ds. H. Jongerden
Hendrik Jongerden werd op 26 april 1930 geboren. Hij groeide op in Baarn. Het hoofd van de school zorgde ervoor dat Henk mocht doorleren.
Catechisatie kreeg hij van ds. I. Kievit. Deze vroeg eens aan de catechisanten: wie zou er predikant willen worden? Deze vraag liet ds. Jongerden niet meer los. Hij ging theologie studeren en werd in 1957 predikant in de hervormde gemeente in Zijderveld.
Daar leerde hij Gerda Jansje Bronkhorst kennen, een van de belijdeniscatechisanten. Op 20 september 1960 werden ze getrouwd door ds. J.H. Vlijm. Twee jaar later vertrokken ze naar Schoonhoven. Daar werkten broeder en zuster Jongerden vier jaar.
Veenendaal
In 1966 werd ds. Jongerden door God naar Veenendaal geroepen. Maar liefst 29 jaar heeft hij onze hervormde gemeente gediend. Hij verkondigde het Evangelie in alle wijkkerken, maar hij was er vooral voor Gods gemeente in de Sionskerk. Deze gemeente had in 1965 een eigen kerkgebouw gekregen, gelegen in de Zuidwijk. Met hart en ziel heeft ds. Jongerden zich voor onze gemeente ingezet. Op 30 april 1995 mocht hij de taak waarvoor God hem geroepen had, teruggeven en werd hij emeritus predikant.
Zuster en broeder Jongerden bleven in Veenendaal wonen. In al die jaren waren ze vergroeid met de Veense gemeente. Ze waren God dan ook bijzonder dankbaar dat ze in de achtertuin van de pastorie een eigen huis konden bouwen. Meer dan 25 jaar hebben ze daar samen gewoond. Na zijn emeritaat werkte ds. Jongerden nog vijftien jaar als ouderenpastor in Ochten.
Zo lang hij kon, bleef hij het Evangelie verkondigen. Iedere morgen studeerde hij in de Bijbel. Dat was zijn lust en zijn leven. Hij was een Schriftgeleerde, die nieuwe en oude schatten vond. Die schatten wilde hij uitdelen. Maar toen hij 85 jaar was, moest hij stoppen.
Vanaf dat moment nam hij iedere zondag deel aan de eredienst in de Sionskerk. Omdat ik in de hal van de kerk de gemeente welkom heet, zag ik hem vaak binnenkomen. Dan keek hij even naar mij. En ik meende te zien dat hij wat jaloers was. Hij zou zo graag op mijn plaats hebben gestaan om het Evangelie te verkondigen en de Heere Jezus aan te prijzen. Maar het ging niet meer.
Nieuwe dingen
Zijn overlijden was totaal onverwachts. In huis viel hij van de trap en een dag later overleed hij in het ziekenhuis. In de dienst van Woord en gebed voorafgaande aan de begrafenis stonden bijbelgedeelten centraal die voor ds. Jongerden belangrijk waren: Jesaja 43 en 65.
Bij zijn afscheid van de Sionskerk preekte hij over Jesaja 43: ‘Zie, Ik maak iets nieuws.’ De ballingen in Babel verheerlijkten het verleden. Zoals het vroeger was, zou het nooit meer worden, dachten ze. God zou nooit meer zulke grote daden doen als de uittocht uit Egypte en de intocht in Kanaän. Ze leefden met hun rug naar de toekomst. Maar Jesaja verkondigde hun dat God grote dingen zou gaan doen. Zo riep ds. Jongerden op om open te staan voor de nieuwe dingen die God zal gaan doen. Een nieuwe uittocht. Een nieuw begin.
Dat is een bemoediging voor ons. De bloeitijd onder ds. Jongerden is voorbij. Wij leven in een krimpende kerk.
We mogen echter grote dingen van God verwachten.
Vrolijk zijn
In 2017 was hij zestig jaar predikant. Bij dat jubileum had hij willen preken over Jesaja 65. Daar zegt God: ‘Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk.’ Deze tekst ligt in het verlengde van een ontdekking die ds. Jongerden deed, toen hij nog aan de Sionskerk verbonden was. Gemeenteleden vertelden me dat ds. Jongerden verrukt was, toen hij ontdekte dat hij God ‘Vader’ mocht noemen. De tekst voor zijn ambtsjubileum was opnieuw een ontdekking. Als Gods Koninkrijk gekomen is, zullen wij ons in God verblijden. Maar het is ook andersom. De vreugde is wederzijds. God zal vrolijk zijn over Zijn volk. Wij zijn blij met Hem. Hij is blij met ons. Dat is het nieuwe, het onvoorstelbaar mooie dat God scheppen zal.
In de dienst van Woord en gebed hebben we God gedankt voor alles wat Hij ons door ds. Jongerden gegeven heeft. Voor velen is hij een wegwijzer naar Christus geweest.