Waar bent u naar op zoek?

Dienstbaar aan de kerk

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
14-10-2021

Waar wordt er in Nederland gereformeerde theologie beoefend? Hopelijk blijven er plekken waar de theologie dienstbaar aan de kerk van Christus is. Grondige kennis blijft nodig. En niet minder: ‘Een predikant moet zelf door ondervinding weten wat bekering is, wat bidden is, wat geloven in Christus is.’

Schaarste aan financiële middelen, daartoe heeft de theologiebeoefening in ons land zich te verhouden. Een schaarste aan gekwalificeerde theologen, dat zien we tegelijk ook. In januari 1981 vroeg prof. dr. A.J. Bronkhorst als voorzitter van de hervormde commissie voor het Theologisch Wetenschappelijk Onderwijs in de synode aan de kring van de Gereformeerde Bond: ‘Waar zijn uw Bogermannen?’, een vraag die tot een bekende uitdrukking geworden is.

Bogerman, een calvinistisch theoloog, hoogleraar aan de universiteit van Franeker, staat hier model voor het samengaan van een gereformeerde overtuiging met een wetenschappelijke statuur. ‘Kom met uw Bogermannen, wij zullen hen benoemen’, aldus Bronkhorst. Dat onze synode ‘hedendaagse Bogermannen’ benoemt, kunnen we niet afdwingen – ik constateer dat in 2015 dr. T.T.J. Pleizier aan de PThU benoemd is tot universitair docent Praktische theologie en hij hiermee de enige docent is die lid van onze vereniging is. Zijn ze er niet, zij die hoogleraar zouden kunnen worden? Ja, ze zijn er wel.

Graafland Centrum

De vraag naar de Bogermannen is onder ons wel serieus opgepakt. Twintig jaar geleden startte het zogeheten promovendiberaad, waarin support gegeven werd aan hen die in de pastorie promoveren wilden. Voor de kerkenraden die denken dat gerichte studie van hun predikant vooral een vorm van persoonlijke hobby is in plaats van dienst aan de kerk als geheel, schreven we de brochure ‘Wie niet studeert…,’ een variatie op het op luie theologen gerichte gezegde ‘Wie niet studeert, is niet bekeerd’. En recent is het Cornelis Graafland Centrum gestart, waarvoor prof. dr. H. van den Belt zich elke week een dag inzet. Het CGC (zie p.17) wil promovendi en gepromoveerde theologen een onderzoeksplatform bieden en wil theologisch onderzoek stimuleren en coördineren. Als fondswerving succesvol is, hopen we jonge theologen enige vrijstelling te bieden om naast hun werk als predikant aan een promotiestudie te werken. Feit blijft ondertussen dat de vereisten om benoembaar te zijn aan een theologische faculteit, erg hoog geworden zijn én de theologie op vele plaatsen losgezongen lijkt van de kerk.

Welke plekken?

Het is goed om helder te hebben op welke plekken er in Nederland op academisch niveau gereformeerde theologie beoefend wordt. Dat is aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar we geen opvolger voor prof. Van den Belt benoemen konden. De reden is dat een benoemingscommissie geen rekening mocht houden met de levensovertuiging van de sollicitanten, wat betekent dat de persoon met wetenschappelijk het beste cv benoemd zou moeten worden. Dan kan een vrijzinnige theoloog die meer kennis van de Reformatie heeft, de voorrang krijgen.

In Apeldoorn volgen diverse jonge mensen de bachelor aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Na het debacle rond de GTU zien we dat de TUA zich herpakt, haar vleugels uitslaat, diverse gekwalificeerde mensen aan zich kon binden; met het hersteld hervormd seminarie is een onderzoekscentrum naar puritanisme en piëtisme opgericht, terwijl diverse hervormd-gereformeerde theologen benoemd werden: Marten van Willigen voor de Vroege Kerk, Jaco van der Knijff voor liturgiek en Bram de Muynck sinds enige weken zelfs op een reguliere hoogleraarspost, Christelijke pedagogiek, nadat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in september 2020 besloot dat een hoogleraar niet per se CGK-lid hoefde te zijn. Vorige maand startte de nieuwe leerstoel ‘Theologie en muziek’ met prof. Albert Clement. Eerder dit jaar werd een predikant van de Gereformeerde Gemeenten, mr. dr. W.A. Zondag, bijzonder hoogleraar ‘Kerk, recht en samenleving’.

Met de Theologische Universiteit van Kampen, die voorgesorteerd staat om te verhuizen naar Utrecht, zijn de contacten beperkt, al mocht prof. J. Hoek in 2011 de rede bij de opening van het academisch jaar houden. De lutherse dr. Sabine Hiebsch is hier hoogleraar, een van de tekenen dat deze instelling toegroeit naar de PThU en de Protestantse Kerk. Niet ver over de grens: aan de Evangelische Theologische Faculteit van Leuven hebben diverse hervormd-gereformeerde theologen momenteel een kleine benoeming: M.J. Paul, A. Goudriaan, A.J. van den Herik, terwijl prof. Jos de Kock rector is. Over de Vrije Universiteit schreef ik vorige week al iets. Hier zijn we met de faculteit Religie en Theologie in gesprek om naast dr. Van den Belt parttime een tweede theoloog te benoemen. Tot volgende week is er tijd om te solliciteren. Ook prof. dr. G. van den Brink is hier werkzaam. De faculteit positioneert zichzelf als kenniscentrum voor religie in de samenleving. Twee jaar terug was er een reorganisatie die door decaan prof. dr. Ruard Ganzevoort een transitiescenario genoemd werd. Ik citeer: ‘Het moment waarop er moet worden ingegrepen, heeft wel te maken met nood. Als je enorme reserves hebt, kun je je veroorloven dat geleidelijk te doen, zonder mensen te ontslaan, maar die luxe hebben we niet.’ Tegen die achtergrond is de ruimte voor de Gereformeerde Bond om hier iemand te benoemen verklaarbaar.

PThU

Inzoomen doen we vooral op de universiteit van onze kerk, de PThU. Als we daarop ingaan, wil ik dat zo inhoudelijk mogelijk doen, in het besef dat elke uitspraak kerkpolitiek (een begrip dat ik al jaren ver van me wil houden) uitgelegd kan worden. Waarom ik dit toch noem? Wel, als ds. P.H. van Trigt in De Waarheidsvriend uitspreekt blij te zijn met de benoeming van dr. Kees Boele als nieuwe bestuurder, hoor ik terug dat die waardering zijn positie lastiger maakt. Als de Gereformeerde Bond blij met jouw komst is, moeten andere delen van de kerk argwaan gaan krijgen. Zó willen we niet denken, niet opereren. De grondslag van de kerk is ons ijkpunt, de belijdenis van de Reformatie – en op het functioneren daarvan willen we onszelf en de ander houden. Veel contact was er het voorbije jaar met de leiding van de PThU. Die contacten staan van ons uit in het kader van loyaliteit. De universiteit is de plaats waar jonge mensen opgeleid worden die in onze kerk dienen gaan. In de kerk zijn we aan elkaar gegeven, aan elkaar verbonden, weten we van een gezamenlijke roeping. Die houding naar de ander sluit bij momenten een kritisch tegenover niet uit.

Hoopvol

Vandaag verwoord ik dat zowel de kritische positie over de voorbije jaren zeer terecht was én dat de recente benoemingen van dr. Boele als bestuurder en van prof. Maarten Wisse als rector ons hoopvol stemmen. Laat ik noemen wat ons de voorbije tijd toegezegd is, namelijk dat er gerichte aandacht voor studenten komen zal. Ook docenten met een andere kerkelijke kleur zullen oog moeten hebben voor het denken van orthodoxe studenten. Er zal ingezet worden op een ‘integratief theologisch reflectief vermogen’ van jonge theologen, opdat zij voldoende theologische visie en bestuurskracht leren om vandaag de kerk te gaan dienen.

Met het oog hierop is er een bezinning gaande op de encyclopedie van de theologie (dat wil zeggen op de onderlinge samenhang van de theologische subdisciplines) om helder te krijgen hoe verschillende disciplines met elkaar verbonden zijn, een bezinning waaraan enkele van onze bestuursleden eerder dit jaar deelnamen. Wij achten de keuze voor een lineaire encyclopedie (denkend vanuit de Schrift naar de systematische en daarna naar de praktische theologie) boven een plurale encyclopedie grote winst. Gesprekken over de identiteit en de strategische koers van de PThU stemmen ons hoopvol, gesprekken waarin wij het goed recht van katholiek-gereformeerde theologie blijven inbrengen. Waar mogelijk geven we steun en hebben we onze inbreng – en ondertussen kennen we in prof. W.H.Th. Moehn een bijzonder hoogleraar aan de universiteit van onze kerk. We stimuleren hem om zijn kennis van de Reformatie binnen de uren die hij beschikbaar heeft, zo breed mogelijk in te zetten.

Bekwaam tot het werk

Theologie als wetenschap kent hoge pretenties. Theologie als wetenschap mag dienstbaar zijn aan de kerk van Christus. In zijn Redelijke Godsdienst schrijft Wilhelmus à Brakel over de bekwaamheid tot het ambt op een wijze die vandaag ter zake is. Als hij over de bekwaamheid tot het werk spreekt, legt hij nadruk op geleerdheid, op grondige kennis. Een predikant moet veel in het Woord lezen, het oogmerk van de Geest en de samenhang naspeuren, parallelle plaatsen vergelijken. ‘Dat is nog niet alles, zo hijzelf door de Heilige Geest niet is verlicht en bekeerd, zodat hij de zaken die hij in het Woord leest, zelf in zijn hart bevindt. Hij moet zelf door ondervinding weten wat bekering is, wat bidden is, wat geloven in Christus is.’ Daar komt de bekwaamheid om te leren bij, welsprekendheid. ‘Liefde tot Christus, tot Zijn zaak en tot Zijn schapen, zelfverloochening, ijver – in het algemeen een voorbeeld in alles.’

Voor alle tijden en plaatsen zegt Brakel hier wat er wezenlijk toe doet. Wij vragen dit van de opleiding, we vragen dit van onze kerk, die docenten benoemt en leden van de raad van toezicht.

Opdat in de gemeente vandaag de bediening van de verzoening plaatsheeft, zij opgebouwd wordt in het allerheiligst geloof als blijvend gewezen wordt op het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegdraagt. Zo wordt de theologie vooral doxologie, lofprijzing van God.

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst