blog
De SGP roept 100 jaar op om Gods naam te erkennen
Op 24 april 1918 werd in Middelburg de Staatkundig Gereformeerde Partij opgericht. Het is een zegen voor ons land dat de oproep om God in het publieke leven te erkennen honderd jaar geklonken heeft.
Aan de wieg van de SGP stond de man die eerder in menselijke zin verantwoordelijk was voor het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten: ds. G.H. Kersten. Vanwege zijn organisatietalent ontstonden in Zeeland op diverse plaatsen kiesverenigingen. In 1922 werd deze predikant als lid van de Tweede Kamer de eerste volksvertegenwoordiger voor de SGP.
Van harte feliciteren we de partij op deze plaats met haar eeuwfeest, een reden om dankbaar om te zien. Dit jubileum roept in herinnering welke politieke arbeid er verricht is in de Tweede en Eerste Kamer, in gemeenteraden en Provinciale Staten, de laatste decennia ook in Europa. Waar de partij in de weg van het Woord gegaan is, mag nu klinken: ‘Ik zal de daden van de Heere gedenken.’ Om bij de markering van honderd jaar te belijden: ‘Niet ons, Heere, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw.’ (Ps.115)
Buitenparlementaire acties
De SGP werd door buitenstaanders in de eerste decennia gezien als achterlijk, zwaarmoedig, mystiek, piëtistisch, lijdelijk – woorden die niemand meer in gedachten krijgt als we denken aan de huidige politieke leider, Kees van der Staaij. Een constante is wel dat de partij ook buiten het parlement acties op touw zette. Waar ds. Kersten zich voor hij kamerlid werd, al inzette tegen de dwang tot inenting, bestrijdt Van der Staaij de op de publieke omroep te horen reclame voor overspel (de website ‘Second love’). Hij plaatste een paginagrote advertentie in de Volkskrant, waarin hij oproept tot liefde en trouw; en op veel billboards was deze SGP-boodschap te lezen: ‘Overspel. Het familiespel met alleen maar verliezers’.
Als er ergens een breuk met het verleden te constateren is, dan geldt dit de stijl van politieke acties. Om enige uitersten te noemen: tussen 1922 en 1940 liet de voorzitter van de Kamer dertien keer passages uit toespraken van Kersten uit de Handelingen schrappen vanwege de felle bewoordingen, terwijl bij de algemene beschouwingen van 2015 jonge SGP’ers in het kamergebouw ‘Amazing grace’ zongen, een lied dat Van der Staaij dezelfde avond voor zijn speech gebruiken zou.
Hervormden en de SGP
Tussen de SGP en de hervormd-gereformeerde beweging is het niet altijd goed gegaan. Leidinggevende predikanten waren vanouds lid van de Anti-Revolutionaire Partij, een van de voorlopers van het CDA. Onder hen ds. I. Kievit, ds. G. Boer, ds. J. van Sliedregt en de broers Vroegindeweij. Ds. W.L Tukker was in 1951 de eerste SGP’er die toetrad tot het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, waarin later prominente SGP’ers als L. van der Waal en G. Holdijk decennialang hun plaats innamen.
Een van de oprichters van de Gereformeerde Bond, prof. Hugo Visscher, zat voor de ARP in de Kamer. Toen C.N. van Dis sr. in 1929 een derde zetel voor de SGP – naast Kersten en de hervormde ds. P. Zandt – in de Tweede Kamer ging bezetten, meende Visscher dat de SGP-leider tweedracht zaaide. ‘Wie zegt eenheid te willen en die bepleit, doet ons denken aan een bidden om eenheid en een danken dat zij niet komt.’ In die tijd hoort de Gereformeerde Bond tot de ARP, op de Veluwe tot een andere voorloper van het CDA, de Christelijk-Historische Unie (CHU). In de jaren twintig en dertig is er een felle polemiek tussen GB-voorzitter ds. M. van Grieken en ds. Zandt, waarover dr. W. Verboom in een terugblik ooit schreef: ‘Het moet eerlijk gezegd: deze dingen sieren De Waarheidsvriend niet.’ Veel leden pleitten voor ontkoppeling van kerk en partijpolitiek.
Ds. H.G. Abma
Het was de hervormde ds. H.G. Abma – vanaf 1961 partijvoorzitter en twee jaar later kamerlid – die zorgde voor een brede stroom van leden en kiezers uit de kring van de Gereformeerde Bond. Net als de huidige generatie SGP’ers was Abma creatief op zoek – zij het alleen met woorden – om zijn medemens te bereiken, om hem ervan te doordringen dat het Woord van God heilzame betekenis voor alle mensen heeft. Ik zou zijn redes in de Kamer over de eventuele vrijlating van enkele oorlogsmisdadigers, de ‘drie van Breda’, en over de abortuswetgeving tot de hoogtepunten uit de SGP-geschiedenis van die jaren willen rekenen. Moeten we vergeven en vergeten wat in de oorlog plaatshad? ‘Dan heb ik zo de gedachte dat wij de riemen van barmhartigheid en vergevingsgezindheid snijden uit het levende vlees van anderen,’ aldus ds. Abma, die na afloop ook bedankt werd door liberalen en socialisten.
Niettemin, ook in zijn tijd was er controverse tussen de lijn van Abma en de rechterflank van de partij, die hem voortdurend met Kersten en Zandt vergeleek. Verbitterd door een soms scherpe en op de persoon gespeelde bejegening eindigde ds. Abma zijn politieke loopbaan als gemeenteraadslid van de GGP (Gereformeerde Gezindte Putten).
Vrouwelijke kandidaten
Zo was het interkerkelijke karakter van de partij haar kracht én op veel momenten haar zwakte. Feit is daarbij dat de context waarin de partij opereert, die van de seculiere samenleving, de fronten heeft doen verschuiven. Het maakte dat de partij soms meer als ‘christelijk-conservatief’ dan als ‘staatkundig-gereformeerd’ gezien wordt.
Scharnierpunt in de recente partijgeschiedenis is het besluit dat de Hoge Raad in 2011 nam dat de SGP geen vrouwen meer mag weren van de kandidatenlijsten ‘vanwege het enkele feit dat ze vrouwen zijn’. Na een vergeefs bezoek van de partij aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens hebben plaatselijke afdelingen sinds 2013 de mogelijkheid om vrouwelijke kandidaten aan te wijzen. In Vlissingen schreef Lilian Janse geschiedenis.
Deze nieuwe werkelijkheid – hoe slecht het ook was dat van buitenaf ingegrepen werd in de koers van een democratische partij – heeft forse interne spanning gekanaliseerd. In een dynamische tijd verdwijnen zaken soms snel uit ons collectieve geheugen en weten weinigen meer dat ds. W.Chr. Hovius een kwarteeuw geleden als voorzitter terugtrad, toen de partij het lidmaatschap voor vrouwen uitsloot, een besluit nam dat naar zijn mening ‘verre de Schrift overstijgt’, dat genomen was ‘met een gesloten Bijbel op tafel’.
Dieptepunt
En, slechts ruim twaalf jaar geleden traden ds. J.H. van Daalen uit Nijkerk en burgemeester J. van Belzen terug uit het hoofdbestuur, toen dit verbood om in vier plaatsen tot een lijstineenschuiving met de ChristenUnie te komen, nadat deze partij vrouwen op een verkiesbare plaats kandideerde. Ik reken deze momenten tot de dieptepunten in de partijhistorie, ook al bezette eerst dr. H. van den Belt en bezet momenteel dr. M. Klaassen de stoel van ds. Van Daalen.
Hier gelden de woorden die ds. Abma in 1979 aan de verdeeldheid onder christenen in het politieke leven wijdde. ‘Zou de schrikkelijke verdeeldheid God niet de handen vastsnoeren? Hier raken we aan het diepste, als onze meninkjes een sta in de weg worden voor de voortgang van Gods Koninkrijk. Laten we leren schouder aan schouder te staan voor de publieke heiliging van Gods Naam, onderscheidende waar het werkelijk op aan komt.’ Het is met name de taak van het SGP-bestuur bij het kantelen van de tijd leiding aan die oefening te geven.
Grote diversiteit?
Vorige maand stelde de hersteld hervormde ds. M. van Reenen in een RD-artikel dat het SGP-bestuur een taak heeft in het aan de jongere generatie duidelijk maken dat de vrouw geen vertegenwoordigende rol in de politiek kan hebben. Hij merkte toen op dat ‘het moeilijk leiding geven is aan een partij met zo’n grote diversiteit als de SGP’. Hoe je bij de enige partij die wil staan op de grondslag van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis kunt spreken over ‘zo’n grote diversiteit’, is mij een raadsel, tenzij we niet meer onderscheiden waar de fronten vandaag liggen, tenzij we elkaar (!) binnen de kaders van de grondslag niet enige ruimte gunnen.
Ik ben er dankbaar voor als jonge mensen – levend en werkend in een seculiere context – de betekenis van christelijke politiek zien, als ze hun steun geven aan hen die (regerings)verantwoordelijkheid dragen wanneer ze daartoe geroepen worden, als ze hun dankbaarheid tonen voor Van der Staaij en Segers, voor Diederik van Dijk en Carola Schouten, die dwars tegen de heersende opinie in de weg van Gods Woord willen gaan. Daarmee blijft er tussen SGP en CU een verschil van visie in de betekenis van de belijdenis van de Reformatie (artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis) voor het openbare en daarmee voor het politieke leven. Terwijl de SGP het manifest ‘Islam in Nederland’ schreef, waarin ze het als overheidstaak ziet om de islam terug te dringen, verwoordt de ChristenUnie dat de kern van de islam haaks staat op het hart van het Evangelie, maar ziet ze het bevorderen van geloof en bestrijden van ongeloof niet als een taak van de overheid. Dat neemt niet weg dat de partijen vooral schouder aan schouder staan inzake de steun aan Israël, de beschermwaardigheid van het leven, de vrijheid van onderwijs enz.
Toekomst
Met steun van de SGP-Jongeren heeft de huidige partijleider, Kees van der Staaij, zowel de sociale media alsook (met mate) de televisie gebruikt om zijn boodschap met behoud van de identiteit voor het voetlicht te brengen. Dat is knap. Het heeft gemaakt dat de partij bestendig voor de toekomst lijkt. Dát telt. En of het waar is – zoals de Volkskrant op 2 februari jl. schreef – dat ‘het partijbestuur probeert behoudende krachten gerust te stellen, terwijl kringen rond Van der Staaij rekkelijker zouden zijn’, het doet er niet toe. Ook binnen een christelijke politieke partij heeft ieder zijn taak…
We begonnen deze bijdrage met een hartelijke gelukwens aan de honderdjarige SGP, dankbaar voor wat ze voor ons land en volk betekende. Bij die wens hoort een belijdenis, een gebed, en we kiezen daarvoor woorden uit het lied ‘Blijf bij mij, Heer’, dat SGP-politici als projectkoor twee jaar geleden met elkaar in Dordrecht zongen:
’k Heb U altijd van node, dag en nacht,
slechts Uw gena verwint des bozen macht.
Wie kan als Gij mijn gids en sterkte zijn?
Blijf bij mij, Heer, in nacht en zonneschijn!
P.J. Vergunst