Waar bent u naar op zoek?

blog

Christus baant Zich een weg door de dood

Een geslagen Herder

17-04-2019

De Herder wordt geslagen, de kudde verstrooid. Maar na Zijn opstanding zoekt Jezus de discipelen weer op. Dat is de kerk: een kudde uiteengedreven schapen, maar bijeengebracht onder de Herder.

Jezus staat op van de tafel. Er is Pascha gevierd als nooit tevoren. De oudste zoon zou eigenlijk moeten sterven. Maar dat is niet gebeurd. Er was bloed aan de deurposten. De doodsengel ging voorbij.

Het is eeuwenlang herdacht, jaar op jaar. Maar nu gaat alles anders. De doodsengel zal in deze nacht niet voorbijgaan. De Zoon moet sterven. Hij is het lam. De Heere Jezus weet het. Volledig bewust van Zijn roeping breekt Hij het brood. Zien jullie het? Zo zal mijn lichaam gebroken worden. Hij neemt de drinkbeker. Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond. Deze nacht nog zal de herder geslagen worden. Met volmacht geeft de Heere Jezus aan de oude liturgie een nieuwe wending.

Eenzaam

De discipelen reageren niet. Zij kijken niet op of om. De tafel is gereed gemaakt tegenover de vijand, maar de discipelen beseffen dat niet. Zij zien niet dat Jezus het spoor van de gerechtigheid gaat. Zij gaan met Hem mee richting de Olijfberg, ze zingen de lofzang.

Wat wordt de Heere hier eenzaam. Wat gaat Hij onbegrepen Zijn weg. Zijn discipelen geloven Hem niet. Ze ontkennen stellig dat ze aan Hem aanstoot zullen nemen. Zo laten zij de Heere innerlijk los. Hij gaat alleen. Gethsémané wacht, het dal waarover de schaduw van de dood valt. Weinig later komt Golgotha, maar dan zijn de discipelen allang gevlucht. 

Geslagen herder

Er ligt een profetisch woord te wachten. In een heel andere situatie schrijft Zacharia dat een zwaard de herder moet doden en dat de schapen van Israël uiteengedreven zullen worden. Velen komen om, maar toch niet allen. Er zal een rest zijn. Zij worden door het vuur heen gered, beproefd, gelouterd. De Heere zal op die dag zeggen: dit is Mijn volk. En zij zullen zeggen: de Heere is mijn God (Zach.13:7-9). Deze woorden werpen licht over de weg die Christus moet gaan. De profeet schrijft Zijn profiel: een geslagen herder. Heden wordt deze Schrift in uw oren vervuld.

Wie slaat die herder? Dat is God Zelf. ‘Door God geslagen en verdrukt’ (Jes.53:4). Dat gebeurt niet omdat Hij geen goede Herder is. Integendeel. Het is vanwege onze overtredingen, om onze ongerechtigheden. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.

Wat weten wij daarvan? Wij zijn allang afgehaakt, gevlucht. Wij hebben Hem verloochend en verlaten. Er is een weg waarop wij Jezus niet volgen, waarop Hij volstrekt alleen is. Dat was toen Hij de klappen opving. De goede Herder geeft Zijn leven voor de schapen. Zij maken zich innerlijk los van Hem.

Hij kan dat niet. Hij houdt hen vast. Dat is geen huurling. Dat is de goede Herder, Die Zelf Zich naar de slachtbank liet leiden, Die onze schuld op Zich nam en aan ons Zijn gerechtigheid geeft.

Pasen

De discipelen zouden alle moed hebben verloren, als de Heere Jezus hun niet tevoren beloofd had dat al deze dingen moesten gebeuren, overeenkomstig de Schriften. Hij heeft hun bij voorbaat gezegd: ‘Ik zal worden opgewekt’.

Zoals er vanuit het Pascha een weg kwam door de zee, zo baant Christus Zich een weg door de dood heen. Hij zet Zijn voeten waar geen pad is. Hij was geslagen, maar Hij wordt opgewekt. Want Hij is zonder zonde, Hij alleen. Maar Hij blijft niet alleen. Hij roept de schapen bij hun naam. Hij zoekt de verloren schapen. Allen namen aan Hem aanstoot, maar Hij hield hen vast, dwars door het oordeel heen. Ik zal jullie voorgaan. Volg Mij! Zo brengt de goede Herder Zijn kudde samen.

Pinksteren

Kajafas, de hogepriester, heeft zijns ondanks geprofeteerd: het is nuttig dat één sterft voor het volk. Dat is beter dan dat het hele volk verloren gaat. Onwetend profeteerde hij dat Jezus zou sterven voor het volk. En bovendien: Jezus zal ook de kinderen van God, die overal verspreid zijn, bijeenbrengen (Joh.11:50-52). De Herder is geslagen. Hij geeft Zijn leven voor de schapen.

Maar dat is niet alles. Hij zegt: Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn. Ook die moet Ik binnenbrengen. En het zal worden één kudde en één Herder (Joh.10:16). Van Golgotha lopen er lijnen naar Pinksteren. Deze lijdende Knecht is veel te groot om alleen maar voor Israël de Herder te zijn. Hij is een Licht voor de heidenvolken (Jes.49:6). Hij brengt de zegen van Abraham naar de volken toe. Aan het kruis breekt Hij de scheidsmuur af die er was tussen Israël en de volken.

Schapen van de kudde, of ze nu uit Israël of uit de volken komen, zijn eenkennig. Ze luisteren maar naar één stem: de stem van de goede Herder. Voor alle andere stemmen zijn ze doof. Dat is kenmerkend voor de kerk. Dat maakt de kerk tot wat ze is. Daar ligt ook de eenheid van de kerk.

Behoud

Het begon in de nacht van het verraad. Jezus nam het brood, brak het, gaf het hun: dit is Mijn lichaam. Hij liet de drinkbeker rondgaan. Zij namen die aan uit Zijn hand. Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond. Waar draait dat om? Om de vergeving van de zonden. In Christus hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen (Ef.1:7).

Maar na Zijn opstanding ging de Heere de discipelen voor. Toen heeft Hij hun geleerd waarom Hij geslagen moest worden volgens de profetische voorzegging van Zacharia: namelijk om de grote verlossing te bewerkstelligen, een nieuwe uittocht uit de slavernij van de zonde en de dood.

Sindsdien is dat wat ons verkondigd is door apostelen en profeten. De preek op Pinksteren gaat over Pasen: Jezus, de geslagen Herder, is opgewekt uit de doden. De dood kon Hem niet vasthouden. En ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal behouden worden. Met nadruk: ieder. Eerst de Jood, maar dan toch ook de Griek. Waar we ook vandaan komen. Wie we ook zijn. Wat ik ook meesleep aan zonden, mijn hele levensgeschiedenis. Wie de Heere aanroept, wordt behouden. Hij is immers de goede Herder.

Zo wordt de kerk gebouwd: door de verkondiging van die ene Naam, met bevel van bekering en geloof. Wanneer zulke bediening van de verzoening op een zijlijn geraakt, verzwakt de kerk. Als die ene stem van de Herder niet duidelijk gehoord en gehoorzaamd wordt, komt de kerk in ademnood. Dan komt er paniek. Dan raken schapen verward en overal verstrooid. Dan komt de eenheid van de kerk in acuut gevaar.

Berouw en verwachting

De Herder is geslagen. Wij waren daar niet bij, wij zijn gevlucht. Het enige wat wij kunnen doen, is: het geloof belijden, met berouw en verwachting.

De Herder is geslagen én Hij is opgestaan. Nu gaat Hij voor. Wilt u Mij maar volgen? Hij heeft alle macht om ons bijeen te brengen, van hoe ver Hij ons ook moet halen. Hij leidt Zijn volk door de Rode Zee. Hij geeft manna in de woestijn en water uit de rots. Hij houdt bijeen, allen die verstrooid waren.

Hij houdt ons vast in Zijn Woord. Hij denk aan Zijn verbond. Alleen daarom is er een kerk. Nog altijd breekt Hij het brood en reikt Hij ons de beker. Ik voor u. Er blijft een rest over. Zij horen die ene stem: Dit is Mijn volk. En verwonderd antwoorden zij: De Heere is mijn God. En we zingen de lofzang. 

J.A.W. Verhoeven