Waar bent u naar op zoek?

ds. G. Schaap

ds. J.M. Molenaar
Door: ds. J.M. Molenaar
12-05-2022

‘Een sterven dicht bij God is de vrucht van een leven met God.’ Het zijn woorden van Gijsbert Schaap in een interview over zijn promotiestudie. Deze woorden werden op 4 mei 2022 werkelijkheid voor hem. In het bijzijn van zijn geliefden stierf hij dicht bij God. Hij ontving 73 levensjaren. De woorden van de laatste psalm die zijn geliefden rond zijn sterfbed zongen, geven troost in hun verdriet: ’k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên…

Getrouwd

Opgegroeid in Huizen, trouwde hij in 1970 met Cobie Hammer. In de Grote kerk van Genemuiden bevestigde ds. G. van Estrik hun huwelijk. Het pasgetrouwde paar kreeg de woorden mee van uit Psalm 4: ‘Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere!’ In de jaren die volgden, kreeg hij het verlangen om de Heere te dienen in het ambt. Hij pakte de theologiestudie op en diende vier jaren als ouderling in de hervormde gemeente van Huizen.

Samen ontvingen zij zeven kinderen. Later mochten zij kleinkinderen en zelfs een achterkleinkind ontvangen. Hij genoot van zijn gezin, al had hij ook zo zijn eigen ‘studeermijmeringen’ in hun aanwezigheid. Hij schreef hierover: ‘Ik ben mij ervan bewust dat ik veel van hen gevraagd heb. Vaak te veel. Al was ik dan in de kring van mijn gezin, tegelijk was ik in een ‘andere wereld’’. Dat alles nam niet weg dat hij royaal voor hen klaarstond en er altijd voor hen wilde zijn.

Gediend

Op 17 januari 1982 werd hij door ds. A. van Brummelen in Poederoijen-Loevestein bevestigd tot predikant. Hij deed intrede met de woorden uit Johannes 1:29b: ‘Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.’ Na Poederoijen-Loevestein mocht hij meerdere gemeenten dienen: Oud-Beijerland, Rijssen en Hellouw.

In 2015 ontmoette ik hem voor het eerst. Vrolijk en vriendelijk was zijn ontvangst. Zijn mildheid en royale collegialiteit vielen op. Zijn blik kreeg iets resoluuts, toen ik vroeg wat het belangrijkste is in het predikantschap. Het antwoord was kort en helder: ‘Dienen!’ Zo verlangde hij zijn weg te gaan in het kerkelijke leven. Hij preekte graag uit het Johannesevangelie en vertelde dat het zijn liefste werk was om Jezus aan te wijzen. De ‘Jezus-vroomheid’ die hij ontdekte in de Hoogliedpreken van Ridderus, stempelde ook zijn eigen leven en werk.

Gepromoveerd

De roerige jaren rond de kerkscheuring van 2004 grepen hem aan. Dat er zich een scheiding voltrok tussen broeders van hetzelfde huis, viel hem zwaar. In deze jaren startte hij zijn promotiestudie. Zelf zei hij hierover dat je als predikant heel veel moet geven. ‘Dan heb je daarnaast ook bronnen nodig om te ontvangen.’ Hij promoveerde bij prof. dr. H.J. Selderhuis op het proefschrift Franciscus Ridderus (1620-1683). Een onderzoek naar zijn theologie, bronnen en plaats in de Nadere Reformatie. Hij was gezegend met veel energie en werkkracht. Het was zijn verlangen om ook na zijn emeritaat verder te gaan met de studie van de Nadere Reformatie. De ziekte die al spoedig na zijn emeritaat openbaar kwam, maakte dit echter onmogelijk.

Getuigd

De ‘Jezus-vroomheid’ die zijn leven stempelde, zocht hij ook in het geheel van de kerk. Het was zijn verlangen dat we meer katholiek zouden denken en spreken. Eerlijk stelde hij de vraag: ‘Zijn we niet bezig met onze reformatorische opvattingen en instellingen te verengen en te verschralen?’ Daarbij zocht hij naar een vroomheid die christenen uit alle eeuwen en in alle plaatsen verbindt: ‘Het is de tragiek van onze tijd dat we die vroomheid missen en niet meer meditatief kunnen leven. Wellicht is dat een van de belangrijkste oorzaken van het verval dat zich momenteel voordoet.’ Wanneer hij deze zorg deelde, werd het gesprek nooit zuur of somber. Zijn vrolijke ernst doortrok elke ontmoeting.

Gestorven

Een aantal weken geleden kwam ik bij hem. Zijn gezicht stond strak. Gevangen in zijn eigen lichaam. Samen met zijn vrouw begonnen we te zingen. Zijn gezicht kreeg ineens weer de vrolijke ernst van eerder. Vol overgave zong hij mee: ‘Ja, mijn ziel dorst naar de Heer, God des levens, ach wanneer?’ Samen met zijn geliefden zijn we dankbaar dat de dorst van deze dienaar van Jezus inmiddels is gestild bij Hem.

ds. J.M. Molenaar
ds. J.M. Molenaar