blog
Hoe zag het tijdschrift er de eerste tien jaar uit?
De Waarheidsvriend na de start
Negenennegentig volle jaargangen heeft De Waarheidsvriend' momenteel achter de rug. Wat was in het eerste decennium dominant? Een doorsnede van de eerste tien jaar, met ds. M. van Grieken aan het roer.
Hoofdredacteur ds. Van Grieken is vol enthousiasme als het eerste nummer De Waarheidsvriend van de pers rolt. Hij schrijft op 3 december 1909: ‘O! Wij zouden zoo gaarne wensen dat weldra deze krant alle Gereformeerd Hervormde mannen en vrouwen, predikanten en kerkeraadsleden, ouders, onderwijzers, jongelingen en jonge dochters saam kon binden.’
De redactie van het eerste uur heeft er ongelooflijk hard aan gewerkt om deze doelstelling te halen. Na tien jaar mag zij niet ontevreden zijn. Wat in deze periode ter sprake komt, snijdt hout. De Waarheidsvriend is een huisvriend voor velen geworden, ook al noemen anderen hem een ‘Leugenvriend’ en de Gereformeerde Bond een bête noire (lelijk beest).
Wijziging
De Waarheidsvriend wil een belangrijk middel zijn voor de Gereformeerde Bond om zijn doelstelling te verwezenlijken, namelijk ‘de verbreiding en verdediging van de Gereformeerde waarheid in het midden van de Ned. Herv. (Geref.) Kerk, om mede daardoor te komen tot oprichting van de Hervormde Kerk uit haar diepe val en tot wederverkrijging van haar plaats in het midden van ons volk. Haar van ouds door de Heere aangewezen, vasthoudende aan de Dordtse Kerkordening van 1619.’ Dat is de positie sinds 1909. Het is een wijziging ten opzichte van 1906, toen het de pas opgerichte bond ging om vrijmaking van de kerk van het synodale juk.
Behalve voor De Waarheidsvriend ijvert de Gereformeerde Bond van meet af aan voor een bijzondere leerstoel ten behoeve van de opleiding van de aanstaande predikanten. De penningmeester geeft er in elk nummer blijk van dat hij met inzet van al zijn krachten voor dit doel geijverd heeft.
Ferme taal
Vanaf het begin is duidelijk dat De Waarheidsvriend gericht is op het herstel van heel de kerk. De gedachte van een partij, die slechts in de kerk ruimte voor zichzelf zoekt, wijst de bond af. Ook is hij gericht op heel het volk en in die zin zoekt de bond de volkskerk. Niet zoals de confessionelen, die volgens de Gereformeerde Bond een kerk van het volk nastreven, maar een kerk voor heel het volk.
Wie de eerste jaargangen van De Waarheidsvriend leest, krijgt de indruk dat het blad een podium vormt voor de gereformeerd hervormden in de kerk. Zij ontvangen hierdoor een middel om een emancipatiebeweging te zijn. Bonders zijn geen ‘doetjes’. Hun taal is ferm, vastberaden, maar niet hoogdravend; duidelijk, maar ook pastoraal. De leiding is bij ds. Van Grieken in goede, stevige handen.
Zieke kerk
De eerste 520 nummers van De Waarheidsvriend roepen een beeld op van een zoeken en uitdragen van een eigen kerkelijk en confessioneel profiel. De Gereformeerde Bond ziet zich niet als een van de richtingen naast de anderen, zoals de vrijzinnigen/modernen, de ethischen en de confessionelen. Hij ziet zich veel meer als de rechtmatige voortzetting van wat de gereformeerde kerk in ons land vanaf de dagen van de Reformatie heeft willen zijn. De bond roept daarom heel de kerk en heel het volk op bewogen wijze op om terug te keren tot het Woord van God en zich daarbij te laten leiden door de belijdenis. Niet maar in ‘geest en hoofdzaak’, maar naar wat de belijdenis zelf zegt in haar luisteren naar de Schrift.
Telkens wordt duidelijk dat de Gereformeerde Bond geen heil ziet in Afscheiding of Doleantie. De Hervormde kerk is ziek, maar een zieke dien je trouw te blijven. En dan zo dat je de strijd tegen de ziekte niet schuwt, maar die aangaat tegen alles wat zich keert tegen de waarheid van Gods Woord. Dat daarbij ook het verzet tegen de gezangen hoort is voor De Waarheidsvriend duidelijk. De gezangen die in de kerk gangbaar zijn, weerspiegelen immers precies het ‘geest en hoofdzaakklimaat’ van de kerk.
Eerste Wereldoorlog
De lezer van De Waarheidsvriend heeft in die eerste jaren niet te klagen over informatie over wat er allemaal in de kerk gaande is. Belangrijke besluiten van de synode keren telkens terug, zoals het besluit om de ‘geest en hoofdzaakformule’ van de belijdenisvragen toch te handhaven – ondanks brede aandrang om deze te schrappen.
Voor wat er op het brede erf van de kerk gebeurt is evengoed oog: het dreigend predikantentekort, de plaats van de vrouw in de kerk (vrouwenkiesrecht wordt verworpen), ds. J.P. Paauwe te Bennekom die onwettig heeft gehandeld en zo zijn ‘eigen graf gegraven’. Aan het boek van dr. Gunning over de gezangen worden veel woorden gewijd. Ook komt naar voren wat in andere kerken gebeurt.
Heel betrokken is de redactie bij maatschappelijke gebeurtenissen. De Eerste Wereldoorlog raakt De Waarheidsvriend in het hart. Het blad neigt tot een pro-Duitse houding. Veel is er te doen over de al of niet gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs. Maar ook gaat het over kerk en volk in Indonesië, de kolonie waarvoor Nederland verantwoordelijkheid draagt. Het vergaan van de Titanic in 1912 wordt als een oordeel gezien.
Opvallend is de reactie op de mogelijkheid voor Joden in 1917 om naar hun land terug te keren. De Waarheidsvriend wijst deze begeerte af en zegt dat Joden er beter aan doen zich te bekeren tot Christus.
Nog geen leerstoel
De bijzondere leerstoel is er aan het eind van deze periode nog niet. Uiteindelijk strandt de vestiging ervan in Den Haag. De Gereformeerde Bond heeft de reguliere hoogleraar dr. H. Visscher op het oog. Hij wordt benoemd, maar tot effectuering komt het niet. Dat heeft mede te maken met de houding van dr. Visscher ten opzichte van het zogenaamde modus vivendi, dat uit de koker van de Utrechtse hooglaren komt: de kerk zou opgedeeld moeten worden in de verschillende richtingen en een administratief kerkelijk verband moet hen verbinden. Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond is hier tegen, dr. Visscher ervoor. De weerslag van het verschil van mening is te zien in het nu eens wel en dan weer niet schrijven van dr. Visscher in De Waarheidsvriend – zijn artikelen zijn doorwrocht, maar ellenlang en saai van stijl.
Veel aandacht is er voor wat er gebeurt in hervormd-gereformeerde kring. Er zijn stapels ingezonden brieven, die telkens beantwoord worden. Over mondigheid van de lezers gesproken. Ik noem één gebeurtenis die de redactie en lezers van De Waarheidsvriend diep heeft geschokt. Het is het overlijden van de jonge zendeling A.A. van de Loosdrecht op Celebes, in dienst van de Gereformeerde Zendingsbond. In 1913 werd hij uitgezonden en in 1917 op 32-jarige leeftijd vermoord.
W. Verboom
Dr. W. Verboom uit Harderwijk is emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond.