Een geheim ontdekken
Wij spreken echter de wijsheid van God, als een geheimenis; een wijsheid die verborgen was en die God vóór alle eeuwen voorbestemd heeft tot onze heerlijkheid. 1 Korinthe 2
Het is u misschien meer dan eens overkomen dat u de betekenis van een bijbeltekst meende te weten, maar dat u (veel) later zag: Staat dát er? In mijn ‘preekwerk’ deed ook ik dergelijke ervaringen op.
Dat was soms lastig, vooral wanneer het Schriftwoord tegen mezelf inging, of wanneer een ouderling verontwaardigd reageerde: ‘U ging een heel andere kant op dan onze kinderbijbel’.
Niet geopenbaard
Een eenvoudig voorbeeld: Ik was eraan gewend geraakt dat de woorden in 1 Korinthe 2 ons verlangen richten op de eeuwige vreugde in de hemel (HC, vr. 58). Eigenlijk hetzelfde als wat de apostel Johannes schrijft (1 Joh.3:2): ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen van God en het is nog níét geopenbaard wat wij zijn zullen.’ Dus láter, na dit leven, zal de Heere openbaren wat niemand heeft kunnen bedenken, wat je in het hier en nu nimmer hebt gezien of gehoord. Paulus echter schrijft wat God wél heeft geopenbaard. Hier op aarde! ‘Wij spreken de wijsheid van God als een geheimenis (mysterie, vs.7). Waar slaat dat op? Op ‘het woord van het kruis’ (1:18), op ‘wij prediken Christus, de Gekruisigde’ (1:23). En ook dit: ‘Ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.’ (2:2) God redt mensen door Zelf mens te worden en aan een kruis te sterven, door vanaf het Kruis te regeren.
Blinddoek
Dát heeft geen oog gezien, geen oor gehoord. Dát is in niemand opgekomen, behalve in het hart van onze God. Dat openbaart ons de Geest – hier op aarde! – wanneer ‘Jezus Christus ons voor ogen wordt geschilderd, alsof Hij onder ons gekruisigd is’ (Gal.3:1). Gelijktijdig met die schildering – dat moet dan wel plaatsvinden – neemt de Heilige Geest een blinddoek van onze ogen weg, zodat wij zien (schouwen) wat geen oog heeft gezien, en horen wat geen oor heeft gehoord. Wanneer we goed ‘kerken’, kijken wij met onze oren, door het horen van de stem van de Zoon van God. Wie heeft kunnen bedenken dat een Man aan een kruis de Redder der wereld is? Dwaze praat (1 Kor.1:20 e.v.; 2:14), zegt een ‘geblinddoekte’, die het ver heeft geschopt in ‘de wijsheid der wereld’ (1:20).
Dat is zeker een ‘buitenkerkelijke’? Dacht u dat? Ik zou het zomaar zelf kunnen zijn. Paulus heeft namelijk ook de Schriftgeleerde op het oog (1:20), op één hoop geveegd met ‘de leiders van deze wereld’ (2:6). ‘Natuurlijke mensen’ (2:14), kerk en wereld: Pontius Pilatus, Herodes, de hogepriesters en de ouderlingen hebben gezamenlijk ‘de Heere der heerlijkheid gekruisigd’ (2:8). Altijd actueel! ‘Wie u verwerpt, verwerpt Mij, en wie Mij verwerpt, verwerpt Hem Die Mij gezonden heeft’, zegt de Heiland (Luk.10:16).
Dit is herkenbaar aan denken in termen van macht, aantallen, carrière, leugen en spot. Het is de dwaasheid gekroond: zeggen dat jij de Bevrijder bent en je vervolgens aan een kruis laten spijkeren. Is dat mijn Koning? De Griekse wijsheid vindt het onzinnig, de Joodse vroomheid ergert zich eraan. Zowel het een als het ander treffen we aan in ons eigen hart.
Roeping
‘Let namelijk op uw roeping, broeders: er zijn onder u niet veel wijzen naar het vlees, niet veel machtigen, niet veel aanzienlijken, maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren (…), en het zwakke en het onaanzienlijke (1:26-28). Het Kruisevangelie bepaalt het gehalte, de mentaliteit en de stijl van de gemeente van Christus. Wat van Jezus geldt, stempelt Zijn volgelingen, die delen in wat de Heiland is overkomen: ‘Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.’ (Jes.53) Ondertussen: God brengt de duivel een vernietigende slag toe met het ‘dwaze’ Evangelie en met de zwakke tekenen van brood en wijn. Dát is voor wijzen en verstandigen verborgen, maar aan jonge kinderen geopenbaard (Matt.11:25).
Doop
Jezus leeft! In Hem gaan wij de weg van de doop: door de dood naar het leven, sterven en opstaan, een Golgotha-ervaring in de kracht van Pasen. Johannes heeft gelijk: ‘Ons is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen’ (in de hemel). Tegelijk geldt wat Paulus schrijft over wat ons wel geopenbaard is (op aarde): ‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben’, namelijk ‘het Lam Gods’ te zien hier op aarde en in de hemel.