dat geeft niet. Bij het verhaal van de schepping zie ik hoe het verhaal raakt als mijn jongsten hard nee schudden bij de vraag van wie dat mooie paradijs is. ‘Van de tuinman? Van een heel rijke heer? Van een koning?’
Je weet pas dat een kinderboek een goed boek is wanneer het verhaal ook volwassenen raakt. Volgens mij is dat het geheim van een meesterverteller, want als ik vertel dat Mozes de berg op ging om te sterven en dat hij naar de hemel gaat en dat het ‘dáár… daar nog veel mooier is dan in het mooie land Kanaän’, ‘dat hij dicht, dicht bij God mag zijn in de schone hemel en dat dat het heerlijkste, het allerheerlijkste is’, moet ik toch echt een traantje wegpinken.