Waar bent u naar op zoek?

Ds. K.M. Teeuw doet intrede in Ridderkerk

19-01-2023

Op zondag 8 januari werd ds. K.M. Teeuw bevestigd als predikant van de hervormde gemeente Singelkerk in Ridderkerk door ds. F. Hoek, de consulent. Centraal stond Johannes 1:6-8, met als thema ‘Licht’. In deze verzen staat, zo gaf ds. Hoek aan, een taakomschrijving voor een predikant: ‘De roeping en zending van ds. Teeuw is be- gonnen bij God. Net als Johannes de Doper moet ds. Teeuw wijzen op het Licht. De eerste roeping van een predikant is dan ook de Evangelieverkondiging op zondag.’

Ds. Teeuw werd bevestigd door zijn vader, ds. P.J. Teeuw. In een persoonlijk woord bemoedigde de bevestiger zijn zoon: ‘De duisternis doet constant een greep naar het Licht. Dat is door heel de geschiedenis gebleken en zal zo blijven. Maar de duisternis heeft het niet begrepen (of: gegrepen). De Heere gaat door met Zijn werk en de duisternis is overwonnen door het Licht.’ De tekst voor de intrededienst was Johannes 1:14: ‘Gods verhuisbericht’. ‘Het is mijn verlangen dat we als gemeente God zien, iets van het mysterie van Zijn heerlijkheid ervaren en aangeraakt worden door Zijn glorie. De schepping en de Thora zijn hiervoor ontoereikend. Daarom heeft God het duizelingwekkende besluit genomen Zelf te komen, als een allergrootste poging om ons te redden. Hij tabernakelt onder ons’, aldus ds. K.M. Teeuw.

Wethouder C.A. van der Duijn Schouten sprak namens de gemeente Ridderkerk. Hij benoemde het feit dat kerk en staat gescheiden zijn, maar in Ridderkerk niet met de rug naar elkaar staan. Er wordt gezocht naar samenwerking. Vervolgens werd ds. Teeuw welkom geheten door ouderling R. van Zetten, namens de algemene kerkenraad en door ds. G. van de Wetering namens de werkgemeenschap. Namens de Singelkerkgemeente verwelkomde ouderling M.J. Koese de nieuwe predikant, zijn vrouw en hun kinderen. Na een dankwoord richting ds. Hoek gaf hij aan dat de gemeente zich kenmerkt door een sterke concentratie op de eredienst. Hij sprak de wens uit dat dominee en gemeente het met elkaar verwachten van God.

Ds. Teeuw eindigde met een dankwoord en had als slotlied gekozen voor lied 9 uit Weerklank: ‘Heer, onze God, hoe heerlijk is Uw naam.’