De onstuimige jaren zestig
In 1960 behoorde Nederland nog tot de meest christelijke landen van Europa, maar nergens ging de leegloop van de kerken zo snel als hier. Daarom is de expositie ‘Van God los?’, die momenteel te zien is in Museum Catharijneconvent in Utrecht, belangwekkend.
Voor ieder die zich betrokken weet bij deze ingrijpende wending in de geschiedenis, heeft de tentoonstelling over ‘de onstuimige jaren zestig’ iets te zeggen.
Voor ouderen betekent deze expositie een terugkeer naar hun jeugdjaren, de meubels van toen en de eerste kleine zwart-wittelevisietoestellen. De kamers zijn zo ingericht dat je bij wijze van spreken plaats kunt nemen in de stoel waarin je als tienjarig kind zat. In dat opzicht is deze expositie zeker geslaagd. Meteen wanneer je binnenkomt, word je ondergedompeld in de sfeer van toen.
Godfried Bomans
Interessant zijn de live tv-uitzendingen van toen, zoals bijvoorbeeld het programma ‘Mies en scene’ van 30 december 1966. Daarin vraagt de bekende Mies Bouwman aan de eveneens zeer bekende Godfried Bomans wat volgens hem de belangrijkste gebeurtenis was van het afgelopen jaar. Bomans antwoordt dan op zijn bekende humoristische wijze, maar tegelijk in volle ernst: De zak van Sinterklaas. Daar gebeurde dit jaar iets mee wat nog nooit eerder gebeurde. Bij zijn aankomst met de stoomboot in de haven van Harlingen gooide Sint Nicolaas zijn zak op de golven. Een gebaar met een diep symbolische betekenis. Vanaf nu verdwijnen geen stoute kinderen meer in deze zak. Bomans: ‘Een kerkelijk gebaar dat ik zeer toejuich.’ De lieve God heeft Zijn intrede gedaan. De Rooms-Katholieke Kerk dreigt niet meer met hellevuur en ook protestantse dominees preken geen hel en verdoemenis meer. ‘Sint Nicolaas’, zegt Bomans, ‘kun je zien als de thermometer van het klimaat in de religieuze dampkring.’
Kerkelijke vernieuwing
Achteraf bezien kunnen we vaststellen dat vanaf de jaren zestig de kerkelijke neergang inzette. Dat was aanvankelijk echter nog niet zichtbaar. Wie de expositie bezoekt, krijgt eerder de indruk dat overal een frisse wind opstak, die geen verwachtingen wekte van neergang, maar van vernieuwing, bevrijding van bekrompen denkwijzen. De verwachtingen waren hooggespannen dat deze vernieuwingen zouden leiden tot een nieuwe bloei van kerk en geloof. In het naoorlogse Nederland met een enorme bevolkingsgroei werden overal nieuwe wijken uit de grond gestampt en de gedachte was dat in al deze nieuwe wijken kerken gebouwd moesten worden, want de kerk moest uit de institutionele bolwerken vertrekken en zich naar de mensen toe bewegen. Aangezien het overgrote deel van Nederland nog kerkelijk betrokken was, kon een nationale kerkbouwactie op touw gezet worden onder de naam ‘Antwoord ’64’.
Zelf herinner ik me dit gebeuren ook nog goed. In ons bevindelijk gereformeerde gezin hadden we reserves, want we hielden niet van dat activistische en bovendien waren we niet voor de oecumenische aanpak. Maar daarom herinner ik me ook dat ik in die tijd getroffen werd door een gebed van de bekende ds. Jac. van Dijk, die dankte voor de eensgezindheid in brede lagen van ons volk om hieraan te werken en die bad om een zegen. De expositie toont als voorbeeld van zo’n ‘Antwoordkerk’ de bouw van de Thomaskerk in Amsterdam, een architectonisch hoogstandje van een nieuw soort kerk met een mengeling van heiligheid en laagdrempeligheid, een kerk voor en midden onder de mensen. Tijdens de bouw van deze kerk werd hier dagelijks op de televisie verslag van gedaan. Ongelooflijk, maar waar.
Tweede Vaticaans Concilie
Het is begrijpelijk dat Museum Catharijneconvent met duidelijk rooms-katholieke wortels, veel aandacht besteedt aan de Rooms-Katholieke Kerk. Een groot aanplakbiljet van de vijftigste zendingsdag van de GZB op 3 augustus 1961 is duidelijk een vreemde eend in de bijt. Toch ook leerzaam als tijdsbeeld: zeven gerenommeerde predikanten hielden daar een preek. Die van ds. C.J.P. Lam te Lunteren werd om 2 uur precies uitgezonden over de NCRV-radio. De tekening van een inlandse vrouw, dat dit aanplakbiljet siert, zou nu echt niet meer kunnen. Maar dit is iets voor insiders. Het zal de meeste bezoekers weinig zeggen. Zaken die hun wel iets zullen zeggen, zijn het Tweede Vaticaans Concilie, de geruchtmakende toespraken van de vooruitstrevende bisschop Bekkers en het Pastoraal Concilie te Noordwijkerhout. Evenals bij ‘Antwoord ’64’ krijgt de bezoeker ook hier niet de indruk dat de grote neergang is begonnen. Integendeel. De wereldwijde RK-Kerk en de Nederlandse in het bijzonder lijken zich op te maken voor een nieuwe bloeitijd.
Bloei en verval
Men verwachtte bloei en wat er kwam, was in hoofdzaak verval. Die tegenstelling heeft me het meest beziggehouden, toen ik op deze expositie rondwandelde. En steeds bleef dat woord van Bomans, dat ik aan het begin gehoord had, over de zak van Sinterklaas met me meegaan. Was dat een sleutelwoord, een soort profetie? Het hele gebeuren in deze jaren heeft iets tragisch. Wanneer de vernieuwingen tot andere kerkvormen hadden geleid, waarin velen op een andere manier hun geloof konden beleven, dan zouden we daar wellicht van mening over kunnen verschillen, maar het doel was dan in ieder geval bereikt. Nu lijkt het echter alsof de vernieuwingen alleen maar tot leegloop hebben geleid.
Is dat niet te rechtlijnig gedacht? Is het wellicht gecompliceerder? Bomans was blij met het veranderde godsbeeld. In mijn optiek zou het weleens het paard van Troje geweest kunnen zijn. Wanneer God louter een lieve God wordt, gaat uiteindelijk alles op de helling. In de laatste zaal van de expositie hebben kunstenaars dit veranderde godsbeeld vormgegeven. Het meest treffend deed Jacques Frenken dit in 1966 met zijn beroemd geworden schietschijf. Een Christusbeeld is uit een kerk verwijderd, het is op een schietschijf terechtgekomen. Wanneer God alleen maar een lieve God is, is er ook geen Verlosser aan het kruis meer nodig. De humane waarden waar de kerk dan vervolgens nog wel voor wil staan, kan men ook elders verkrijgen. De kerk is overbodig geworden.
Geloof blijft
Toen ik weer naar buiten wandelde, was ik al met al niet vrolijk geworden. Maar het was buiten prachtig weer en de binnentuin van het Catharijneconvent nodigt tot verstilling en verwondering. Plotseling viel mijn oog op een grote boom vol met zilveren naamplaatjes. Bij navraag bleek dat de Levensboom te zijn. Zo genoemd, omdat straatpastor Bart van Empel ervoor zorgt dat thuis- en daklozen, die naamloos in een graf verdwijnen, hier een naam en een gedachtenis ontvangen. Dat ontroerde me.
Het geloof dat door de liefde werkzaam is, zal blijven door alle afbraak heen. Wat mensen ook verzinnen aan godsbeelden, er is maar één levende God en Die zal ervoor zorgen dat dit geloof niet zal ophouden.
De expositie ‘Van God los?’ is te bezichtigen tot 28 augustus in Museum Catharijneconvent in Utrecht (Lange Nieuwstraat 38). Een entreekaart zonder korting kost € 15. Voor podcasts en meer info: catharijneconvent.nl.