Waar bent u naar op zoek?

blog

Hoe gaan we om met collectieve zonden uit het verleden?

De slavernij afgeschaft

02-07-2013

Anderhalve eeuw geleden maakte Nederland een einde aan de slavernij in Suriname en op de Antillen. Dat is echter meer dan een historisch feit. Hoe gaan we om met collectieve zonden uit ons verleden?

Als je slaaf bent, ben je onvrijwillig in dienst van een ander, die jou als zijn eigendom heeft. De naam slaaf schijnt te verwijzen naar Slavische volken, wonend op de Balkan, uit welk gebied sinds de Oudheid het meeste slaven gerekruteerd werden. In 1772 sprak een rechter uit dat slavernij zich niet verdroeg met het Engelse recht, het Lagerhuis bepaalde dit in 1807, terwijl handel in slaven in 1834 voor alle Britse koloniën verboden werd. Frankrijk volgde veertien jaar later, terwijl Nederland als een van de laatste landen in 1863 slavernij verbood, deze week anderhalve eeuw geleden. Sinds 1 juli 2002 kent Amsterdam een slavernijmonument.

Oom Tom

Wereldwijd is het denken over slaven gewijzigd door De negerhut van oom Tom, dat elke lezende vijftigplusser uit zijn jeugd zal kennen. Het boek van Harriet Beecher Stowe kwam in 1852 op de markt en vertelt het leven van Eliza en oom Tom, eigendom van een vriendelijke slavenbezitter, die hen echter moet verkopen. Wat in de toenmalige cultuur als gewoon gezien werd, bleek mensonterend en immoreel te zijn.
Vanaf de zestiende eeuw heeft ons land, met name de West-Indische Compagnie (WIC), een actieve rol in de slavenhandel gehad, een zeer winstgevende activiteit. Het einde ervan kwam op 1 juli 1863, toen 35.000 slaven in Suriname en 12.000 op de Antillen vrijgelaten werden.
Een schadeloosstelling was er toen evenwel niet voor de slaven, maar voor de eigenaars! Per vrijgemaakte slaaf kregen ze 300 Hollandse guldens, wat werd bekostigd uit de winst die Nederland in de Oost gemaakt had.

Rattengif

Omdat indianen niet geschikt waren voor zwaar werk, mochten slaven dit doen op de koffie-, suiker- en tabaksplantages. De WIC vervoerde honderdduizenden Afrikaanse slaven naar het Caribisch gebied, die er onder slechte omstandigheden leefden. Van de tien miljoen Afrikanen die in drie eeuwen als slaaf vervoerd werden, nam Nederland ongeveer 5 procent voor zijn rekening.
Archieven van rechtbanken lichtten in onze tijd een tipje van de sluier van het leven van slaven en slavinnen op. Het verhaal van Jacqueline is erin te vinden, die rattengif in de chocolademelk van haar meester deed, omdat ze haar geliefde niet meer zien mocht. Voor straf werd haar een arm afgehakt, een vergelding die vaker voorkwam.

***

Dat de geschiedenis in het heden aanwezig is, blijkt uit de woorden die Cynthia Ortega recent sprak. Het oud-kamerlid voor de ChristenUnie was aanwezig op de pinksterconferentie van de stichting Opwekking. Ze verwoordde haar woede en onmacht bij het horen van verhalen uit de slavernijtijd. ‘Waarom voel ik me niet op mijn gemak als ik tussen blanke mensen zit?’ Ze hekelde het dat gevestigde kerken wegkeken van het kwaad van slavernij, om de rust niet te verstoren.

Bijbel

Voor velen is het moeilijk te begrijpen dat de Bijbel slavernij niet scherp veroordeelt. Wel vinden we verschillende teksten die oproepen om slaven goed te behandelen, zoals Kolossenzen 4: ‘Heren, behandel uw slaven rechtvaardig en op gelijke wijze. U weet immers dat ook u een Heere hebt in de hemelen.’ Of Deuteronomium 15:12, waarin we lezen dat een Hebreeuwse man die iemand zes jaar gediend heeft, in het zevende jaar vrij mag weggaan, waarbij deze ‘overvloedig mag delen van het kleinvee, de dorsvloer en de perskuip’. De Israëliet moest bedenken zelf een slaaf in Egypte geweest te zijn. Hoe kun je immers eigen verleden en eigen redding vergeten?
De in onze ogen vreemde opstelling van bijbelschrijvers ten opzichte van slavernij begrijpen we beter als we weten dat slavernij in de tijd van de Bijbel een ander karakter had dan de slavernij uit de voorbije eeuwen. Ze was een bepaalde sociale positie. Als mensen niet voor hun eigen levensonderhoud of hun gezin konden zorgen, verkochten ze zichzelf als slaven. In de tijd van het Nieuwe Testament waren artsen soms als slaaf in dienst van een meester.

Slaven van Christus

Daarmee heeft deze vorm van slaaf-zijn een heel ander karakter dan gedwongen slavernij op basis van (een zwarte) huidskleur of nationaliteit. Wie een ander mens vanwege zijn ras minder waard acht, heeft de Bijbel níet aan zijn zijde.
Waar allerlei vormen van slavernij nog altijd niet uitgeroeid zijn, mogen christenen het voortouw nemen. Jezus zegt (Joh.8) dat wie de zonde doet, een slaaf van de zonde is. Zijn kinderen zijn echter geworden tot ‘slaven van Christus’, omdat ze de wil van God van harte doen. (Ef.6:6)

Gerechtigheid

Tot het doen van Gods wil behoort het opkomen voor gerechtigheid, zoals de International Justice Mission bij voorbeeld doet, die zich tegen moderne slavernij in de vorm van kinderprostitutie (!) in India en Zuid-Amerika keert. Na de ramp in april in Bangladesh, waar een kledingfabriek instortte en 1130 mensen stierven, beseffen we weer iets van de arbeidsomstandigheden van miljoenen in onze wereld. Elke dag verrichten kinderen en ouderen slavenarbeid in steenkoolgroeven, in baksteenfabrieken en op andere plaatsen.

***

Herdenking van het einde van de slavernij in Nederland is daarom een actie die zich wel allereerst, maar niet alleen op het verleden richt. Een schuldbelijdenis over wat geweest is, kan heilzaam werken. In 1985 schreef de conventie van baptistengemeenten in Japan een brief aan de baptisten in Zuid-Korea, waarin schuld werd beleden over het ‘onduldbare lijden’ dat Japan na 1910 gedurende 35 jaar over Korea gebracht had, een belijdenis die ‘genadig werd aanvaard’.
Als we donkere bladzijden uit onze vaderlandse geschiedenis onder ogen zien, vragen we ons af hoe oprecht een collectieve schuldbelijdenis over misstanden uit de zeventiende en achttiende eeuw kan zijn. Daar komt bij dat een dergelijke belijdenis in onze tijd snel gekoppeld wordt aan de vraag om financiële schadeloosstelling. Maar dat neemt niet weg dat de pijn benoemd moet worden die er nog altijd is in het leven van Cynthia Ortega en andere Curaçaoënaars is. Erkenning van onderdrukking en lijden is een stap op de weg naar verzoening en heling.

Geen aanzien des persoons

Herdenken met het hart kan niet zonder gevolgen voor het heden blijven. Is er niet veel meer voor dan ertegen om oog te hebben voor koffieboeren in Guatemala, theeplukkers in Tanzania, om producten te kopen die vanwege eerlijke handel in de schappen van de winkel liggen? Dan moet je als christen zelfs even nadenken voor je een pak hagelslag koopt.
In bijbelse zin heeft schuld immers alles te maken met ons handelen in het heden. Dat geldt ook grote thema’s in de vaderlandse historie. De geschiedenis wil ons steeds weer leren. Nog meer wil het Woord van God ons leren, waarin de toespraak staat die Petrus niet lang na Pinksteren hield: ‘Ik zie nu in waarheid dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig.’ Woorden die de apostel Jakobus in zijn brief over de goede werken herhaalt: ‘Onbarmhartig zal het oordeel zijn over degene die geen barmhartigheid bewezen heeft.’

P.J. Vergunst