Het is een open deur om te stellen dat de situatie rond het avondmaal in het Nieuwe Testament nogal verschilt van die in onze tijd én van de tradities die zich rond dit sacrament hebben ontwikkeld. De Schrift vormt het beslissende kader wanneer we zoeken naar grondlijnen voor vandaag.
De gegevens bij de evangelisten en brieven van Paulus over de vroege vormen van eredienst zijn schaars en bovendien onvolledig. Een aantal dingen is wel duidelijk: de vroegchristelijke gemeente kwam dikwijls (ook doordeweeks) samen in huizen van gemeenteleden, waar men onderling het brood brak. De nieuwtestamenticus Cullmann (1902-1999) concludeerde op grond van bronnen tot een onlosmakelijke verbinding tussen Woordverkondiging en het houden van het avondmaal (al is deze term van later datum). Ofwel: er werd tijdens íédere samenkomst van de gemeente brood gebroken. Of dat werkelijk het geval was, valt toch niet met volkomen zekerheid te zeggen. De Twaalf Artikelen wijzen zonder meer op een nauwe samenhang tussen beide.
Heilige dingen
Onder ons is het artikel over de kerk als de ‘gemeenschap der heiligen’ vertrouwd en gangbaar, maar historisch gezien verdient de weergave ‘gemeenschap aan de heilige dingen’ de voorkeur. Met de heilige dingen worden duidelijk de sacramenten van doop en avondmaal bedoeld. Wie door geloof, bekering en wedergeboorte deel heeft aan Christus en al Zijn schatten en gaven, heeft zonder meer (ook) deel aan de heilige dingen. Het is daarom voor de vroege kerkvaders volstrekt ondenkbaar dat gelovigen zich zouden onttrekken aan het Woord en het sacrament. Bisschop Ignatius van Antiochië (stierf omstreeks 108 n.Chr.) drukt zich in de brief aan de Efeziërs kras uit: Wie niet naar de offerplaats (= de gemeente) komt, is trots en veroordeelt zichzelf. Hem of haar ontgaat het Brood van God. Wie zou dat ook willen?
Avondmaal
In de samenkomsten speelde de uitroep ‘maranatha’ een belangrijke rol. Ze valt op twee manieren te vertalen: de Heere Jezus ís gekomen, en: Kóm, Heere Jezus! Het is beide waar. Vanwege de eerste belofte (en realiteit) wil niemand absent zijn én in het verlangen naar Zijn tweede komst willen we voortdurend gevoed worden. Justinus deelt ons in de ons eerst bekende beschrijving van de eredienst mee dat de diakenen aan hen die niet in de samenkomst konden zijn, het brood (thuis) bezorgden. Wie zou immers zonder kunnen?
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 15 september 2022. Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!