Waar bent u naar op zoek?

Dichterlijke vertalingen van Luthers liederen vertolken het Evangelie

17-04-2019

Dichten en zingen zijn nogal eens synoniemen. Daarom worden dichters wel zangers genoemd. En zingen is weer nauw verbonden met bepaalde vogels die bekend staan om hun fraaie zang, met name de leeuwerik en de nachtegaal, schrijft dr. J. de Gier.

Zo droeg de achttiende-eeuwse dichter Hubert Korneliszoon Poot, afkomstig uit het plaatsje Abtswoude bij Delft, de erenaam ‘de nachtegaal van Abtswoude’. Het is één voorbeeld uit vele.

Iets dergelijks gebeurde in Duitsland. Vanaf 1523 circuleerde daar een lied waarin een dichter werd aangeduid met de eervolle naam ‘de Wittenbergse nachtegaal’. Die dichter-zanger blijkt de bekende reformator Maarten Luther te zijn, die tientallen liederen schreef. Enkele hiervan verwoorden het wonder van Pasen. 

Eerste lied

Aanvankelijk was Luther niet actief als dichter. Dat veranderde vrij plotseling in 1523, toen twee Augustijner monniken, Hendrik Voes en Johannes van Essen, op de Grote Markt in Brussel vanwege hun ‘ketterse’ opvattingen werden verbrand. Hun marteldood greep Luther, die zelf zijn opleiding bij de Augustijnen had gehad, zeer aan.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 18 april 2019.

Klik hier om een los nummer te bestellen, en hier om een abonnement op De Waarheidsvriend te nemen.