Waar bent u naar op zoek?

Ds. T.C. de Leeuw neemt afscheid van ’s-Grevelduin-Capelle

22-09-2022

Ds. T.C. de Leeuw heeft in verband met zijn emeritaat zondagmiddag 4 september afscheid genomen van de hervormde gemeente ’s Grevelduin- en Vrijhoeve-Capelle te Sprang-Capelle. Ds. De Leeuw was ruim negen jaar, sinds 13 januari 2013, aan de gemeente verbonden. De eerste aanvangstekst was 1 Timotheüs 4:13-16, de tekst waarmee hij bevestigd werd als predikant op 4 maart 1990 door ds. R. van Kooten. De tweede aanvangstekst was 2 Kronieken 18:13, zijn intredetekst op 4 maart 1990. De schriftlezing tijdens de afscheidsdienst was Handelingen 20:17-38 met als tekst de verzen 20 en 27. Boven de preek was geschreven: ‘Bij het bewogen afscheid bij zijn emeritaat blikt de apostel Paulus terug op zijn prediking en pastoraat’. Het thema van de preek was ‘Een bewo gen terugblik op prediking en pastoraat’, met als aandachtspunten: prediking en pastoraat, pastoraat en prediking. Hoe zal een dienaar van het Woord altijd kil en koud en onbewogen kunnen blijven, terwijl die bezig is om de aan hem toevertrouwde zielen te verkondigen die ene Naam door God onder de hemel onder de mensen gegeven tot zaligheid. Die ene naam van Jezus, de Heiland, de Zalig-maker. Het is soms een moeilijk werk, maar ook een heerlijk werk, zei ds. De Leeuw. ‘Ik hoop dat u in de achterliggende jaren iets van die bewogenheid heeft mogen ondervinden. Geliefden, geloof in de Heere Jezus Christus en je zult zalig worden. In uw midden mocht ik als uw herder en

Het afscheidswoord werd ingedeeld in drie punten: verbaasd, verheugd en verwonderd. Hierna werd Ds. De Leeuw toegesproken door ds. J. Boom als consulent, namens de werkgemeenschap van predikanten, de classis Noord-Brabant, Limburg en Réunion Wallonne en ouderling-scriba J. Maaijen. Met het formulier ‘Orde voor het afscheid van een dienaar des Woords’ uit het dienstboek van de Protestantse Kerk werd het afscheid bevestigd. Het predikantsechtpaar werd Psalm 17:4 in aangepaste vorm toegezongen. Kinderen De Leeuw zongen het lied ‘Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart’.