Waar bent u naar op zoek?

De oorlog is begonnen

Dianne Bernyk
Door: Dianne Bernyk
27-12-2022

Sinds ik in 1995 voor het eerst in Oekraïne kwam, is 2022 het zwaarste jaar hier. Op 24 februari werd ik ’s ochtends vroeg wakker en ik kon niet meer in slaap komen. Ik pakte mijn mobiel en het eerste berichtje dat ik las: ‘De oorlog is begonnen.’

Snel maakte ik mijn man wakker. We wisten dat het een keer zou kunnen komen. We wonen immers in Oekraïne, waar het in het oosten al acht jaar oorlog was. Oekraïne, dat als bufferzone ligt tussen Rusland en Europa. De ambassade had ons al weken van tevoren gewaarschuwd om het land te verlaten of te blijven op eigen risico. We hadden onze koffers wel klaargezet. Mannen tot en met zestig jaar mochten het land niet meer verlaten. We besloten om te blijven totdat we zeker zouden weten wat we moesten doen.

Naar Hongarije

Toen mijn schoonzus vanuit haar schuilkelder belde en zei dat ik moest gaan, zag ik dat als een teken. Vlak daarna werd ik gevraagd om een gezin met kleine kinderen te evacueren. We besloten om onze kinderen ook mee te nemen. Ik ben naar vrienden in Hongarije gegaan. Heel emotioneel en zwaar was het om mijn man en oudste dochter achter te laten, niet wetend wanneer we elkaar weer zouden zien.

Maar God had ook nu een plan. De grote stroom hulp die vanuit Nederland op gang kwam, en de vluchtelingenstroom die op zoek was naar een plekje in Nederland moesten gecoördineerd worden. Ik zat daar op de juiste plek, net voor de grens met Oekraïne. Alle douanedocumenten die busjes en vrachtwagens nodig hadden, kon ik in orde maken. Ondertussen coördineerde mijn man in Oekraïne de opvang van honderden vluchtelingen en ging de oorlog in de alle hevigheid door. Onze provincie is maar één keer geraakt door een raket.

Toen de hoeveelheid hulpgoederen minder werd, gingen we weer naar huis. Wat waren we blij om als gezin weer bij elkaar te zijn! In oorlogstijd besef je dat je gezin het dierbaarste is. Heel veel dingen zijn ineens niet meer belangrijk.

Mobilisatie

Sinds juni wordt mijn man opgeroepen vanwege de mobilisatie. Hij heeft in dienst gezeten en was door de medische commissie al goedgekeurd, ondanks zijn rugklachten. Dit was voor ons gezin heel spannend. We wilden niet dat mijn man en hun vader voor maanden zou moeten dienen ergens in een crisisgebied. God gaf echter op een bijzondere wijze een ontmoeting met de kolonel op het legerkantoor en Petro kreeg een maand uitstel. Sindsdien heeft hij een goede relatie gekregen met deze kolonel. Hij is geïnteresseerd in wat Petro doet en op grond van al zijn vrijwilligerswerk voor het land krijgt hij elke maand opnieuw een maand uitstel.

Voor de kinderen is het ook niet eenvoudig. Ze hebben een aantal maanden hun slaapkamers afgestaan aan vluchtelingen. Ze hadden vanwege corona bijna geen school gehad, maar nu door de oorlog ook bijna niet. Als er luchtalarm is, zitten ze uren in de gangen. Daar zitten de kinderen met hun telefoon in hun han-den. Soms raakt er een aantal kinderen door slechte nieuwsberichten in paniek. We proberen onze twee soms op te halen, omdat het thuis rustiger is.

De strijd is zwaar

Petro gaat vaak met hulpgoederen naar het Oosten. Hij ziet met eigen ogen hoe groot de verwoesting is. Hij hoort de verhalen van mensen die zulke verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. De onmenselijke wreedheid van de Russen raakt ons steeds weer. En dan, denk je soms: hoe lang nog zoveel leed en pijn? Wat er gebeurt, is zo onrechtvaardig.

Voor de toekomst vertrouwen we niet op het zo moedige Oekraïense leger, al zien we de zegeningen van overwinningen en het bevrijden van steden en dorpen. De strijd is zwaar en veel soldaten appen naar huis met de vraag om te bidden voor hen. Er gebeuren veel wonderen, daar getuigen soldaten van. Maar de prijs van de oorlog is hoog en de vijand is wreed.

Kerken

Nu de vele raketten de elektriciteitscentrales geraakt hebben, zit een groot deel van Oekraïne zonder licht, water en warmte. De rest van het land zit zo’n acht uur per dag zonder. Dat betekent dat er een zware winter voor ons ligt. We proberen vooral kerken te voorzien van generatoren, omdat dat een ontmoetingsplek is voor veel mensen. Het is bemoedigend om te horen dat door de humanitaire hulpverlening kerken vol zitten met mensen die voor de oorlog nooit kwamen. Nu zijn mensen op zoek naar antwoorden en hoop en naar een luisterend oor.

Onze oudste is ook mee geweest naar de crisisgebieden. Ze hoorde meisjes van haar leeftijd vertellen over honger, verlies van dierbaren, verwondingen en zelfs verkrachtingen. Ze zei huilend tegen me: ‘Ik word dan zo boos en verdrietig en denk dan: hoe kunnen zij verder leven?’ Hoe kan een mens dit verwerken, zonder God persoonlijk nog te kennen?

Toekomst

Voor de toekomst kunnen we alleen vertrouwen op God, de Heerser over deze aarde, de God Die ons nabij is in nood en pijn. Hij is de God van beloftes, de God, Die recht zal doen. Het Oekraïense volk moet veel lijden en wij lijden mee. Deze tijd roept ook zo verschillende emoties op. Soms voel je wanhoop en hoop, verdriet en boosheid tegelijk. Ook psychisch en lichamelijk vergt het werk veel. Steeds zoeken we hulp bij God in het gebed. En de Psalmen lees je nu in oorlogstijd anders en hebben grotere betekenis gekregen. David wist wat het was om te vechten tegen een vijand, tegen Goliath en tegen legers. David wilde ook rechtvaardigheid. David bad ook om bescherming.

Samen met Jezus, geboren uit de stam van David, kunnen we verder en blijven we hoop houden. We mogen kracht krijgen om de vluchtelingen, om mensen in de frontgebieden te helpen en te bemoedigen, zoveel we kunnen. Deze oorlog kan nog lang duren, en zelfs daarna zullen het lange en moeilijke jaren van wederopbouw en verwerking zijn voor Oekraïne… Wetend dat ons hart en werk hier ligt, zullen we doorgaan, met Gods kracht. Met daarbij ook de hulp en steun uit Nederland.


Geleid naar een leven in Oekraïne

In 1995 kwam Dianne Bernyk voor het eerst in Oekraïne. Het maakte diepe indruk op haar, vooral de cultuur en de oprechte levenswandel van de christenen, zo kort na hun tijd van vervolging in de jaren negentig. ‘In het zomerkinderkamp zag ik ook de nood van de weeskinderen. De wens ontstond om na mijn studie SPH voor langere tijd naar Oekraïne te gaan. Ik had een contract van twee jaar en werkte in verschillende kindertehuizen in ziekenhuizen met afgestane weeskinderen.’

Petro

‘Ik had daarna plannen voor een bijbelschool, maar God leidde het anders. In die twee jaar was ik bevriend geraakt met een groot gezin. En de oudste jongen, Petro, bleek al een tijdje te worstelen met de vraag of hij wel zou moeten trouwen met een buitenlandse… Ik was ook aan het denken gezet over onze goede vriendschap. Na drie dagen vasten en bidden wist hij het zeker. De liefde is sterk en overwint grenzen en culturen.

Zo werd mijn leven geleid naar een leven in Oekraïne. Ook mijn man Petro heeft hart voor zijn volk en oog voor eenieder in nood. We besloten om samen hier te dienen. Dit mogen we al 21 jaar samen doen. We hebben drie kinderen. Zij groeiden op in een gezin waarin het vanzelfsprekend is dat er mensen letterlijk aankloppen om hulp. De oudste dochter heeft na het EH-basisjaar in Nederland besloten om ons team te versterken. We hebben veel beleefd in deze afgelopen twintig jaar dat we werken voor de stichting Hart en Handen voor Oekraïne (voor meer info, zie h2oek.com). We hebben velen in armoede mogen helpen, veranderingen in levens van mensen gezien.’

Leven van giften

‘Er waren ook moeilijkheden. Zo is het leven in afhankelijkheid van giften van anderen soms moeilijk. Maar we mogen gelukkig getuigen van honderden voorbeelden waarin God altijd voor ons zorgde. Zo hadden we een keer ’s winters een hoge gasrekening en we wisten niet hoe we die op dat moment moesten betalen. Totdat een vriendin belde en zei: ‘Ik heb net een bedrag voor jullie overgemaakt.’ Dat bleek precies het nodige bedrag te zijn.’

Gezondheidszorg

‘De gezondheidszorg is in Oekraïne heel anders. Ziekenhuizen zijn primitief en onhygiënisch. Maar steeds konden we terecht in Nederland. Zo ben ik ooit met een ambulancevliegtuig opgehaald tijdens mijn zwangerschap, omdat er in het ziekenhuis geen couveuse beschikbaar was voor een baby van 28 weken…

Moeilijk was het ook, toen ik zeven jaar geleden de ziekte multiple sclerose bleek te hebben. Ik geloof dat God niet meer te dragen geeft dan ik aankan. Al heb ik dit jaar voor het eerste gedacht: ‘Heere, ik wil zo graag nu gezond zijn en me voor 200 procent in kunnen zetten voor Oekraïne in oorlog.’ God geeft vrede om te accepteren en kracht om door te gaan. Nog steeds mag alle hulp via mijn contacten in Nederland verlopen, ook al regel ik dat soms liggend op de bank, omdat mijn benen weer even niet willen meewerken. Zo mag ik weten dat ik hier op mijn plek ben geplaatst met een doel. Zelfs met mijn fysieke tekortkomingen mag ik dienen. Zo zou ik een boek kunnen schrijven over de afgelopen twintig jaar. Maar de rode draad zal Gods leiding en zorg zijn.’


Gastvrij voor vluchtelingen

Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak en we hoorden van de vluchtelingenstroom die op gang kwam, hoefden we niet lang na te denken. Wij konden ons huis wel openstellen voor vluchtelingen.

Gastvrijheid en open staan voor de vreemdeling is een thema dat in de Bijbel zeer nadrukkelijk aan de orde komt, en dat ons altijd heeft aangesproken. In het Oude Testament lezen we over iets achterlaten op de akker voor de vreemdeling, en in het Nieuwe Testament gaat het over het herbergen van de vreemdeling.

We hebben in de loop der jaren verschillende keren ervaring opgedaan met het opvangen van mensen: studenten of stagiaires die geen woonruimte kon vinden, een moeder met drie kinderen in de tijd van de dreigende overstromingen in 1995 en een gezin uit Iran (vader, moeder en dochtertje van vier jaar) toen de vluchtelingencrisis als gevolg van de oorlog in Syrië op een hoogtepunt was.

We hebben gedurende bijna acht maanden vier Oekraïners in huis gehad, een moeder met haar dochter van tien jaar en haar ouders. Met een beetje passen en meten hebben we hun uiteindelijk een mooie woonplek kunnen geven bij ons in huis. Naast twee slaapkamers en een woonkamer hebben we op zolder een keukenblok geplaatst, zodat ze over twee verdiepingen konden beschikken. Over de badkamer hebben we goede afspraken gemaakt.

Het is prima verlopen. Natuurlijk lever je in met betrekking tot privacy en bewegingsruimte in je eigen huis, maar voor een bepaalde periode is dat goed te doen. De familie Dotsenko was een prima familie om mee samen te leven; ze waren rustig, beschaafd en behulpzaam. Of we het weer zouden doen? Ja, we staan daar zeker voor open. Juist omdat we redelijk gescheiden leefden, was het goed te doen. Dus zo zouden we het een volgende keer wel weer willen aanpakken.

Marja van de Lagemaat-Maaskant, Veenendaal

Dianne Bernyk
Dianne Bernyk