Waar bent u naar op zoek?

De Mensenzoon

dr. M.J. Paul
Door: dr. M.J. Paul
23-02-2023

In het Evangelie naar Mattheüs gebruikt Jezus maar liefst dertig keer de aanduiding ‘Zoon des mensen’. We kunnen dit weergeven als ‘Mensenzoon’. Wat bedoelt Hij hiermee? Is dit een algemene aanduiding dat Hij een mens is?

Is het een soortgelijke benaming als de aanspraak ‘mensenkind’ van de profeet Ezechiël? Om deze benaming te begrijpen is het van belang de oudtestamentische achtergrond na te gaan. Het is een van de voorbeelden waaruit blijkt dat we het Nieuwe Testament niet geïsoleerd mogen lezen, zonder het Oude.

Ook zijn er geschriften verschenen in de periode tussen beide testamenten waaruit blijkt dat er een bijzondere waarde aan de titel ‘Mensenzoon’ toegekend werd. Binnen het Cornelis Graafland Centrum (CGC) houden we ons bezig met het uitleggen en toepassen van de Bijbel. Daarbij komt de verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament aan de orde, maar ook de betekenis van de Joodse achtergronden. Dit gebeurt om de boodschap te vertolken naar onze tijd.

Een bijzondere macht

Wanneer Jezus de aanduiding ‘Zoon des mensen’ gebruikt, blijkt dat soms te zijn in situaties waarin wij het algemene woord ‘mens’ zouden kunnen gebruiken: Hij heeft geen rustplaats en Hij zal lijden. Er zijn echter ook teksten waarin een bijzondere macht naar voren komt, bijvoorbeeld om zonden te vergeven (Matt.9:6) en om te bepalen wat wel en niet op de sabbat gedaan mag worden (12:8). Ook zal Hij opstaan uit de dood (17:9). In Mattheüs 19:28 staat de aankondiging dat Hij met twaalf discipelen op tronen zal zitten. Hij komt op de wolken met grote kracht en heerlijkheid (24:30), met heilige engelen (25:31). De duidelijkste aanwijzing geeft Jezus wanneer Hij door de hogepriester verhoord wordt. Deze vraagt Hem nadrukkelijk of Hij de Christus (Messias) is, de Zoon van God. Jezus antwoordt: ‘U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel.’ (26:64) Voor de hogepriester en andere aanwezigen was dit een duidelijke verwijzing naar Daniël 7:13-14. Daar ziet de profeet Daniël ‘Iemand als een Mensenzoon’ komen met de wolken van de hemel. Hij komt tot ‘de Oude van dagen’ (een aanduiding van Gods eeuwigheid) en ontvangt heerschappij, eer en koningschap. Die heerschappij is voor eeuwig.

Uit de reactie van de hogepriester blijkt dat hij goed begrepen heeft wat de bedoeling is van deze aanhaling. Hij scheurt zijn kleding en zegt dat Jezus een lastering uitspreekt. Daarom is Hij de dood schuldig.

Verlosser

Zoals gezegd is het belangrijk om de oudtestamentische achtergrond te belichten. Het is boeiend om te merken dat in onze tijd steeds meer Joodse geleerden het Nieuwe Testament lezen en daarover schrijven. Een van hen, Daniel Boyarin, gaat in zijn boek The Jewish Gospels. The Story of the Jewish Christ uitvoerig in op dit onderwerp. Volgens hem gaat het gebruik van de titel Mensenzoon inderdaad terug op Daniël 7, maar hij geeft ook aan dat er meer Joodse geschriften zijn die deze titel gebruiken, zoals 1 Henoch en 4 Ezra. Daaruit blijkt volgens hem dat er een goddelijke verlosser verwacht werd. Het betekent dat de ‘hoge christologie’ (Jezus als goddelijke Verlosser) geen latere interpretatie is van de Vroege Kerk, maar al in het Jodendom aanwezig was.

Te midden van alle discussies mogen we als CGC de Schriften onderzoeken en het getuigenis van de Zoon des mensen laten klinken uit Oude en Nieuwe Testament. We hebben veel redenen om verwonderd te zijn dat Jezus Zich wilde vernederen om onder ons te leven. Hij heeft echter ook aangekondigd dat Zijn Koninkrijk komt, zoals Daniël aangekondigd heeft. Dat uitzicht kan ons moed geven in deze tijd.

dr. M.J. Paul
dr. M.J. Paul