Waar bent u naar op zoek?

Een conflict tussen hoofd en lichaam

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
03-06-2021

Genderdysforie, een ingewikkeld thema. De 34-jarige Elbert Bot legt het in gewone woorden uit: ‘Je ligt met jezelf overhoop. Je hebt het lichaam gekregen van een vrouw en moet in die sociale rol functioneren, maar je voelt je man.’

‘ Familie Bot’. Het bordje in de Maassluise tussenwoning vertelt me dat ik goed ben, al is het huis geen standaard pastorie. Sinds 2013 is de veertigjarige Mark als predikant aan de gemeente verbonden. Vier jaar eerder trouwde hij met de hbo-V-verpleegkundige Elsbeth Versluis.

Als vierde in een reformatorisch gezin met zes kinderen groeide Elsbeth op. Op haar veertiende verloor ze haar vader. Het hoeft geen toelichting dat deze dramatische gebeurtenis het jonge leven van Elsbeth stempelde.

Toch was er meer, meer wat maakte dat ze in 2016 vastliep, voor haar een beslissend jaar. De ontdekking dat ze transgender was, deed ze zelf. Sinds 1 januari 2020 staat Elbert in het paspoort van Elsbeth, gaat ze als man door het leven.

Meisjeskleren

‘Een innerlijk conflict’, zo noemt Elbert zijn transgender zijn, het gevolg van het feit dat je biologische geslacht niet samenvalt met hoe je jezelf ziet en ervaart. ‘Je hebt het lichaam van een meisje, maar je voelt je als kind een jongetje. Je ligt met jezelf overhoop, er klopt iets niet. Heftig is het om dat te erkennen. Voor mij was het als kind duidelijk: ik wilde een jongetje zijn.

Mijn hoofd was man en mijn lijf was vrouw. Normaal gesproken klopt dat bij mensen. Ik vóelde me een jongetje, wílde een jongetje zijn, maar was het niet. Het gaf veel onzekerheid. Ik was bang door de mand te vallen, want… ik was geen vrouw. Sociaal onwenselijk was dit ook. Mijn ouders zeiden wel: ‘Elsbeth, díe had een jongen moeten zijn.’ Het probleem werd gezien en erkend, maar zij kenden het woord transgender niet. Mijn ouders zagen me als meisje, dus zo hebben ze me ook opgevoed.

Vanaf mijn achtste jaar voelde ik: ‘Hé, er is iets niet goed.’ Sommige kinderen zeggen al vanaf dat ze kunnen praten: ‘Ik wil een jongetje, ik wil een meisje zijn.’ Bij anderen ontstaat er in de puberteit een probleem, als de secundaire geslachtskenmerken duidelijk worden. Bij weer anderen is lang niet duidelijk wat het probleem is, zodat deze mensen laat in transitie gaan. Zelf ben ik ook redelijk laat, omdat ik het weggestopt heb, niet wetende hoe ik ermee om moest gaan, proberend ermee te dealen.

Ik wilde als kind geen meisjeskleren aan. Als we naar de winkel gingen, ging ik bij de jongenskleren staan. Mijn moeder zei dan: ‘Hé Elsbeth, de meisjeskleren hangen dáár.’ Ik had niet eens door dat ik bij het verkeerde rek stond. Je identificeert je met een jongen, dat is wie je bent.

Ik heb een oudere zus en vier broers, speelde vooral met mijn broertjes en met vriendjes. Mijn ouders vonden het goed dat ik met vriendjes speelde, maar ik moest wel een rok of jurk aan, behalve als we buiten speelden, bij het slootje springen en zo. Wat voelde ik me gelukkig met een lange broek aan. Zij deden binnen hun kaders hun best voor mij, m’n moeder naaide dan een stoere rok van legerstof of spijkerstof. Voor mij was dat echter nooit genoeg.’

Gevoelens wegstoppen

‘Na de basisschool kón ik niet meer onbevangen met vriendjes spelen. Dan is het jongens met jongens, meiden met meiden. Jij hoort dan nergens meer bij, voelt dat er iets niet klopt. Het had me zeker ruimte gegeven als ik er op de middelbare school meer als jongen had kunnen uitzien, hoewel het probleem niet opgelost zou zijn, want als stoere meid ben je nog steeds geen man – en dat is hoe je je voelt. Daar kwam voor mij als veertienjarige de vermissing van mijn vader bij, toen ben ik veel dingen gaan wegduwen. Je verliest je vader, dat is zo heftig dat je gevoelens gaat wegstoppen, onbewust. We hadden geen televisie, ik wist niet wat transgender was, ik kon aan gevoelens geen woorden geven. Tijdens de studie hbo-V aan de CHE kregen we les over interseksemensen, mensen die tweegeslachtelijk geboren worden. Ik dacht: ‘Zou dat mij gelden? Ooit wordt vast duidelijk dat ik van binnen toch echt een jongen ben.’’

In transitie

‘Voor mij werd 2016 een beslissend jaar, toen ik de ziekte van Lyme kreeg. Ik kon niets meer, was behoorlijk depressief en ben toen gaan praten. In gesprekken met een psycholoog bleek dat ik nog veel verwerken moest, niet meer om mijn identiteit heen kon. Het ging heel slecht met me. Ik had EMDRtherapie nodig, omdat ik gepest ben. Op de lagere school ben ik gepest, omdat wij de refo’s van het dorp waren, op de middelbare school ben ik gepest, omdat ik te jongensachtig was. Het is in deze therapie mijn eigen ontdekking geweest dat ik transgender ben. De psycholoog heeft me stevig bevraagd. De ontdekking ervan deed me goed, al wist ik dat ik een gezin had, dat ik twee kinderen had. Doorgaan zonder in transitie te gaan, wat ik een tijd geprobeerd heb, lukte me niet, dat zorgde voor zoveel depressie. Zonder in transitie te gaan was het leven te zwaar voor me. »

Ja, wat betekent dit voor mijn huwelijk met Mark? In het laatste jaar van de opleiding hbo-V zat ik in Malawi. Kort nadat ik terugkwam, kreeg ik een relatie met hem en vijftien maanden later zijn we getrouwd. Hij was 28, ik 22 jaar. Dat is snel, maar we wisten beiden: ‘Jij bent het!’ We kregen twee kinderen en mijn probleem verdween wat naar de achtergrond. Mijn uit de kast komen is anders dan bij homoseksualiteit. Dan voel je je man, heb je een mannenlijf en je seksuele voorkeur is voor een man. Transgenders hebben een conflict tussen hoofd en lichaam, terwijl de seksuele voorkeur verschilt.’

Jij was Elsbeth, je voelde je een jongen en werd verliefd op Mark…?

‘Ja, ik werd verliefd op hem. Mark vond het superleuk dat ik zo’n stoere meid was, dat trok hem aan. We zijn in 2009 getrouwd. Ergens onderbewust heb ik altijd gevoeld dat er iets was, maar mijn overlevingsstrategie was ‘hard werken’. Ik kon voor anderen zorgen, om niet over mezelf te hoeven nadenken.’

Mensen voor wie genderdysforie een onbekend thema is, zullen het opmerkelijk vinden dat jullie twee kinderen kregen?

‘Tijdens de zwangerschappen en toen de kinderen klein waren, had ik minder last van mijn transgender zijn. Wel dacht ik: ‘Nu ben ik mama, dat klopt niet.’ Van die zwangerschapspraatjes van andere vrouwen snapte ik helemaal niets. Daaraan zag ik dat ik anders was.’

Boos

‘Ik ben wel boos geweest. Als ik eerder in transitie gegaan was, was me immers een hoop ellende bespaard gebleven. Boos op wie? Op alles en iedereen. Ja, ook op God, Die mij geschapen heeft. Als mensen zeggen dat je niet in transitie mag, loop je met Hem helemaal vast. Dan zou God zeggen: ‘Ik schiep je met het hoofd van een man, het lijf van een vrouw, maar dat mag niet in overeenstemming komen. Leer er maar mee te leven.’ Vanuit mijn achtergrond dacht ik toch ook: ‘In transitie gaan mag vast niet.’ En: ‘Dat wil ik Mark en de kinderen niet aandoen.’ Vanuit die insteek ben ik de worsteling met God aangegaan. Het klopt toch niet dat je geschapen bent en niet mag zijn wie je bent…? Het is zo zwaar, er is geen uitweg.

Belangrijk voor mij werd een ervaring op een bijbelkring, toen ik ontdekte: ‘Ik moet met God leven, dicht bij Hem leven en vandaaruit mijn keuzen maken.’ Los van mijn uitgangspunt ‘het mag en kan vast niet’. Dat gaf me bevrijding, hoe de uitkomst ook was. Het stimuleerde me om dicht bij Hem te leven, om vandaaruit te kijken hoe mijn weg zou gaan.

Wat de Bijbel over man en vrouw zegt, dat is helder, maar ik pas in geen van beide plaatjes. Ik heb van allebei wat, vond in de Bijbel geen antwoord op vragen over mijn identiteit als transgender. Ik ontdekte dat voor mij de weg om niet in transitie te gaan niet lukte, dat ik me heel ongelukkig voelde. Is dát dan wat God wil, deze lijdensweg voor de rest van mijn leven? Of mag ik kijken of de weg van transitie helpt, zodat het met mezelf beter gaat én ik er meer voor anderen kan zijn? Tegelijk, als het gaan in transitie het einde van ons huwelijk zou betekenen, zou ik dat beslist niet willen. Bij Mark blijven was mijn uitgangspunt, hoe zwaar doorgaan op de oude voet ook zou zijn. Ik wilde ons huwelijk niet kapot maken. Gelukkig kwamen Mark en ik in dezelfde periode op het punt dat transitie de enige weg was.’

Wat gaf nu de doorslag, de gedachte dat je anders ‘gek in je hoofd’ zou worden?

‘Een stem van God heb ik niet gehoord. Ik ervoer wel de rust op mijn keuze, dat het goed is. ‘Volg Mij’, dat was wat steeds in mijn gedachte kwam en me richting gaf.’

Ik hoor dit als authentiek uit jouw mond, maar tegelijk is het een subjectieve ervaring.

‘Ja, en daarom is mijn onderbouwing kwetsbaar. Ik ben voorzichtig met spreken over ‘de stem van God’, zeker omdat mensen mij zeggen dat God hén gezegd heeft dat in transitie gaan niet mag. Daar ben ik behoorlijk klaar mee. Als ik bid om wijsheid en leiding, verwacht ik dat Hij mij de weg duidelijk maakt. Soms denk ik: mensen kunnen er zelf niet mee dealen en leggen mij nu een last op.’

Wezenlijk was voor jou dat je bij Mark kon blijven. Maar, nu hebben jullie als mannen een relatie?

‘Zeker was dit voor ons én in de kerkelijke gemeente een punt. Is de dominee nu homo, vroegen de mensen? We zien het zelf zo dat Mark met een transgender is getrouwd, terwijl ik mezelf nu man noem. Als je twee mannen als uitgangspunt neemt voor een homoseksuele relatie: in mijn paspoort staat nu dat ik een man ben. In mijn trouwboekje (en dat ligt er nog) staat dat ik een vrouw ben.

Ja, verschil is er. In de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarin Mark predikant is, is de ruimte voor een homoseksuele relatie er niet, al is ook homoseksualiteit iets van je identiteit. Beide heeft van doen met de gebrokenheid van de schepping. Eenvoudig is het niet. Ik ben met Mark getrouwd, maar had ik dan moeten scheiden, nadat ik in transitie ging? En moet ik dan nu op een vrouw verliefd worden?’

Familie en vrienden

‘Vanaf de dag dat ik besloot om in transitie te gaan, ging het een stuk beter met me. De opluchting, de bevrijding, ik mag eindelijk mezelf gaan worden en zijn… De keuze terugdraaien, al was het maar in je hoofd, was al geen optie meer. Toen Mark en ik dit lieten bezinken – een heel heftige tijd –, was het de vraag of we elkaar konden vasthouden, of we bij elkaar konden blijven. In een latere fase deelden we het met familie en vrienden. Ja, dat was spannend. Eerder had ik al wel gedeeld dat ik transgender was, met mijn moeder, broers, zus. Ja, dan laat je een bom ontploffen, geen bommetje maar een gigantische bom. Je weet dat mensen onvoorwaardelijk van je houden, maar dit is zoiets groots dat alles meteen op losse schroeven staat. Het voelt alsof met iedereen de lijntjes doorgeknipt zijn. Gelukkig was dit niet echt zo en is mijn relatie met verschillende mensen juist verdiept. Maar ja, als je je transgender zijn voor jezelf erkent, staat de wereld ook even stil, heb je even geen grond onder de voeten. Veel persoonlijker dan over dit onderwerp kan ik niet over mezelf praten; en je weet niet hoe mensen reageren. Ik heb wat contacten met lotgenoten; het is zeer schokkend hoe er gereageerd wordt, ook door ouders die het contact verbreken, die een kind van zestien de deur wijzen. Mensen kunnen er niet mee dealen, in de samenleving als geheel evenzo.

Ik vind dat moeilijk om te begrijpen. Totaal ondenkbaar dat je je kind de deur wijst, je houdt van je kind. Je geeft ruimte en je kind wordt gelukkiger – wat wil je als ouder nog meer?

Voor mijn moeder was het ingrijpend. Ik heb het haar gelukkig in twee stappen verteld: eerst dat ik transgender was en mijn eerlijke verhaal dat ik dacht niet in transitie te gaan. Toen ik later besloot dat toch te doen, heb ik dít verteld. Het eerste bericht zal het meest heftig geweest zijn. Mijn pijn vond ze het meest verdrietig. Tegelijk was er de vraag: ‘Wat gebeurt er als ik een dochter kwijtraak en een zoon terugkrijg?’ Ongelooflijk knap vind ik hoe ze het aanvaardt.

Eén vriendin heeft ons contact verbroken. In de gemeente was het ook ingewikkeld, omdat ik met de dominee getrouwd ben. Je hebt met de gemeente te maken, met heel het kerkverband. Voor de gemeente was het een proces. Op een kring had ik eerder verteld dat ik transgender was, waarop mensen meelevend reageerden. We hebben daarna een brief naar de gemeenteleden gestuurd en later is er een gemeenteavond gehouden, daarna nog twee. Samen is nagedacht over wat de Bijbel zegt. Mag de dominee blijven, mag ik avondmaal vieren? Dat proces duurde een halfjaar. Wij zijn begeleid door de mentor van Mark. Een andere predikant heeft de kerkenraad begeleid, ook in de voorlichting naar de gemeente en het spreken over de opties: of je hoofd aanpassen of je lijf… Veel christenen zeggen: ‘Ga in therapie, leer ermee om te gaan.’ Die laatste weg is makkelijker voor de gemeente, die weg heb ik bewandeld, maar het is me niet gelukt. Ik had geen keuze. Drie leden zijn daarop afgehaakt, wat ik pijnlijk vond, ook omdat ze niet met ons en de kerkenraad wilden praten.

De identiteit van de gemeente is door dit alles niet veranderd; het heeft ons juist samengebonden. Er is veel gebeden, er was veel meeleven, omdat het heftig is om mee te maken. Ook mensen die er persoonlijk moeite mee hadden, leefden toch mee. Ze maakten mijn keuze niet mee, maar bleven lid van de gemeente en bleven Mark aanvaarden als dominee. Het is alles wel spannend geweest, de eerste gemeenteavond was het spannendste moment uit mijn leven. Sinds 1 januari 2020 ga ik als Elbert door het leven – en kort erna veranderde er in de kerk veel door het coronavirus.’ »

Testosteron

‘De lengte van het transitietraject hangt af van de route die je bewandelt. Eerst is er de aanmelding. Je kunt kiezen uit veel organisaties. Na de aanmelding volgt een uitgebreide psychologische screening: of je psychisch stabiel bent, of er geen andere dingen spelen. Daarna word je doorgestuurd naar de endocrinoloog, de arts die hormonen voorschrijft. Bij de overgang van vrouw naar man is dat eenvoudig: je gaat testosteron gebruiken. Dat kan via injecties of via gel. Als je testosteron gebruikt, ga je er als man uitzien en blijf je er als man uitzien. Dat is het hormoontraject. Daarna kunnen er enkele operaties volgen, maar daarin maakt iedereen zijn eigen keuze. Slechts dertig procent kiest voor de geslachtsveranderende operatie, omdat het ingrijpend is en het risico op complicaties groot is. De een laat wel de baarmoeder en de eierstokken verwijderen, de ander nog meer, een derde laat ook een penis opereren. Psycholoog en psychiater moeten steeds groen licht geven. De prijs ervoor is heel hoog, steeds een grote operatie, drie keer een paar maanden thuiszitten. En, simpel gezegd, echt wordt het nooit helemaal. Je blijft altijd leven met een bepaalde dysforie. Mensen denken soms: ‘Als hij in transitie is, is zijn probleem opgelost.’ Nee, ik heb heel mijn leven een probleem, maar het is wel een stuk draaglijker.

Als transgender heb je een probleem. Ja, suïcidaliteit komt voor, dat weet ik ook, dat begrijp ik zelfs. Zo diep is het probleem. Zelf ben ik enorm opgeleefd, mensen zien het aan me. Je straalt weer, bent zelfverzekerder, gelukkiger. Ik had een sterke sociale omgeving, maar er zijn ook transgenders die op hun zestiende de deur uitgezet worden. Dan zijn ze wel in transitie, maar vormen de dingen eromheen het probleem. Vind je het gek dat ze suïcidaal blijven?’

Hoe verhoudt het verlangen om jezelf te zijn zich bij jou tot de bijbelse notie om je kruis te dragen?

‘Als transgender die niet in transitie gaat, heb ik geprobeerd mijn kruis te dragen. En ik draag nog altijd een kruis, namelijk dat ik transgender ben, ondanks dat het een stuk beter met me gaat. Ik heb er elke dag last van. Boos word ik als mensen me willen laten kiezen tussen zelfopoffering of zelfontplooiing. Als je geboren wordt met klompvoeten, zeg je ook niet: ‘Draag je kruis maar.’ Dan ben je ook blij als de chirurg ze wat recht kan zetten, zodat je beter kan lopen. De vergelijking gaat niet helemaal op, maar ik ben wel dankbaar voor de oplossing voor mij.’

Zijn je geloofsleven en godsbeeld veranderd?

‘Uit mijn jeugd had ik altijd een zekere angst voor God, met name door het godsbeeld dat ik in de godsdienstlessen meekreeg op de middelbare school. De vraag ‘Wat mag wel en niet?’ staat niet meer op de voorgrond. Als je een relatie met iemand hebt, is niet het eerste dat je steeds denkt wat de ander ergens van vindt. Ik wil in een liefdevolle relatie leven. Ik richt me er meer op met God in contact te staan, met Hem te leven, en zo vanuit de Bijbel het goede te doen, goede keuzes te maken.

Wezenlijke dingen zijn niet veranderd, wel de beleving van het geloof. Als mens denken we snel te weten wat God wil, ik ben daarin voorzichtiger geworden. Hij is zoveel groter, we denken snel zo menselijk van Hem. De geboden van God zijn nog altijd leidend in mijn leven. Ik wil ze wel meer onderhouden vanuit de verbondenheid met Hem. Nee, ik heb geen bijbeltekst of -gedeelte die bepalend waren. Het waren meer kleine dingen die me raakten. Toen ik voor de keuze stond om in transitie te gaan, preekte er een dominee bij ons en bad hij uitgebreid voor transgenders, terwijl hij van niets wist. ‘God weet van me af! Deze dominee staat voor me te bidden!’

Ook de woorden uit Psalm 139 ‘Ik loof U, omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben’ helpen me niet. Dat is voor mij juist een moeilijke tekst. Heeft God me zo gemaakt? Ik heb wel een probleem. Die tekst vertroost me niet.

Alleen ik was degene die beslissen kon of transitie voor mij de oplossing was. Voor mij was dat zo, ik heb een stukje van mijn leven terug. In je hoofd geeft dat zó’n ruimte, ik heb zo vastgezeten. Voor mij ís het de oplossing, mensen zien het aan me, al houd ik een probleem, dat overigens anders veel groter was. De ene ervaart op het ene punt extreem dysforie, de ander op een ander punt; altijd moet je dingen accepteren. Er zijn transmannen die accepteren dat ze geen geslachtsveranderende operatie ondergaan; verder zijn ze oké. Een ander heeft er steeds last van als hij naar het toilet gaat, die zal dan wel de operatie willen. Ergens is er een grens van wat je aankunt.’

Mark en jij zijn intelligent, kunnen samen reflecteren.

‘Zeker, bij ons komt er veel rationaliteit bij, we hebben eindeloos over dingen gepraat. Voor een ander zal de keus vooral op basis van gevoel gemaakt worden.’

Hoe moet het verder in de kerk?

‘Meer bekendheid rond het thema zou goed zijn, waarin de media een taak hebben. Om die reden vertel ik ons verhaal. Ik hoop dat dit niet gezien wordt als ‘raar’ of ‘vreemd’ of dat ‘die mensen gek zijn’, maar als iets wat zo ís. Ik hoop dat christenen de weg gaan van het elkaar aanvaarden, ook als de een wel en de ander niet voor transitie kiest. Ga vooral je weg met God. En, waar zou je je meer veilig moeten voelen dan in je eigen gemeente?’


Brochure ‘Genderdysforie’ verschenen

Hoe geef je pastorale zorg aan gemeenteleden die lijden aan genderdysforie, een voortdurende onvrede met het bij de geboorte vastgestelde geslacht en onbehagen over de bijbehorende genderrol? In toenemende mate is deze vraag voor kerkenraden actueel. Om die reden brengt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond de brochure Genderdysforie. Een handreiking aan kerkenraden met het oog op het pastoraat. We onderscheiden ‘genderdysforie’ nadrukkelijk van ‘genderideologie’, waarin het denken centraal staat dat het biologische verschil tussen man en vrouw geen betekenis voor je identiteit heeft.

De brochure opent met het vraaggesprek met Elbert Bot, dat we vandaag ook in De Waarheidsvriend plaatsen. Daarna volgt een hoofdstuk over Bijbel en transseksualiteit (dr. J. Hoek), een bijdrage vanuit medisch-psychologische optiek (dr. P.J. Verhagen), een ethische bezinning (dr. ir. H. Jochemsen) en een pastoraal hoofdstuk (dr. M.J. Kater). We sluiten af met een pastorale routekaart. Samen met ds. P. Nobel vormden deze auteurs de werkgroep die de brochure schreef.

De brochure wordt gedragen door het verlangen dat de inhoud tot zegen voor velen zal zijn, dat in de gebrokenheid van het menselijke bestaan het goede leven gezocht en gevonden mag worden, een leven bij Gods geboden én beloften.

Genderdysforie is te bestellen door het overmaken van € 6,75 (incl. porto) op bankrekening NL25 INGB 0002 9370 21, t.n.v. Gereformeerde Bond, Apeldoorn, o.v.v. brochure ‘Genderdysforie’. Wie er vijf of meer bestelt, betaalt € 6,00 per stuk. Vergeet niet uw adres te vermelden!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst