Ds. L.H. Oosten is een blijmoedig mens
Over de ontwikkelingen in de kerk maakt ds. L.H. Oosten zich grote zorgen. Ik ga eronder gebogen. Tegelijk doet hij blijmoedig zijn werk. We moeten ondanks alles toch maar uitgaan van het geloof in de trouw van God.
‘Als ik terugkijk op de afgelopen veertig jaar, valt de achteruitgang in het kerkelijke leven in het oog. Vroeger waren de kerken vol. Er was rust. Dat is allemaal ontzettend veranderd. De ontkerkelijking zet door, ook in onze kringen. Je ziet de kerken leger worden. Een oudere generatie is weggevallen, jongeren haken af. We hebben in de jaren zeventig een mooie tijd beleefd. Die fleur is er een beetje af.
Maar ik ben gelukkig optimistisch van aard en niet iemand die bij de pakken gaat neerzitten. Ik houd me vast aan het geloof in de trouw van God, Die waakt over Zijn kerk. Zelf word je steeds machtelozer om de mensen bij elkaar te houden en onder het Woord te krijgen.’
Breedtegevoel
‘Een strak hervormd kerkelijk standpunt kom je ook steeds minder tegen. Men stapt steeds makkelijker over naar andere kerken. Vroeger kwam het in een hervormd mens niet op je eigen gemeente los te laten. Dat heeft niets met kerkisme te maken. Je wilt een ander volledig erkennen, maar je eigen kerk laat je niet los. Je bent hervormd en daarmee uit.
Er hebben wel mensen tegen mij gezegd: ik had gedacht dat u toch wel hersteld zou zijn. Maar er is geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt. Over de Protestantse Kerk voel ik me zeer bezwaard, vanwege de geestelijke situatie. Daarbij denk ik dan aan de apostel Paulus. Aan het eind van Handelingen staat dat hij het evangelie in Rome onverhinderd predikte. Dat mag ik ook nog steeds doen. Er wordt ons geen strobreed in de weg gelegd.
Ik heb zelfs het gevoel dat men van synodewege hervormd-gereformeerden er nog graag bij wil hebben. Niet dat ze graag naar ons luisteren, maar ze willen ons toch ook niet kwijt. Je moet dit niet eens direct financieel zien. Natuurlijk moet er ook een geldstroom bij ons vandaan komen, maar er zit een breedtegevoel achter.
Ik ben jaren kerkvisitator geweest. Toen kwam ik dat ook tegen. Je gaat dan om met mensen van heel andere richting. Velen vinden het mooi dat de één in onze kerk het zus ziet en de ander zo. Zo denk ik zelf natuurlijk niet. Als ik in gemeenten van een andere richting voorga, kies ik eenvoudigere stof die begrijpelijker is voor mensen die onze prediking van binnenuit niet verstaan. Men heeft in grote delen van de kerk geen antenne meer voor de gereformeerde theologie en de tale Kanaäns. Ik probeer eenvoudig te zeggen waar het op aan komt, zonder om de kern heen te draaien. Soms wordt dit gewaardeerd. Niet in de zin dat men je makkelijk terugvraagt, maar voor een keer vinden ze het aardig.’
Lees de volledige tekst van dit interview in De Waarheidsvriend van 21 oktober 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)