Waar bent u naar op zoek?

Ds. C. van Bart

ds. J.W. van Bart
Door: ds. J.W. van Bart
05-08-2021

Op 10 juli kwam er een einde aan het aardse leven van Cornelis van Bart. Hij mocht de hoge leeftijd van negentig jaar bereiken. In die negentig jaar was hij eerst zoon, later echtgenoot, vader, grootvader en overgrootvader. In die kring zal hij vanwege zijn betrokkenheid en altijd aanwezige interesse voor jong en oud gemist worden. Kees van Bart werd op 16 augustus 1930 in Maarssen geboren. Zijn vader was fabrieksarbeider en zijn moeder weidde zich aan het gezinsleven: eenvoudige mensen die zich eerst niet zo goed raad wisten met een zoon die goed kon leren. Kees volgde daarom een voorzichtige route via de mulo naar de hbs. Na de hbs overwoog hij om geneeskunde te gaan studeren, een terrein waar hij zijn leven lang interesse voor heeft gehouden. Maar hij voelde de roeping om op een andere wijze te gaan dienen; als predikant.

Brede interesse

In 1952 begon hij aan de studie theologie in Utrecht. Later vertelde hij vaak over de colleges van onder anderen professor Severijn, Van Ruler, Hulst en Van Unnik. Zijn interesses waren ook toen al breder. In 1956 hield hij op Voetius een lezing over de werken van Dostojewski, een schrijver met wie hij tot op hoge leeftijd bezig is geweest. In 1958 rondde hij de studie af en trouwde hij met Adri Waasdorp, dochter van een boekverkoper uit Utrecht die hij had leren kennen in de winkel. Zij betrokken de pastorie van Nieuwer Ter Aa. Daar werden de zonen Peter en Johan geboren. In 1963 vertrokken ze naar Putten, de tweede en laatste gemeente. In Putten werden dochter Ineke en zoon Jan Willem geboren.

In 1969 rondde hij zijn doctoraalscriptie af over de cultuurwaardering bij Friedrich Gogarten. Het onderwerp van zijn scriptie tekende opnieuw zijn brede interesse. Gogarten kwam uit de kringen van Karl Barth, van wie hij ook veel las. Hij schreef voor de IZB over Sölle, Moltmann en Pannenberg en verdiepte zich in de theologie van Helmut Thielicke.

In 1972 viel er een zware schaduw over het gezin door het overlijden van zoon Johan na een ziekteperiode van twee jaar. Die ziekteperiode en het overlijden van hun kind op tienjarige leeftijd hebben het leven van mijn ouders blijvend bepaald. Ik meen dat mede hierdoor Putten de laatste gemeente is gebleven ondanks diverse beroepen in de jaren die volgden.

Dorpsdominee

In Putten werd hij de dorpsdominee, hij groeide mee met de gemeente van vier naar zes predikantsplaatsen. In die tijd werd de Zuiderkerk gebouwd. Hij groeide ook mee met de mensen. In de dertig jaar dat hij de gemeente mocht dienen, heeft hij veel mogen betekenen in het pastoraat maar vooral ook in de bediening van het Woord. Hij verkondigde Christus, ‘de genade om niet’, zo verwoordde iemand het na zijn overlijden.

Intussen was hij betrokken bij zaken in de breedte van de kerk. Zo was hij jarenlang docent ethiek bij de opleiding voor hulppredikers in de Nederlandse Hervormde Kerk. Deel maakte hij uit van de regionale commissie voor het opzicht. Bij zijn emeritaat, in 1993, werd daarover gezegd: ‘Hij zei niet veel, maar áls hij wat zei, kon je maar beter goed luisteren!’ Velen herinneren hem als betrokken, bescheiden, wijs en voorzichtig.

In 2011 overleed zijn vrouw en dat was een grote klap voor hem. De glans van het leven was verdwenen. Toch lukte het hem om het leven nog weer op te pakken. Het lezen en studeren bleef zijn grote passie. De nieuwe werken van professor Van de Beek en Van den Brink heeft hij alle doorgenomen met de hem zo kenmerkende nauwkeurigheid. Hij bleef breed geïnteresseerd in de wereld maar vooral in de familiekring. Langzaam begonnen de jaren te tellen. Begin dit jaar kon hij niet langer thuis blijven wonen. Hij kwam uiteindelijk in verpleeghuis De IJsvogel in Ermelo. Daar gleed hij in alle rust uit dit leven.

In de rouwdienst in de Nieuwe kerk te Putten verwoordde mijn broer het mooi. Hij vertelde dat hij veel preken van mijn vader had gehoord. ‘Een zo’n preek die me bijgebleven is, ging over het thema “Waar de Meester is, zal ook de dienaar zijn”. Mijn vader is zijn hele leven een dienaar geweest. Met hem zijn we in het vaste vertrouwen dat deze dienaar nu bij zijn Meester is.’

ds. J.W. van Bart
ds. J.W. van Bart