Waar bent u naar op zoek?

blog

De ouderling-kerkrentmeester in dienst

25-01-2016

De ouderling-kerkrentmeester is een praktisch mens. Hij zorgt voor een geëigende ruimte voor de zondagse eredienst, schrijft Adam van Bergeijk.

Het college van kerkrentmeesters heeft een eigen positie binnen de kerkenraad. De kerkorde formuleert: ‘de kerkenraad heeft de verzorging voor het materiële toevertrouwd aan het college van kerkrentmeesters’.

De kerkorde beschrijft nadrukkelijk dat geestelijk en financieel beleid samen optrekken, een belangrijk gegeven voor kerkenraadsvergaderingen waar de ambten (letterlijk) samenkomen. Hoe gaat de ouderling-kerkrentmeester om met de geestelijke kant van het werk?

Liefde

Om die vraag te kunnen beantwoorden zoeken we bij de bron, de Schrift. Petrus beschrijft in 1 Petrus 4 enkele praktische zaken over de omgang met elkaar. Het begint bij de liefde. Liefde is de eerste grondhouding waarvan kan worden geleerd. Liefde kan een drijfveer zijn achter een visie. Het zorgt er, in relatie tot de ander, ook voor dat er gezamenlijke belangen worden nagestreefd. Voor een praktische uitvoering van besluiten is dat uiterst nuttig.

Natuurlijk is liefde niet alleen maar positief te duiden. Liefde in het kerkenwerk kan ook leiden tot crisis, want de liefde kan sleets raken. Een ambtsdrager of college kan bewondering ten deel vallen om het vele werk dat wordt verzet. Tegelijkertijd kunnen we de vraag stellen of we het vele werk wel van een ambtsdrager mogen verwachten. Krijgen verwachtingen een eerlijke bespreking voorafgaand, tijdens en na de ambtstermijn(en)?

In de liefde is wederkerigheid een belangrijk beginsel, het kan immers niet alleen van één kant komen. Als er te veel van een ambtsdrager wordt gevraagd is het geestelijk om ‘nee’ te zeggen tegen nog meer taken.

Dienstbetoon

Dienstbetoon is niets anders als hulpvaardigheid of service. Hoe kan de kerkrentmeester dienstbetoon geestelijk invullen, zoals Paulus opdraagt in Efeze 4:12? Van een kerkrentmeester wordt veelzijdigheid gevraagd als het gaat om het dienen van de ander. Is een gemeentelid ermee gediend als er ieder jaar een hogere financiële bijdrage wordt gevraagd?

Dit is een gevoelig terrein, zonder geld kan een gemeente niet voortbestaan. Daarom zijn de financiën van de gemeente niet alleen een zaak voor cijfermatig geïnteresseerden. Geldwerving is voluit geestelijk. De kerkrentmeester kan de vrijwillige bijdragen of de opbrengsten van de Actie Kerkbalans bij elkaar optellen, nog belangrijker is de totstandkoming van het bedrag.

Zijn er gemeenteleden die al jarenlang een vast geefpatroon vertonen en die plotseling niet of nauwelijks meer bijdragen, dan is het zaak om dat te signaleren. De verandering in het geefgedrag kan immers betekenen dat er financiële zorgen zijn of wellicht ontevredenheid over het beleid. Een openhartig gesprek daarover is niet eenvoudig, maar het kan openingen geven die leiden tot opbouw van het gehele lichaam, de gemeente.

Vrijwilligers

De kerkrentmeester is vaak ‘werkgever’ van veel vrijwilligers in de gemeente. Het is fijn als kerkrentmeesters een beroep kunnen doen op veel vrijwilligers. Bucer, de Zwitserse reformator, is duidelijk over de verdeling van werkzaamheden in de gemeente: niemand is werkeloos in een gemeente, allen zijn werkzaam in de gaven die hij of zij ontvangen heeft.

Vrijwilligers verdienen de nodige aandacht. Niet alleen een jaarlijks etentje of gezamenlijke barbecue kan een prettige samenwerking bevorderen, ook regelmatig met elkaar in gesprek gaan is vruchtbaar.

Wat betekent dit nu praktisch voor een kerkrentmeester? In de eerste plaats geen ‘manager spelen’, je profileren als iemand die aan het stuur zit. Een kerkelijke gemeente is eerder een organisme dan een organisatie die je volgens een vastgesteld patroon bestuurt. In de tweede plaats is het tastend zoeken naar een goede werkwijze. Een universele werkwijze is er niet.

Alle overlegvormen vragen om een geestelijke houding. Bij besluiten tellen we niet alleen stemmen, maar wordt er ook gehoord. De beste vorm van overeenstemming is bereikt als we geen stemming hoeven te houden, omdat alle deelnemers het met elkaar eens zijn.

A. van Bergeijk

Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 29januari 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)