Waar bent u naar op zoek?

blog

Paus agendeert thema dat vraagt om geestelijke bekering

Een barmhartig jaar

08-12-2015

Deze week gaat het van start: het jaar van de barmhartigheid. Op de agenda gezet door paus Franciscus. Opdat we met elkaar meer zicht krijgen op de barmhartigheid van God.

Voor de paus is het zonder twijfel waar dat barmhartigheid tot het wezenskenmerk van de kerk behoort. Ik weet het niet, maar wellicht zou de rooms-katholieke kerkleider er voorstander van zijn dat in protestantse kerkenraden veel meer diakenen dan ouderlingen zitting namen, terwijl onder ons het opzicht over de leer en het leven nogal eens hoger aangezien wordt dan de dienst van de barmhartigheid. Waar telt de kerkenraad immers vier ouderlingen en negen diakenen? 

Gekneusd en gewond

In 2013 schreef Franciscus in The Joy of the Gospel (De vreugde van het Evangelie) woorden die als zijn program gelezen kunnen worden: ‘Ik geef de voorkeur aan een kerk die gekneusd, gewond en vuil is omdat zij langs de straten is getrokken boven een kerk die ziek is omdat zij zich heeft opgesloten en zich uit gemakzucht vastgeklampt heeft aan eigen zekerheden.’ De paus zei bang te zijn voor een kerk die haar regels handhaaft ‘terwijl vlak voor onze deur mensen sterven van de honger, en Jezus onophoudelijk aandringt: ‘Geven jullie hun te eten.’’ Volgens mij is er niemand die tegen de rooms-katholieke kerkleider kan zeggen: ‘Ja, dat is úw mening.’ 

Bekering

Hoe kan in het leven van de kerk de barmhartigheid nu gestalte krijgen? Die vraag wilde de paus concreet beantwoorden. Terecht zet hij dan niet in bij een plan van aanpak, bij uit uitdenken van allerlei cursussen. Nee, ‘het is een weg die begint met een geestelijke bekering’. Goede werken komen voort uit een leven van dankbaarheid.

Bij de verdere invulling van het ‘heilig jaar van de barmhartigheid’ ervaar je echt ondergedompeld te worden in het rooms-katholieke belijden. De start was afgelopen dinsdag, op het ‘hoogfeest van de onbevlekte ontvangenis van Maria’, die zonder erfzonde ter wereld gekomen zou zijn. Als wij in deze weken van advent mediteren over de bijzondere plaats van de moeder des Heeren, dan moet het toch anders. Het jaar van barmhartigheid eindigt op 20 november, de zondag waarop herdacht wordt dat Christus ‘Koning van het heelal is, het levende gezicht van de barmhartige Vader’. 

Abortus

Wat merkt de kerk van het initiatief van de paus? Allereerst dit, dat Franciscus de mogelijkheid tot vergeving van een abortus versoepelt. Alle priesters krijgen de mogelijkheid om een tijdens de biecht beleden abortus te vergeven zonder de toestemming van de bisschop, die gewoonlijk nodig is. Voorwaarde is dat een berouwvol hart om vergeving vraagt. Dat is één.

In de tweede plaats kunnen rooms-katholieke gelovigen een aflaat krijgen als ‘levende ervaring van de nabijheid van de Vader’. Hoe dat gaat? De gelovigen moeten naar een speciaal aangewezen Heilige Deur in een kathedraal of bedevaartsoord, waar dan de sacramenten van biecht en eucharistie plaatshebben. Zei Jezus niet ooit: ‘Ik ben de Deur der schapen.’ Een andere deur met een hoofdletter is er niet. 

Aflaat

Het spreken over een aflaat doet ons niet alleen denken aan Johann Tetzel, die in de tijd van Luther de nieuwbouw van de Sint Pieter liet financieren door het kopen van een aflaat, een bewijs van de vergeving van zonden. Bisschop Wim Eijk schreef vorige week nog een column in het Nederlands Dagblad waarin hij aandacht vroeg voor het ontvangen van een aflaat, de kwijtschelding van tijdelijke straffen die een mens indien nodig na zijn dood in het vagevuur voor zijn zonden moet ondergaan. Om deze aflaat kun je zelfs bidden voor overleden mensen. 

*** 

De priester of de bisschop die een abortus of een ander kwaad vergeeft, de aflaat, de onbevlekte Maria, een Heilige Deur – laten we niet teruggaan achter de Reformatie en doen alsof de populaire paus Franciscus hierin onze leidsman is. En tegelijk: laten we vooral eens goed nadenken op welke wijze ons denken en handelen gestempeld wordt door barmhartigheid. Wat zegt het ons dat Franciscus in zijn eerste zondagse preek als paus, op 17 maart 2013, opmerkt dat ‘voor mij de krachtigste boodschap van de Heer is: de barmhartigheid’. 

Barmhartig aan duizenden

Waar het niet alleen in de samenleving, maar ook in de kerk er onbarmhartig aan toe kan gaan, mogen we het woord barmhartigheid nauwkeurig spellen. Dan denk ik niet als eerste aan de bekende Samaritaan, maar aan de God van het verbond, een ‘na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen aan de kinderen vergeldt, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden’.

Waar mensen een kort lontje kunnen hebben, een groot ego of lange tenen, is de HEERE radicaal anders. Als de Bijbel verwoordt dat Hij aan duizenden Zijn goedheid betoont, wil dat zeggen: eindeloos. Psalm 103 zingt hier heel bijzonder over, als David refereert aan het ontvangen van de wet – ‘Hij heeft aan Mozes Zijn wegen bekendgemaakt’ – en daarop laat volgen: ‘barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid’. 

Zijn beeld gelijk

Wat de HEERE is, dat wil Hij delen. Immers, in een weg van gehoorzaamheid aan Gods geboden wordt het beeld van de Zoon van God meer en meer ingedrukt in het leven van Gods kinderen. Daarom zegt Psalm 103 ook: ‘Die u kroont met barmhartigheid’. Het is Psalm 119 (in vers 77) die laat zien dat de wet van God en het ontvangen van barmhartigheid bijeen horen: ‘Laat Uw barmhartigheid over mij komen, dan zal ik leven, want Uw wet is mijn bron van blijdschap.’

Barmhartigheid – het is geen kwestie van aanleg, van een fijn karakter, het is een gaan in het spoor van Gods geboden. ‘Het begint met een geestelijke bekering,’ zei de paus. Ja!

Op die barmhartigheid hebben de gelovigen onder het oude verbond een beroep gedaan. ‘Waar zijn uw na-ijver en Uw machtige daden, Uw innerlijke bewogenheid en uw barmhartigheid? Ze houden zich jegens mij in.’ Met dat laatste kon de profeet Jesaja blijkens dit gebed om genade niet leven. 

Zalig

De Rooms-Katholieke Kerk kent een lange traditie van zaligverklaringen, waartoe de paus de bevoegdheid heeft. Later kan zelfs een heiligverklaring volgen. Laten we het houden bij de woorden van de Heere Jezus, de enige Middelaar tussen God en mensen, die als een van de grondregels van Zijn Koninkrijk uitsprak (Matt.5:7): ‘Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.’

Onze samenleving – en binnen de omheining van de christelijke gemeente is het niet anders – kent zoveel verwonde mensen, beschadigd in relaties, gedeukt door het leven, miskend door ouders, in de versukkeling door chronische ziekten. Wie dit echt in zijn leven laat binnenkomen, ervaart dat je niet zomaar de last van een ander meedraagt. Dat kan alleen als we willen lijken op de Heere Jezus. Ooit zag Hij de schare, een grote menigte (Mark.6:34), en werd Hij innerlijk met ontferming bewogen ‘en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen’. Weer dat samengaan van barmhartigheid en Gods gebod. 

Advent

De kerk staat midden in de gebrokenheid van de samenleving. Sterker, ze is door haar verdeeldheid en ongehoorzaamheid onderdeel van die gebrokenheid. We danken de paus dat hij ons dit opnieuw duidelijk maakte én strekken ons uit om in een barmhartige houding Gods richtlijnen voor het leven met anderen te delen.

Als dat ooit kan, dan in de weken van advent. Zacharias legt ons een lied op de lippen, over ‘de innige gevoelens van barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft’. Om onze voeten te richten op de weg van de vrede.

Op weg naar de herdenking van de komst van Israëls Messias in de kribbe van Bethlehem zingt het geloof:

Heft op uw hoofden, poorten wijd!

Wie is het die hier binnenrijdt?

Begroet Hem, heer der heerlijkheid

en Heiland vol barmhartigheid!

 

Rechtvaardigheid is Zijn bestel,

zachtmoedigheid zijn metgezel.

Hij draagt een kroon van heiligheid,

een scepter van barmhartigheid.

P.J. Vergunst